HC 20 Prostaat Flashcards
1
Q
Prostaat
A
- Produceren van prostaatvocht
- Beschermt en voedt zaadcellen
- PSA: enzymen in het vocht die sperma vloeibaar maakt
- Reguleren van de urinestroom
2
Q
Ziekte van de prostaat
A
- Ontsteking (prostatitis)
- Goedaardige vergroting (benigne prostaathyperplasie; BPH)
- Prostaatkanker (prostaatcarcinoom, adenocarcinoom van de prostaat)
- Bovenstaande ziektes hebben een verhoogde PSA in het bloed
3
Q
Prostatitis
A
- Oorzaak: meestal bacteriële infectie (blaasontsteking= cystitis; plasbuisontsteking = urethritis)
- Symptomen:
o Algemeen: koorts
o Specifiek: vaak plassen, pijn bij plassen - Diagnose:
o Luisteren naar de patiënt
o Rectaal toucher: via de anus aan de prostaat voelen (verharding?)
Pijnlijk voor de patiënt
o Lab onderzoek: urine (leucocyturie, nitriet en urinekweek) - Behandeling:
o Antibiotica (op geleide van de kweek) 2 weken
o Oorzaak behandelen: blaassteen, BPH, divertikel
4
Q
BPH (benigne prostaathyperplasie)
A
- Oorzaak: onbekend; (Testosteron wel nodig)
- Epidemiologie: vanaf 6e decade plasklachten
- Kan groeien tot een sinaasappel
- Symptomen:
o Eerst: langzamer, vaker, ‘s nachts, aandrang, residugevoel
o Later: retentie, blaasinfectie, hematurie (bloed plassen) - Diagnose = symptomencomplex, IPSS, ML (klachten), + rectaal toucher (anatomie), uroflow, UDO
- Behandeling: functioneel en anatomisch
o Medicamenteus
ontspant het gladde spierweefsel van de blaashals-sluitspier (bv: tamsulosine = Alpha-blokker)
Laat de prostaat slinken (door het effectieve testosteron te verminderen, een 5-alpha-reductase remmer (5-ARR) : remt omzetting van testosteron in DHT bv: finasteride, dutasteride
o Operatief
Meestal: Transurethrale resectie van de prostaat (TURP)
Soms: Prostatectomie = verwijderen van het klierweefsel van de prostaat
5
Q
Testosteron als conditie voor de groei van de prostaatcel
A
- Testosteron uit teelbal en bijnier
- Gaat cel binnen en wordt omgezet tot dihydrotestosteron = DHT
- Hetgeen zich bindt aan de Androgeen Receptor
- Zodat deze AR in duplo in de celkern zorgt dat het DNA afgelezen wordt
6
Q
Uroflow
A
- niet-invasieve test die urinestroom meet tijdens het plassen
- Speciale meetcontainer die verbonden met een uroflowmeter
- Uroflowmeter registreert de snelheid en hoeveelheid van urine
- Identificatie: vernauwde plasbuis, prostaatvergroting (houdt de ureter tegen)
7
Q
Uro dynamische onderzoek (UDO)
A
- invasieve test om de druk- en vloeistofdynamiek in de urinewegen te beoordelen
- Inbrengen van katheters om drukken en functie te meten
- Gebruikt bij complexe urinewegproblemen en neurologische aandoeningen
- Uroflow is makkelijk, maar UDO is gedetailleerder
- Obstructie door de prostaat of dysfunctie van de blaas? –> UDO gebruiken
8
Q
IPSS (internationale prostaat symptoom score
A
- Vragenlijst v=op basis van de klachten die ze hebben
- Maximaal 35 punten
9
Q
Mictielijst
A
- Bijhouden van hoeveelheid plas en drinken
- Nycturie: s ’nachts herhaaldelijk moeten plassen
o Cardiale oorzaken:
Hartfalen: Een verminderde pompfunctie van het hart kan leiden tot vochtophoping in de benen overdag, die ‘s nachts naar de nieren wordt teruggevoerd, wat resulteert in verhoogde urineproductie en nycturie.
Hoge bloeddruk (hypertensie): Ongecontroleerde hypertensie kan de nierfunctie beïnvloeden, waardoor ‘s nachts overtollig vocht wordt uitgescheiden en nycturie ontstaat.
o Urologische oorzaken:
Urineweginfectie: Een infectie van de urinewegen kan irritatie en frequent urineren veroorzaken, wat ‘s nachts kan leiden tot nycturie.
Goedaardige prostaathyperplasie (BPH): Een vergrote prostaat kan de urinestroom belemmeren en frequent urineren, inclusief ‘s nachts, veroorzaken.
Overactieve blaas: Een blaas die abnormaal snel samentrekt en het plasproces verstoort, kan resulteren in nycturie. - Poliurie: overmatig urineren, waarbij een persoon meer urine produceert dan normaal
- Pollakisurie: frequent urineren in kleine hoeveelheden. Het betekent dat een persoon vaker moet plassen dan normaal, maar elke keer slechts een kleine hoeveelheid urine produceert
10
Q
Behandelingen BPH
A
- Verblijfskatheter
o TURP (transurethrale resectie van de prostaat): vis de plasbuis in de prostaat overtollig prostaatweefsel om urinestroom te verbeteren
Als pillen niet werken: meestal TURP, soms een buikoperatie
o Suprapubisch: via de buikwand in de blaas geplaatst om urine af te voeren - Intermitterende katheter: tijdelijk
- Prostatectomie (retropubische adenoom verwijdering volgens Millin): verwijdering van geheel prostaatklier of gedeeltelijk
11
Q
Prostaatkanker
A
- Prostaatkanker is de meest voorkomende kwaadaardigheid bij mannen in westerse landen
- Incidentie neemt toe met de leeftijd (door vergrijzing)
- 10% overlijdt aan prostaatkanker
- Veel mensen leven met prostaatkanker zonder dat ze last hebben
- Diagnostiek van prostaatkanker:
o DRE (prostaatvolume en aspect) + PSA geeft aanleiding tot prostaatbiopt
o Transrectale ultrasonografie (TRUS): gedetailleerde beelden van de prostaatklier
Gouden standaard
o Prostaat naaldbiopten: sextantbioptie
12
Q
Diagnostiek van prostaatkanker
A
- DRE (prostaatvolume en aspect) + PSA geeft aanleiding tot prostaatbiopt
- Transrectale ultrasonografie (TRUS): gedetailleerde beelden van de prostaatklier
o Gouden standaard
Prostaat naaldbiopten: sextantbioptie
13
Q
Bepaling van de prostaatkanker diagnostiek
A
- Gleason-gradering: meet agressiviteit en prognose (gradering 1-5)
- Tumor node meta (TNM): voor vergelijking en prognose
- SWOP: kans op prostaatkanker a.d.h.v. DRE, TRUS en PSA
14
Q
Behandelingsopties prostaatcarcinoom
A
- Laag risico (op uitzaaiing en overlijden): 6, T1-2 N0M0 PSA 10
o Active surveillance - Intermediair en hoog risico: gleason 7 T1-2
o Radicale prostatectomie
o Radiotherapie
o Brachytherapie
o Uitwendige radiotherapie - Gemetastaseerd hormoon-naïef: gleason 8-10, T2-3 PSA>20
o Endocriene therapie = hormonale therapie: onderdrukt testosteron - Gemetastaseerd hormoon resistent (castratie resistent)
o Chemotherapie
o Alternatieve androgeen blokkade
15
Q
Active surveillance: doel
A
- Stelt invasieve behandeling met bijwerkingen (impotentie, incontinentie) uit
- Bevordert kwaliteit van leven
- Voorkomt onnodige behandeling
- Kan alleen bij mannen die ook een invasieve behandeling kunnen ondergaan
- Actief volgen van patiënten met laag risico kanker, maar meteen ingrijpen als er tekenen zijn van hoger risico
- Patiënten met prostaatkanker overleven 10 jaar en daarna gaan ze allemaal dood