H1 Systematische Proefmethode 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 hoofdstappen?

A
  1. Uiterlijk
  2. Geur
  3. Smaak
  4. Conclusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke stappen zitten er in Uiterlijk?

A

IK:

  • Intensiteit
  • Kleur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je de kleurintensiteit beoordelen?

A

Licht - gemiddeld - diep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke keuzes heb je voor het beschrijven v/d kleur:

  • Wit (4)
  • Rose (3)
  • Rood (4)
A
  • Wit: groengeel - citroengeel - goudgeel - ambergeel - bruin
  • Rose: roze - zalmroze - oranje
  • Rood: paars - robijnrood - granaatrood - bruinrood - bruin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 4 zaken moet je beschrijven voor de geur van de wijn?

A
  1. Conditie: zuiver / onzuiver (fout in de wijn?)
  2. Intensiteit: licht - gem (-) - gem - gem (+) - sterk
  3. Aromakenmerken: primair, secundair, tertiair
  4. Ontwikkeling: jong - in ontwikkeling - volledig ontwikkeld - vermoeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 9 elementen moet je in smaak beoordelen?

A
  1. Zoetheid
  2. Zuurgehalte
  3. Tannine
  4. Alcohol
  5. Body
  6. Mousse
  7. Smaakintensiteit
  8. Smaakkenmerken
  9. Afdronk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 2 onderdelen moet je benoemen voor de conclusie?

A
  1. Kwaliteitsniveau

2. Mate waarin de wijn op dronk is / bewaarpotentieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 6 opties zijn er voor het kwaliteitsniveau?

A
  1. Fout
  2. Slecht (0/4)
  3. Redelijk (1/4)
  4. Goed (2/4)
  5. Heel goed (3/4)
  6. Voortreffelijk (4/4)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de 4 opties voor mate waarin de wijn op dronk is.

A
  1. Te jong
  2. Op dronk, maar kan nog rijpen
  3. Nu drinken, niet geschikt om te rijpen of om verder te rijpen
  4. Te oud
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 7 smaken kunnen komen van gist (sur lie / autolyse)?

A
  1. Biscuit
  2. Brood
  3. Toast
  4. Gebak
  5. Brioche
  6. Brooddeeg
  7. Kaas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 aroma’s kunnen komen van malo?

A
  1. Boter
  2. Kaas
  3. Room
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eikenhout kan 12 aroma’s veroorzaken. Welke?

A
  1. Vanille
  2. Kruidnagel
  3. Nootnuskaat
  4. Kokos
  5. Butterscotch
  6. Toast
  7. Cederhout
  8. Geschroeid hout
  9. Rook
  10. Chocola
  11. Koffie
  12. Hars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Opzettelijke oxidatie kan 8 aroma’s veroorzaken.

A
  1. Amandel
  2. Marsepein
  3. Hazelnoot
  4. Walnoot
  5. Chocola
  6. Koffie
  7. Toffee
  8. Karamel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor soort aroma’s kunnen duiden op ontwikkeling bij witte wijn.

A
  1. Gedroogde fruit (abrikoos, appel, banaan, enz)

2. Marmelade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 soorten aroma’s kunnen duiden op ontwikkeling bij rode wijn?

A
  1. Gedroogd fruit (vijg, braam, cranberry, enz.)
  2. Gestoofd fruit (bramen, compote, pruim, enz.)
  3. Teer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rijping op fles bij witte wijn kan 9 aroma’s opleveren, benoem deze.

A
  1. Benzine/kerozine
  2. Kaneel
  3. Gember
  4. Nootmuskaat
  5. Toast,
  6. Nootachtig
  7. Paddenstoel
  8. Hooi
  9. Honing
17
Q

Er zijn 8 aroma’s die kunnen duiden op rijping op fles bij rode wijn, benoem deze.

A
  1. Leer
  2. Bosgrond / aarde / natte bladeren
  3. Paddenstoel
  4. Wild / hartig / vlezig
  5. Tabak
  6. Vegetaal (organisch materiaal/humus)
  7. Natte bladeren
  8. Boerenerf