HC.3 receptorfarmacologie Flashcards
hoe kun je een receptor blokkeren?
met een antagonist
hoe kun je een receptor stimuleren?
met een agonist
wat geldt er bij 50% receptor bezetting?
Kd = [D]
Kd is dan dus gelijk aan de concentratie van het geneesmiddel
hoe wordt de Kd agonist genoemd en de Kd antagonist?
agonist = Ka
antagonist = Kb
wat zegt de Ka en Kb?
iets over de affiniteit hoe goed een angonist of antagonist bindt.
welke 2 dingen zijn van belang bij een agonist
- hoe goed die kan binden bij aan een receptor (Ka en Kb, want dit geldt ook voor antagonist)
- als die gebonden is wat doet die dan en hoe goed is die in staat om de cascade omgang te brengen
wat is een inverse agonist?
de receptor is uit zichzelf al actief. de agonist remt dan dit proces waardoor het een inverse heet
wat wordt bedoelt met effectiviteit?
welk effect kan je maximaal bereiken
wat wordt bedoelt met potentie?
bij welke concentratie vinden de effecten plaats.
je hoeft niet met een geneesmiddel altijd het maximale effect of alles blokkeren
wat zegt de Kd?
de concentratie waarbij 50% receptorbinding hebt
waar staat pEC50 voor?
potentie: wat is de concentratie bij 1/2 van het maximale effect van de agonist
wat doet een volle agonist?
volle effect bij (heel) weinig receptor bezetting
wat doet een partiele agonist?
geen volle respons, zelfs bij 100% receptor bezetting
welke typen antagonisme zijn er?
- chemisch: wegvangen van een stof, onafhankelijk van een receptor
- farmacokinetisch: wat doet het lichaam met het geneesmiddel (onafhankelijk van receptoren)
- receptor blokkade (reversibel/irreversibel competitief)
- niet competitief: antagonist bindt op een andere plek dan de agonist
- fysiologisch: de antagonist bindt op een andere receptor en heeft een tegengesteld effect als de agonist
Wat is de grootste groep receptoren?
G-eiwit gekoppelde receptoren