HC 1-2 Principes van röntgen Flashcards

1
Q

X-ray tube

A
  • Tube potential (kVp)
  • KNAP: kathode negatief anode positief
  • Tube stroom: mA
  • Tube lading: tube stroom x exposure tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Remstraling

A

een vorm van elektromagnetische straling die wordt uitgestraald als een elektron wordt versneld of vertraagd. de fractie van de elektronenergie die wordt omgezet in remstralingsenergie (Erem) hangt af van de elektronenergie (E) en het atoomnummer (Z)
o Hoe hoger het z-getal, hoe scherper de afbuiging, hoe meer remstraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Karakteristieke straling

A

ontstaat wanneer een baanelektron overgaat van de ene baan naar een andere met lagere energie. Deze vorm van röntgenstraling heeft een discrete energie die karakteristiek is voor het element waarin het ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Focal size spot

A
  • De bron van straling
  • tube verhitting
  • Onderscheid tussen een brede en smalle focal spot size
  • Hoe breder de focal spot size, hoe meer X-ray output, hoe lager de spatiële resolutie (kleinst waarneembaar door X-ray)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anode angle

A

De stralingsintensiteit van de bron verzwakt richting de anode toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heel effect

A

De hoek van de X-ray anode target om zo een gelijke verdeling te maken over het oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Foto-effect

A

foton wordt geschoten op een elektron in de K-schil. De energie van de foton wordt volledig overgedragen, waardoor de elektron wegschiet (kinetische energie). Een elektron uit een andere schil vult de lege plek op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Compton effect

A

Wanneer een foton botst met een elektron, kan het foton een deel van zijn energie overdragen aan het elektron. Als gevolg van deze energieoverdracht neemt de energie (en daarmee de frequentie) van het foton af, wat resulteert in een toename van de golflengte van het foton. De verandering in golflengte hangt af van de hoek waaronder het foton wordt verstrooid en de energie van het foton vóór de botsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Buisspanning energie röntgenfotonen

A
  • Voordeel laag kV: beter contrast
    Voordeel hoog kV: lagere geabsorbeerde dosis patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Computed radiograph (CR)

A
  • Vervanging van de röntgenfilm
    • Fosforplaat absorbeert fotonen van de röntgenstraling
      ○ Een deel schijnt door het lichaam
      Na de scan word t de CR gedigitaliseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fosforlaag dikte beïnvloedt door …

A
  • Sensitiviteit: dikkere platen zorgen voor minder stralingsdosis –> slechter beeldkwaliteit
    Resolutie: dikkere platen zorgen voor meer foton verspreiding –> minder details
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Double sided readout (CR)

A
  • Plaat die van beide kanten kunnen absorberen
    Voordeel: betere sensitiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Digital radiograph (DR)

A
  • Indirecte conversie: röntgen –> licht fotonen –> digitale beeld
    De beelden zijn direct beschikbaar na blootstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Projection geometry

A
  • Divergente bundel zendt fotonen uit
    • Afmeting object afhankelijk van afstand tot bron
      Afstand onbekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Collimator

A
  • Beperkt stralingsbelasitng
    • Verstrooide straling niet in rechte lijn van bron naar detector
    • Verstoort informatie over verzwakking
      Grid beperkt detectie van strooistraling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Anti-scatter grid

A

Strooistraling tegenhouden met grid

17
Q

Mammografie bij borst compressie

A
  • Scherpere beelden
    ○ Minder beweging
    ○ Minder verzwakking
    § Kleinere focal spot
    • Beter contrast
      ○ Verminderde scatter
      ○ Minder foton energie
      Minder overlapping