HC 14 Het vergrote ovarium Flashcards
1
Q
Het normale ovarium
A
- Het ovarium (de eierstok) zit vast aan de baarmoeder met een ligament en aan de zijkant van de bekkenwand.
- Doorsnede van het ovarium is 2-4 cm.
- De functie van een eierstok:
o Opslag van eicellen
o Productie van hormonen van belang voor de cyclus
o Oestrogeen, na de overgang neemt deze hoeveelheid enorm af
o Progesteron
2
Q
Gynaecologische zwelling: ovarieel
A
- Anamnese
o Acute/of juist sluimerende buikpijn
o Pre- of postmenopauzaal (= overgang) - Differentiaaldiagnose
o Steeldraai/torsie
o Benigne: dermoid, endometrioom, cystadenoom
o Maligne: borderline, ovariumcarcinoom
3
Q
Benigne adnextumorensoorten
A
- goedaardige tumoren in de adnex (= ovarium en tubae)
- Functionele cyste
- Endometrioom
- Cystadenoom (sereus (vocht)/mucineus (gelei))
- Matuur teratoom (dermoid/wondercyste)
4
Q
Functionele cyste
A
- Folliculair (gestoorde ovulatie)
- Luteinecyste (geen regressie, komt uit het corpus luteum)
- Uniloculair (betekent dat het 1 cyste is)
- Verdwijnt meestal binnen 6-8 weken
5
Q
Endometrioom
A
- Endometrium = baarmoederslijmvlies
- Woekering van endometriose buiten de baarmoeder (extra-uterien)
o Bloed hoopt zich op buiten de baarmoeder - Dysmenorroe (pijnlijke menstruatie)
- 1:7 vrouwen hebben een endometrioom
- ‘chocoladecyste’: omdat bloed niet weg kan wordt het bloed bruin doordat ijzer oxideert
- Subfertiliteit = verminderde vruchtbaarheid
- Vaak wel behandeling nodig
6
Q
Cystadenoom (sereus (vocht)/mucineus (gelei))
A
- Merendeel is dit, omdat de cellen uit het plaveiselepitheel vocht/gelei aanmaken en dit
ophoopt - Gladwandig en goed doorbloed
- Echografisch ‘goedaardig’
7
Q
Matuur teratoom (dermoid/wondercyste)
A
- Wondercyste omdat de cellen alle vormen kunnen aannemen, ontstaat in de kiembladen in
het ovarium. Voornamelijk ectoderm.
o Voornamelijk talg, haren, huidweefsel vorming - Goedaardig
- Dit zijn geen kinderen, maar deels kloning van jezelf
- Geeft snel torsie
o Torsie = draaiing (steeldraai)
o Snel een torsie doordat er geen slijm/vocht maar huidweefsel, vet, bot in zit. Hierdoor is hij zwaar en kan hij draaien om zijn as.
o Zorgt voor acute pijn
o Bij jonge vrouwen is het zeer belangrijk om snel hierop te reageren, omdat hun
fertiliteit heel snel verslechterd kan worden door een steeldraai. (Cave = let op!) - Talg kan peritonitis geven
o Peritonitis = prikkeling van je buikvlies
8
Q
Benigne versus maligne ovariumtumor
A
- Benigne ‘respecteert’ grenzen
- Maligne grenzenloos: door andere cellagen heen
- (uitzondering endometriose)
9
Q
Ovariumcarcinoom
A
- Incidentie 1500 per jaar met 1100 sterfte
- Piek rond 60e levensjaar
- 5-10% mutaties BRCA1 of BRCA2
- Vrouwen met weinig ovulatie zijn beschermend
o Pil, hoog kindertal, borstvoeding
o Ovuleren zorgt voor meer kans op een ovariumcarcinoom omdat bij het springen van een follikel het epitheel opengaat. Er ontstaat dus schade/wondje die vervolgens wel weer herstelt. Hoe vaker je zo’n wondje maakt hoe meer schade er is aan het ovarium. Dit herstelt wel, maar herstellende cellen delen en daar is meer kans om een fout te maken.
o Bij IVF is er superovulatie, wat zorgt voor meer schade aan het ovarium omdat er meer eicellen gaan springen.
o Het verwijderen van de eileiders na kinderwens, zou kunnen zorgen voor verminderde kans op eierstokkanker - Silent killer
o Laat stadium ontdekt
o Vroege en massale metastasering
o Stadiëring van belang - Aspecifieke klachten –> moeilijk detecteerbaar
o Malaise, anorexie
o Gastro-intestinale klachten
o Opgezette buik
o Mictieklachten - Geen specifieke markers voor tumor detectie (alleen CA-125 maar is aspecifiek)
10
Q
Onderverdeling van de ovariumtumoren
A
- Borderline tumoren (geen voorstadium ovariumca): gaat zich niet als ovariumcarcinoom gedragen, maar gaat wel uit van het epitheel.
Het is niet een maligne tumor. Behandeling is alleen maar operatief, cyste en eierstok verwijderen
zorgt voor ‘volledige’ genezing. - Epitheliaal ovariumcarcinoom (80%): heeft een veel slechtere genezing dan de borderline tumor, naast operatie is vaak ook chemo nodig.
- Niet-epitheliale tumoren
- Metastase van andere tumoren naar het ovarium
11
Q
FIGO-stadiering ovariumcarcinoom
A
Heel vaak wordt het ovariumcarcinoom pas ontdekt in stadium 3, waardoor de overlevingskans sterk verlaagd is
12
Q
Behandeling – meestal laparotomie noodzakelijk
A
- Laparotomie: operatie waarbij het abdomen geopend wordt via een incisie in de buikwand.
- Rationale chirurgische debulking: volume van de tumor reduceren door de bulk te verwijderen
o Rationale = de gedachtegang/achterliggende redenen om dit bij deze tumorsoort te doen
o Dit zorgt voor beter aanslaan van de chemotherapie - Intervaldebulking: als rationele chirurgische debulking niet werkt, afwisselend chemo en operatie
o Chemo voor- en achteraf de operatie
13
Q
Diagnose van ovariumcarcinoom
A
- Risk of Malignancy index (RMI)
o RMI > 200 is suspect - X-thorax en CT thorax/abdomen
- Pleuravocht, ascites (vocht in de buik), peritoneale deposities (stukjes weefsel op verkeerde plekken in de buik (kanker))
- Echter intuïtie is veel accurater dan RMI