HC 5-1 Dementie Flashcards

1
Q

Wat is de normale veroudering van het brein

A
  • Tijdafhankelijk biologisch proces
    ○ 10-15% gewichtsafname
    ○ Cognitieve achteruitgang
    ○ Hersenweefsel afname, net als huid veroudering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cognitieve functie

A
  • Verschillende kwabben met hersenfunctie
    • Sociaal (emotie), executie (denken), geheugen, motorische snelheid, aandacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe constanteer je abnormale veroudering

A
  • Mensen die erg afwijken van de normale veroudering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dementie

A
  • Syndroomdiagnose (klinische diagnose: stellen we op in de polikliniek)
    • Cognitieve stoornissen: geheugen, oriëntatie in tijd en plaats, taal, verwerkingssnelheid, emotieverwerking, executief functioneren, visuoconstructief of visuospatieel vermogen
    • Interferentie met (I)ADL: dagelijkse activiteiten kan iemand niet zelfstandig
    • Progressief beeld: steeds erger
  • Dementie is een verzamelnaam voor verschillende hersenaandoeningen en ziekten. Alzheimer en parkinson bijvoorbeeld zijn de oorzaak voor dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mild cognitive impairment

A
  • Voorstadium van dementie waarbij mensen moeite hebben met bijvoorbeeld taal. Ze kunnen in dit stadium nog zelfstandig leven. Daarna krijgen ze dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dementie incidentie

A
  • 270.000 mensen met dementie in Nederland
    • Het aantal dementie gevallen wordt in de toekomst meer
    • Vrouwen hebben meer kans op dementie
    • Er ontstaan 6 mensen met dementie per uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaak dementie

A
  • 50 verschillende hersenziekten die dementie veroorzaken
    ○ Alzheimer
    ○ Vasculaire dementie
    o Gemixt: combinatie tussen alzheimer en vasculaire dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaak dementie en leeftijd

A

Dementie kan voorkomen op jongere leeftijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Alzheimer

A
  • Meest voorkomende oorzaak van dementie
    • Begint vaak met stoornissen in geheugen, oriëntatie in tijd en plaats daarna ook
      ○ Visuoconstructie
      ○ Taalproblemen
      ○ Executief disfunctioneren
      ○ Problemen met motoriek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alzheimer pathologie

A
  • In de neuronen vormen zich tangles (tau eiwit). Buiten de neuronen worden plaques gevormd, bestaande uit het amyloid beta eiwit, dode neuronen en andere eiwitten. Hierdoor kunnen neuronen niet meer met elkaar verbinden
    • De ziekte begint vaak in de hippocampus (geheugen deel) en mensen gaan dingen verliezen. Daarna verspreidt de ziekte naar andere delen van de cortex (braak pathologische stadiënring). Dit duurt twaalf jaar en verslechtert de prognose.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verwijzing naar een geheugenpoli voor dementie

A
  • Is er sprake van dementie?
    ○ Cognitieve stoornissen in meerdere domeinen
    ○ Interferentie met het dagelijkse functioneren
    ○ Progressief beeld
    • Zo ja, wat is de oorzaak van de dementie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe onderzoek je dementie?

A
  • Consult bij neuroloog of geriater om achteruitgang en ADL te onderzoeken. Vervolgens is er een neuropsychologisch onderzoek, beeldvorming en bloedonderzoek. Eventueel is kans op erven, daarom DNA onderzoek
    • Na alle onderzoek wordt een diagnose vastgesteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cognitieve functies: neuropsychologisch onderzoek (NPO)

A
  • Principes van het NPO
    ○ Informeel: gesprek met patiënt en gedragsobservaties
    § Hoe pakt een patiënt iets aan?
    ○ Formeel: testonderzoek - uitslagen, objectieven
    § Geheugen, taal, snelheid testen uitvoeren en vervolgens vergelijken of het niveau overeenkomt met leeftijdsgenoten
    • Cognitieve functies/domeinen
      ○ Geheugen
      ○ Executieve functies
      ○ Taal
      ○ Aandacht/concentratie, mentale verwerkingssnelheid
      ○ Visuoconstructieve en -ruimtelijke vaardigheden, waarneming
      ○ Sociale cognitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Testonderzoeken van NPO

A
  • 15 woordentest: geheugen test
    • Stroop kleur-woord taak: executief functioneren
    • Klok tekenen: visuoconstrictie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verloopt alzheimer?

A
  • Volgorde van achteruitgang: plaques –> tau eiwitten –> brein structuur –> geheugen –> klinische functioneren (ADL)
  • Alzheimer is een syndrominale ziekte, dus is pas te herkennen als er symptomen zijn. Dan komen de mensen pas naar de polikliniek, maar eerder kan je hersenvocht meten om de onderliggende ziekte al vast te stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vasculaire dementie

A
  • Tweede vorm van dementie op oudere leeftijd
    • Ten gevolg van smalle of grotere vaat ziekte
    • Verschijnselen: traagheid, taal en motorische problemen
17
Q

Frontotemporale dementie (FTD)

A
  • Tweede meest voorkomende oorzaak van dementie
    • Verandering in persoonlijkheid en gedrag (ontremming of apathie)
    • Taal is vaak aangedaan
    • Twee vormen:
      ○ Gedragsvariant: apathie/disinhibitie
      ○ Primair progressieve afasie: taalproblemen op de voorgrond
18
Q

Nosologische diagnose

A
  • Diagnostiek gericht op het type dementie
    • Eventuele medicatie, andere vorm van zorg leveren
19
Q

Dementie risicofactoren

A
  • Leeftijd
    • Te weinig bewegen
    • Diabetes
    • Overgewicht
    • Hoge bloeddruk op middelbare leeftijd
    • Roken
    • Depressie
    • Geestelijke inactiviteit