H12. Dissociatieve stoornissen Flashcards
Noem 4 redenen waarom dissociatieve stoornissen moeilijk te diagnosticeren zijn
- Hoge comorbiditeit. Aanmelden vanwege andere klachten
- Symptomen niet spontaan gerapporteerd (oa door angst en schaamte)
- Onderbelicht in opleidingen
- Verschillende opvattingen dissociatie
Hoe is dissociatie gerelateerd aan trauma?
- Dissociatie is ESSENTIE trauma: uiteenvallen vd persoonlijkheid tijdens en na traumatische ervaring
- “Breekpunt” als metafoor
- Bewezen in empirische literatuur
Noem 2 redenen waarom “breekpunt” een passender metafoor voor dergelijke ervaringen is dan trauma
- Wijst naar ontstaan en voortbestaan fragmentatie of dissociatie van de persoonlijkheid
- Verwijs naar visie dat alle traumagerelateerde stoornissen dissociatief van aard zijn
Welke 5 dissociatieve stoornissen onderscheidt DSM-5?
- DIS: dissociatieve identiteitsstoornis
- Dissociatieve amnesie
- Depersonalisatie-/derealisatiestoornis
- Andere gespecificeerde dissociatie stoornis (AGDS)
- Ongespecificeerde dissociatieve stoornis
Noem 8 aspecten waar bij dissociatieve stoornissen discontinuiteit ontstaat
Verstoring en/of discontinuiteit in de normale integratie van
- Bewustzijn
- Geheugen
- Identiteit
- Emotie
- Perceptie
- Lichaamsbeleving
- Motorische controle
- Gedrag
Diss symp kunnen IEDER GEBIED van psychisch functioneren VERSTOREN
Beredeneer waarom PTSS in weze een dissociatieve stoornis is
Vanuit de theorie van structurele dissociatie van de persoonlijkheid wordt gezien dat zowel acute stresstoornis als PTSS dissociatieve symptomen bevatten (anmnesie, flashbacks, gevoelloosheid en depersonalisatie/derealisatie).
Waarom is classificatie van dissociatieve stoornissen in DSM-5 arbitrair?
In ICD-10 sommige Somatoforme stoornissen geclassificeerd onder dissociatieve stoornissen. In DSM-5 na elkaar
Beschrijf de prevalentie van dissociatieve stoornissen
- Lifetime, algemene bevolking: 1.7 - 18%; van DIS: 1.1 - 3.1%
- Psychiatrische pt: 4.8 - 21% en DIS 1.2 - 7%
Noem 3 kenmerken van DIS
- Fragmentatie van identiteit (>/2 persoonlijkheidstoestanden, of ‘bezetendheid’)
- Aanvankelijk fobie voor dissociatieve delen van ph en moeilijk over praten
- Hoge comorbiditeit: depressie, angst, zelfbeschadiging, middelengebruik, eetstoornissen, niet-epileptische aanval en PTSS-klachten
Noem 5 symptomen van DIS
- Herhaalde lacunes in de herinnering van alledaagse gebeurtenissen, pers info en/of trauma, anders dan gewoon vergeten
- Out of body experience
- Stemmen horen binnen en buiten hoofd
- Sterk wisselende gedachten, wensen, emoties, impulsen die als egodystoon ervaren worden
- Geen contact met eigen lichaam of verstoorde waarneming
Wat is dissociatieve amnesie?
- Amnesie gekenmerkt door onvermogen om zich belangrijke AUTOBIOGRAFISCHE info te herinneren, vooral trauma of stresvolle aard, anders dan gewoon vergeten.
- Belangrijk om DIS en AGDS uit te sluiten
Wat is depersonalisatie-/derealisatiestoornis
Persosteremde/herhaalde gevoelens van vervreemding van zichzelf (depersonalisate/derealisatie of beide. Ook vaak als sympt bij andere stoornissen
Wat is depersonalisatie?
Vervreemding van zichzelf
Wat is derealisatie?
Vervreemding van omgeving
Wat is andere gespecificeerde dissociatie stoornis (AGDS)?
- Voorheen dissociatieve stoornis niet anderszins omschreven (DSNAO)
- Klachten die niet voldoen aan criteria voor een specifieke dissociatieve stoornis
- ‘rest categorie’
Wat is ongespecificeerde dissociatieve stoornis?
Als clinicus de reden niet specificeert
vb. obv onvoldoende info
Hoe ontstaan onder- en overdiganosticering van dissociatieve stoornissen?
Onduidelijkheid over wat nu wel en niet onder dissociatie valt.
Vooral bij DIS en AGDS
Wat is de dissociative experience scale (DES)
- self-report questionnaire voor dissociatieve symp
- Gaat uit van continuum
- Twijfel over continuum model
Waarom wordt het continuummodel bij dissociatieve symp in twijfel getrokken?
Duidelijk onderscheid tussen
1) dissociatieve verschijnselen die meetal traumagerelateerd zijn en duiden op OPDELING van PERSOONLIJKHEID en
2) andere vormen van BEWUSTZIJNSsveranderingen, zoals dagdromen, highway-trace.. Verwijding/vernauwing bewustzijn.
Noem 4 categorieën voor pathologische dissociatieve symptomen
- Positieve
- Negatieve
- Psychoforme (cogn-emotionele)
- Somatoforme (sensorimotorische)
Beschrijf positieve dissociatieve symptomen
Tijdelijke intrusieverschijnselen, uit een of meer dissociatieve delen, komen en gaan.
vb horen van stemmen, ervaren misselijkheid of pijn
Beschrijf negatieve dissociatieve symptomen
Afwezigheid of verlies van functies die theoretisch aanwezig zouden moeten zijn
Hoe kunnen onjuiste diagnosen voorkomen worden?
Onderscheid maken tussen dissociatieve symptomen en overige bewustzijnsveranderingen, dmv goed vragen naar kwaliteit & betekenis van symptomen.
Verwarring bij DIS vooral bij mensen met PH, vooral borderline
Bij welke 6 groepen patienten is screening van dissociatieve symptomen raadzaam?
- Voorgeschiedenis chronische, EARLY LIFE TRAUMA
- SOMATISCH onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK)
- Stemmen horen
- Wisselende somatische of psychische klachten
- TRAUMA- of stressgerelateerde problematiek
- Die niet goed reageren op behandeling (mn angst- en stemmingsstoornissen, eetstoornissen, PH- en somatisatie stoornissen)