HC.2: hemodynamiek Flashcards

1
Q

wat is het verschil tussen pulsdruk en gemiddelde druk?

A

pulsdruk = systolische druk - diastolische druk (op 1 moment)
gemiddelde druk is hetzelfde maar dan over een bepaald stuk dus tussen 2 punten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is compliantie?

A

is een eenheid voor elasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer treedt turbulentie op?

A

Bij een vernauwing (stenose), maar ook bij het langzaam nauwer worden van het vat. Het ontstaat ook bij de systole (hoge druk, hoge snelheid) en bij inspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is turbulentie?

A

Wervelingen die ontstaan in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is de bloedstroom laminair en wanneer is die turbulent?

A

Als Re kleiner is dan 2000 dan stroomt het bloed laminair. Als Re groter is dan 3000 dan stroomt het turbulent. Het blijft een empirische formule.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is viscositeit?

A

De weerstand tegen glijden wanneer lagen vloeistof tegen elkaar schuiven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly