HC 1 Ontwikkeling placenta Flashcards
1
Q
Placenta
A
- Moederkoek: volledig weefsel van de embryo
- Functie:
o Voedsel opname
o Afval verwijdering
o Gas uitwisseling/respiratie
o Hormoon productie: zorgen o.a. voor uitwisseling van gassen - Verstoring:
o Afwijkende groei foetus (te klein of te groot)
o Vroegtijdige loslating placenta
o Verkeerde positie placenta
o Zwangerschapshypertensie waaronder
Pre-eclampsie: eiwitten in urine; evt. insulten)
HELLIP syndroom: afbraak rode bloedcellen, verhoogde lever enzymen en klein aantal bloedplaatjes
2
Q
Vrouwelijk geslachtsorgaan
A
- Uterus: baarmoeder
- Tuba uterina: eileider
- Ovarium: eierstok
- Peritoneum
- Vagina
- Endometrium: baarmoederslijmvlies
3
Q
Zona pellucida
A
- Beschermend omhulsel om de eicel
- Stimulatie van sperma penetratie in de eicel
- Barrière om meerdere sperma te voorkomen
4
Q
Navelstreng
A
- Eerst bestaan ze uit 2 arteriën en venen
- Daarna 2 arteriën en 1 vene
5
Q
Barrièrefunctie placenta
A
- Diffusie (passief): O2, CO2, Na, K, ureum, bilirubine, vetzuren
- Actieve doorlaatbaarheid: aminozuren, eiwitten, vitamines, Ca en IgG
- Impermeabel voor meeste micro-organismen en IgM en IgS
- Permeabel voor: virussen van de moeder gekregen
6
Q
Endocriene functie van placenta
A
- Humaan choriongonadotrofine (HCG)
o Luteotroop
o Stimulatie placentaire progesteronproductie - Humaan placentair lactogeen (HPL)
o Lactotroop
o Eyrtropoetisch - Progesteron
o Myometrium relaxatie : niet vroegtijdig samentrekken
o Lokale Immuunsuppressie: niet bij alle lichaamsvreemde stoffen Immuunsuppressie activeren - Oestrogeen
o Stimulatie placentaire progesteronproductie
o Verhoogt uterine doorbloeding
o Betrokken bij initiatie van de baring