HC 5-2 Rol van beeldvorming bij dementie Flashcards

1
Q

Beeldvorming bij dementie

A
  • Structurele beeldvorming: atrofie en vasculaire laesie
    ○ Atrofie van grijze stof, vasculaire laesies
    • Geavanceerde beeldvorming: functie, perfusie en metabolisme (niet in de praktijk gebruikt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Structurele beeldvorming

A

atrofie (van grijze stof) en vasculaire laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Medial temporal atrofie (MTA)

A
  • Hippocampus atrofie: Temporaal en Choroid vorm wordt groter en hippocampus wordt kleiner
    • MTA schaal (0-4): in hoeverre is er atrofie hippocampus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Global cotrical atrofie (GCA)

A
  • Schaal GCA (0-3): kijken naar de sulci en gyri (breedte en volume)
    • Symmetrisch en asymmetrisch: per kwab en kant bekijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hippocampus atrofie

A
  • Specificiteit van 88% en 12% vals positief
    • MTA moet niet de enigste maat zijn voor diagnose, patroon van hersenen ook bekijken
    • Alzheimer indicaties: temporo-parietaal atrofie
    • FTD: temporale pole en frontale kwab
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kwantificatie van brein weefsel volume

A
  • Visuele beeldvorming kan je geen kleine veranderingen merken
    • In de toekomst kan je een kwantitatieve analyse maken van de hersen krimp curves
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vasculaire dementie criteria

A

beeldvorming moet vasculaire pathologie afbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vasculaire dementie soorten

A
  • Small bloedvaten:
    ○ Komt het meest voor
    ○ Geleidelijk achteruitgang
    ○ De smalle vaten kun je niet zien waardoor het moeilijk te bepalen is. Daarom kan je microbloedingen (in witte stof) meten of lanculaire infarcten (kleine gaten)
  • Grote bloedvat: beroertes en infarcten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Smalle bloedvat ziekte (vasculaire dementie)

A
  • 25% witte stof aangedaan
    • Twee lancuanire infarcten en 2 lacunaire infarcten in frontale witte stof
    • Bilaterale thalamus laesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Grote bloedvat ziekte (vasculaire dementie)

A
  • Corticale infarct in dominante hemisfeer
    • meer dan twee lobben aangedaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fazekas schaal

A
  • Schaal voor schade witte stof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

MRI protocol dementie

A
  • T1 en T2-flair: zorgen voor MTA en GCA
    • T2-flair en T2: fazekas score
    • T2*: microbloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functionele beeldvorming van brein

A
  • Neurale functie verlies (eerste verandering bij dementie)
    ○ Verminderde functie
    ○ Hypometabolisme
    ○ Hypoperfusie
    • Deze punten kun je in beeld brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Arterie spin labeling (ASL)

A
  • Bloed magnetisch labelen
  • Perfusie van de hersenen zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly