HC 27 Urodynamisch onderzoek Flashcards
1
Q
Blaaswanden
A
- Slijmlaag
- Bindweefsel laag
- Blaasspier: m. detrusor
2
Q
Vullingsfase
A
- M. detrusor ontspannen
- Blaashals gesloten
- Urethrale sfincter aangespannen
3
Q
Mictiefase
A
- M. detrusor contraheert
- Blaashals open
- Urethrale sfincter ontspannen
4
Q
Beoordeling uroflowmetrie
A
- Maximale flow rate (Qmax)
- Uitplast volume
- Vorm van de curve
- Hesitatie
- Residu: achtergebleven plas
5
Q
Invasief met slangen
A
- Blaasdruk = buikdruk + detrusordruk
- Slang in de blaas: blaasdruk
- Slang in de rectum: druk in de rectum als (= buikdruk)
6
Q
Stress incontinentie
A
ongewilde urineverlies bij buikdrukverhoging (hoesten, niezen, lachen, inspanning, etc.)
7
Q
Detrusoractiviteit
A
ongewilde detrusor tijdens de vullingsfase
8
Q
Lage compliantie
A
abnormaal snelle toename van de detrusordruk bij toenemend blaasvolume (stugge blaas)
9
Q
Obstructie
A
er is abnormaal hoge detrusordruk nodig om een bepaalde flow rate te realiseren (de urethrale weerstand is abnormaal hoog)
10
Q
Blaascontractiekracht
A
het vermogen van de blaas om druk op te bouwen of flow te genereren
11
Q
Beoordeling vullingsfase
A
- Blaascapaciteit
- Detrusoroveractiviteit
- Compliance
- Incontinentie
- Aandranggevoel: gevoel dat je moet plassen
12
Q
Beoordeling mictiefase
A
- Relaxatie van de bekkenbodem
- Urethrale weerstand
- Blaascontractiekracht
- Buikpers residu