H7: Cognitieve gedragstherapie Flashcards
Beschrijf het gedragstherapeutische component van CGT
Veranderen gedrag. Cliënt leert om met beter en meer passend gedrag te reageren.
vb. wie geneigd is om situaties te mijden uit angst, ziet angst aanvankelijk dalen maar het vermijden houdt de angst in stand
Beschrijf de cognitieve component van CGT
Invloed van gedachten. Disfunctionele cognities zorgen voor ongewenste gevoelens en ongewenst gedrag. Cliënt leert hoe die disfunctionele gedachten en overtuigingen kan identificeren, evalueren en veranderen.
vb. wie belangrijke levensgebeurtenissen negatief interpreteert, wordt en blijft gemakkelijker angstig, somber of geïrriteerd
Geef definitie van CGT
Nadruk op samenwerking tussen Gedachten, Gevoelens en Gedrag (GGG) benadrukken en negatieve gevoelens en ongewenst gedrag willen veranderen
Noem 3 kenmerken van de leertheorie
- Ongewenst gedrag is aangeleerd.
- Klassieke conditionering = S-R leren. Extinctie.
- Operante conditionering = leren door gevolgen van gedrag. Bekrachtiging, bestraffen of uitdoven
Uit welk kritiek ontstond gedragstherapie?
Kritiek op voor psychoanalyse. Eysenck.
Hoe ontstond de cognitieve revolutie?
Ondanks succes gedragstherapie –> kritiek op puur gedragsmatig alternatief voor psychoanalyse –> mentale processen (gedachten, opvattingen, interpretaties) werden volledig buiten beschouwing gelaten.
BECK en Ellis grondleggers
Beschrijf Beck’s cognitieve theorie
Psychisch lijden ontstaat niet door wat iemand meemaakt maar de manier waarop iemand DENKT over de dingen die die meemaakt.
4 niveau’s cognities
Noem de 4 cognitie niveaus van Beck
- Basisassumpties (schema’s)
- Conditionele assumpties
- Strategische ideeën
- Automatische gedachten
Wat zijn basisassumpties (schema’s)?
Opvattingen die iedereen heeft over zichzelf, anderen en de wereld (impliciet).
Fundament van opvattingen
vb. Ik ben minderwaardig; mensen zijn niet te vertrouwen
Wat zijn conditionele assumpties?
Opvattingen over oorzaak-gevolg relaties
vb. Als ik mijn mening geef zullen ze me belachelijk vinden
Wat zijn strategische ideeën?
Opvattingen over hoe gevaren het beste het hoofd te bieden en goede dingen te bereiken. Staan op grensvlak van opvattingen en gedrag. LEEFREGELS.
vb. Ruzie vermijden door in te stemmen
Wat zijn automatische gedachten?
- Meest toegankelijke niveau. Automatisch naar bewustzijn.
- Resultaat van infoverwerking die op schema’s werd gebaseerd.
- Bewust door iemands hoofd.
- Samen met emoties en gedrag –> aanwijzingen over welke (automatische) interpretaties iemand maakt en wat de inhoud is van onderliggende schema’s
vb. Het is verschrikkelijk als er ingebroken wordt, ik moet de deur controleren.
Hoe ontstaat psychopathologie volgens de cognitieve theorie?
- Door problemen in informatieverwerking: bepaalde basisschema’s HYPERACTIEF (hypervalentie)–> domineren infoverwerking –> vertekening interpretatie.
vb. Bij depressie gaan schema’s om verlies overheersen, de depressieve persoon gaat allerlei gebeurtenissen op een dusdanige manier interpreteren dat ze steeds weer een nieuw verlies gaan betekenen, waardoor de problemen in stand worden gehouden.
Hoe manifesteert hypervalentie van schema’s zich?
Via de automatische gedachten.
Automatische gedachten zijn dus niet de OORZAAK van problemen (werd vroeger gedacht) maar PRODUCT VAN onderliggende SCHEMA’S.
Opsporen automatische gedachten –> komen tot basisschema’s –> alternatieve opvattingen vinden die meer functioneel zijn en zorgen voor een beter begrip van de ervaringen waarmee iemand geconfronteerd wordt. buiten –> binnen
Beschrijf het doel van CT
Hypervalentie basisschema’s of basisschema’s zelf veranderen.
Moeilijk want: infoverwerking is bij lang bestaande schema’s al dusdanig GEAUTOMATISEERD: confirmation bias (alleen aandacht voor info die schema bevestigt)
Wat zijn hot cognitions?
Opvattingen die nauw verbonden zijn met. sterke emoties en disfunctionele gedragingen
Noem de 4 G’s
Gebeurtenissen
Gevoelens
Gedachten
Gedrag
Essentie van CGT!
Maakt niet uit bij welke G je begint want beïnvloeden elkaar
Noem de 9 basisprincipes van CGT
CGT..
1. Is PROBLEEMGEORIENTEERD en nadruk op HEDEN. Weinig focus kindertijd.
2. KORTDUREND en AFGEBAKEND. 10-20 sessies
3. Benadrukt samenwerking cliënt en therapeut.
4. Vraagt ACTIEVE HOUDING. Huiswerk.
5. GESTRUCTUREERD en geprotocolleerd. Verschillen voor aard problematiek
6. Ziet REGISTRATIE als ESSENTIEEL onderdeel vd behandeling.
7. Leert de cliënt hoe deze zijn EIGEN THERAPEUT kan ZIJN. Didactisch accent.
8. Expliciete nadruk op TERUGVALPREVENTIE
9. Psychopathologie als EXTREME VORM NORMAAL GEDRAG.
Noem 4 kenmerken van CGT registratie als essentieel onderdeel vd behandeling
- –> inzicht in denk- en gedragspatronen
- Opschrijven = beter opgeslagen in geheugen
- Draagt bij aan automatiseren van geleerde technieken
- Cliënt heeft aan eind van therapie een naslagwerk
bv. bijhouden dagboekformulieren en coping cards
Wat zijn coping cards?
Kaartjes met belangrijke conclusies van de therapie. Voor cliënt om regelmatig te bekijken
Noem 3 onderdelen van het belang tussen cliënt en therapeut samenwerking bij CGT
- Balans AUTONOMIE (vb cliënt vooral gesprek laten voeren en materiaal aandragen) en STRUCTUUR (therapeut is bv directief, neemt initiatieven, stelt huiswerk voor)
vb. typisch beeld therapiezitting: cliënt en therapeut naast elkaar zittend, samen gebogen over dagboekformulieren - Balans EMPATHIE en DISTANTIE (afstand van zienswijze; slechts 1 vd mogelijke interpretaties, maar therapeut is niet afstandelijk zoals vaak gedacht!)
- CGT onderscheidt zich van andere stromingen door WERKRELATIE niet op te vatten als een proces dat verandering faciliteert, maar als een SITUATIONELE VOORWAARDE voor op gang brengen van LEERPROCES
Noem 3 categorieën vragenlijsten en tests voor CGT
- Gevoelens en gedrag: PANAS; PES
- Disfunctionele automatische gedachten en opvattingen: DAS-A, IBT, RBI, GCL-50, YSQ-3
- Infoverwerkingsprocessen: Geheugentaak, personages in filmfragmenten beoordelen, confirmation bias en emotional reasoning met computertaken (weinig in praktijk)
Noem een voordeel van een gestructureerd dagboek
In kaart brengen onder welke omstandigheden het probleem optreedt en welke gedachten daarmee samenhangen –> belangrijke verbanden aan het licht brengen tussen factoren die het probleem uitlokken en bekrachrigen.
Gedragsregistratie met telapparaten is ook zinvol bij gedrag dat hoogfrequent is, bv tics en obsessies
Geef de definitie van probleemanalyse
- Zorgvuldige analyse van de probleemgebieden
- Belangrijk om een behandelplan te maken
=/ diagnose stellen!!
vb. Twee pt hebben dezelfde DSM-diagnose, maar alsnog kan probleemanalyse laten blijken dat de ene meer baat heeft bij methode A en andere meer bijB