HC 13 Laparoscopie Flashcards
1
Q
Laproscopie
A
- kijkoperatie
- Moeilijker dan gewoon opereren
- Duurder, want het duurt langer en je gebruikt weggooi materiaal
- Goedkoper voor de maatschappij, want iemand hoeft minder lang te herstellen
- Veel minder bloedverlies
- Minder complicaties: wondinfecties, ileus
- Kortere ziekenhuisopname
2
Q
benodigheden laproscopie
A
- Toegangspoorten, sneetjes
- Goed zicht
- Open houden van de ruimte door opblazen
- Operatie-instrumenten
- Geoefende chirurg
- Anesthesie
3
Q
Procedure laproscopie
A
- Een voorkeur voor een heel klein sneetje
- Vervolgens stop je er een soort poort in met een ballonnetje wat ervoor zorgt dat het gaatje luchtdicht is.
- De veress naald is niet veilig omdat je niet ziet waar je prikt. Hiermee prik je “blind” en laat je lucht in stromen.
- Voor het opblazen van de omgeving waarin gewerkt wordt gebruik je CO2. Stikstofdioxide (NO2) lost niet op in vloeistof, dus een luchtbelletje hiervan zou een afsluiting van een klein vaatje kunnen veroorzaken. Pure zuurstof is gevaarlijk met de elektrische mesjes die gebruikt worden.
- CO2 is kleurloos en onbrandbaar
- De poorten zijn helemaal van metaal (zowel binnen als buiten de buik). Metaal wordt gebruikt omdat er gebruik gemaakt wordt van elektrische instrumenten. De metalen poorten hebben een groot contact met de buikwand, waardoor de condensator niet door kan zetten.
Het gevaar van een poort inbrengen is dat je uit kan schieten en structuren kapot kan maken.
Goed zicht krijgen tijdens de operatie wordt gedaan met een laparoscoop. Dit is een buis met allemaal lenzen eraan. Op de scoop kan je een camera zetten zodat je op beeld kan zien wat je aan het doen bent. - Als een scoop lang gebruikt wordt verslechteren de lenzen en ontstaat er een vergeling van het beeld. Tegenwoordig bestaan er chip-on-the-tip camera’s. Deze geven een helder beeld en gaan heel lang mee, omdat er geen lenzen in zitten die kunnen verouderen.
- Een lens heeft een bepaalde scherpte-diepte, dus je kan niet zowel dichtbij als veraf even
scherp zien. - Een chip-on-the-tip camera is op elke afstand scherp, wat een beter beeld geeft.
4
Q
Monopolair
A
- Gebruikt een actieve elektrode en een passieve elektrode.
- Stroom vormt een complete lus door het lichaam van de patiënt.
- Diepere weefseleffect, maar kan leiden tot verspreiding van elektrische energie.
5
Q
Bipolair
A
- Gebruikt een actieve elektrode en een retourelektrode op het chirurgische instrument.
- Stroom beperkt zich tot het gebied tussen de twee elektroden.
- Minder verspreiding van elektrische energie, mogelijk minder weefselschade.
