H10.3 klinische stoornissen in kalium balans Flashcards
waar op de nier zijn de sensoren voor kalium te vinden?
waar zorgen ze voor bij een toegenomen [K]?
- bijnier –> afgifte aldosteron –> Na reabsorptie en K secretie (kaliurese)
- de nier zelf –> natriurese (en dus meer K secretie)
wat gebeurt er als de [K] omhoog gaat op gemerkt door de DT?
–> DT merkt hoge [K] op
–> NCC op DT wordt gesloten zodat er meer Na verder in het nefron en CD gaat
–> hogere [K] verder in DT –> eNaC en ROMK kanalen zorgen voor Na reabsorptie en K secretie
wat is de normaalwaarde voor kalium?
wanneer heb je een hyperkaliemie en wanneer hypokaliemie? (klinische verschijnselen)
- normaal: 3,5 - 5,1
- hyperkaliemie: >7,0
- hypokaliemie: <2,5
wat zijn de symptomen bij hypo- en hyperkaliemie?
- hypokaliemie:
–> spierzwakte-paralyse
–> ECG verandering en aritmiën
–> effecten op de nier - hyperkaliemie:
–> spierzwakte-paralyse
–> ECG verandering en aritmiën
–> urine acidififactie
hoe ontstaan de symptomen bij hypokaliemie?
hyperpolarisatie van rustpotentiaal
–> grotere stimulus nodig voor depolarisatie
hoe ontstaan de symptomen bij hyperkaliemie?
depolarisatie
–> eerst activatie en daarna remming van voltage gevoelige na kanalen
–> k kanalen openen
–> cellen worden refractair
wat zijn de oorzaken van hypokaliemie?
- translocatie (shift) –> k gaat in cel
- gastrointestinaal kalium verlies –> ontlasting
- urine kalium verlies (meestal)
welke 3 stoffen hebben invloed om de na/k ATPase activiteit?
wat gebeurt er met de concentraties k en na bij stimulatie ervan?
- aldosteron
- insuline
- catecholamines
–> kalium wordt actief in de cel getransporteerd en natrium uit de cel
hoe kan het distale natrium aanbod in de nefron worden verhoogd?
wat is het gevolg hiervan?
- lis- en thiazidediuretica (BD verlagend, zelfde werking als je K eet)
–> zorgt voor stijging aldosteron - tubulopathie –> zieke tubulus
–> meer kaliumsecretie –> hypokaliemie
hoe zorgt te weinig magnesium voor hypokaliemie?
magnesium is belangrijk voor ROMK kanaal, waardoor k de cel uitlekt
waar moet je aan denken bij hypokaliemie + hypertensie?
aldosteron (achtig) effect
wat zijn de 3 aldosteron (achtige) effecten?
- primair hyperaldosteronisme
–> komt meeste voor - secundair hyperalsodsteronisme
- pseudohyperalsodsteronisme
primair hyperalsodsteronisme
- verlaagde plasma renine en verhoogd aldos
- overproductie bijnieren
secundaire hyperaldosteronisme
- verhoogde plasma renine en aldos
- nierarteriestenose
–> nier denkt is te lage bd - fibromusculaire dysplasie (ziekte waarbij aneurysma kan ontstaan)
pseudohyperaldosteronisme
- verlaagde renine en aldo
- glycyrrinezuur in drop
- hypercortisol
wat zijn de behandelingen bij hypokaliemie?
- oorzaak wegnemen
–> kaliuretische med.
–> hypomagnesiemie - kaliumsparende diuretica/MR blokkers
- kaliumchloride (oraal of intraveneus)
wat zijn de 4 oorzaken bij hyperkaliemie?
- pseudohyperkaliemie
- shift kalium uit de cellen
- minder glom. filtratie
- minder k secretie door nier
hoe ontstaat pseudohyperkaliemie?
- hemolyse –> kapotgaan van RBC waardoor K uit cel stroomt door bloedprikken bijv
- trombo- of leukocytose
–> als ze in hoge concentraties voorkomen zorgen ze voor de uitwisseling van kalium en natrium in het bloedbuisje (kan zorgen voor hypokaliemie of hyperkaliemie)
wanneer vindt er een shift van kalium uit de cellen plaats?
- metabole acidose
- real hemodialyse
wanneer scheidt de nier minder kalium uit?
- volumedepletie
–> afname distaal Na aanbod - remming RAAS
hoe wordt hyperkaliemie behandeld?
- restore (herstellen)
–> Calciumchloride of calciumgluconaat - redistribute (herverdelen)
–> insuline-glucose/natriumbicarbonaat (k de cel in) - remove
–> lisdiuretica (verlies K als patiënt veel volume heeft)
–> infuus (als patiënt weinig volume)
–> herstel diurese (door drain)
–> kaliumbinder (darm neetm minder k op en scheidt meer k uit)
–> dialyse (Als geen nierfunctie)