Classificatie & diagnostiek Flashcards
wat is classificeren?
- betekenis
- opdelingen maken van verschijnselen, objecten of processen
- op grond van overeenkomst of verwantschap in eigenschappen/kenmerken
- vb. tabel van Mendeljev, ontwikkelingsstadia van de mens (Erikson) - waarom classificeren we?
- patronen en relaties identificeren > beter begrip van complexe systemen
- gemeenschappelijke terminologie en referentiekaders > vergemakkelijkt communicatie tussen professionals en het publiek
waarom classificeren van afwijkend gedrag?
- algemeen
- het gedrag, de gedachten en de emoties van mensen beschrijven (reeds heel lang)
- ordenen van menselijk gedrag > NIET van mensen !!
- conclusie: orde brengen in de werkelijkheid > zodat we deze bemeesteren
- fantastisch hulpmiddel, maar ook reductie van de complexiteit - eeuwen geleden = mensen met bizar, vreemd of onbegrijpbaar gedrag > beschreven in medische boeken;
- communicatie
- onderzoek
- begrijpen
- behandeling
van zot naar ziek
- algemeen
- madness: gek en zot als beschrijvende diagnose
- verschillende pogingen om dit anders zijn te vatten, te classificeren - Hippocrates
- vader van de moderne geneeskunde
- abnormaal gedrag = veroorzaakt door fysieke problemen
- onevenwicht in de vier lichaamssappen (of humores): slijm, bloed, gele en zwarte gal
- voorgestelde behandeling probeerde dit evenwicht te herstellen
evolutie van ‘madness concept’ naar ‘mental illness’ door ontdekkingen
- Postmortem afwijkingen
- bij patiënt met verlamming werd vb. bloedklonter gevonden in de hersenen - ontdekking van ziektekiem als ziekteverwekker (door Pasteur)
- vb. syfilis: psychiatrische beelden zoals apathie, geheugenproblemen, hallucinaties en wanen
- conclusie: gevolg van ziektekiem > idee: psychiatrische beelden hebben biologische oorzaak (somatogene hypothese)
van opsluiting naar behandeling
- algemeen
- mensen die als zot of gek werden omschreven werden opgesloten
- weggestopt van de maatschappij,
- geketend,
- aderlatingen - uitzondering: Pinel
- morele behandeling: contact en observatie
- ontwikkelde eerste classificatie > 5 categorieën: melancholie, manie met delier, manie zonder delier, dementie en idiotie
- Vlaamse tegenhanger is Dr. Guislain = ook humane behandeling van geesteszieken
nood aan een degelijk classificatiesysteem
- Kraepelin
- ontwikkelde het eerste meer omvattende classificatiesysteem voor psychopathologie
- classificatie op basis van patronen van symptomen > syndroom
- voorheen: één en dezelfde beschrijvende diagnose: geestesziek - kenmerken
- synthese van de honderden psychische aandoeningen (die in 19e eeuw waren gedefinieerd)
- biologische en genetische factoren
- parallel tussen lichamelijke en geestelijke aandoeningen
- prognose-gericht: onderscheid tussen ziektebeelden die te genezen waren en ongeneeslijk waren
van inventariseren naar classificeren
- begin 20ste eeuw
- ontstaat de ambulante praktijk
- ontwikkeling psychoanalyse (Freud en Jung)
- ook minder ernstige beelden worden behandeld - 1952: allereerste versie van de DSM-I
- lijst van psychiatrische ziektes
- omstreeks dezelfde tijd: medicijnen op de markt > meer interesse in diagnostiek
van symptoom naar syndroom
- symptoom
- enkel teken of kenmerk (wordt subjectief ervaren)
- specifieke manifestatie van een onderliggende medische aandoening (vb. koorts, hoofdpijn, vermoeidheid) - syndroom
- verzameling van meerdere symptomen (een patroon)
- vb. depressie/anorexia > kernsymptoom: met zekerheid gekoppeld aan (vb. onvermogen om plezier te beleven/wens om mager te zijn), facultatief symptoom: niet bepalend voor diagnose (vb. moeheid, slaapstoornis/uitblijven menstruatie)
verschil classificatie en diagnostiek
- syndroomdiagnose of classificatie
- klasse op basis van een aantal symptomen die samen voorkomen = louter descriptief en zegt niets over de achterliggende etiologie
- gevolg: eenvoudige behandelvoorstellen (vb. depressie > antidepressiva) - structuurdiagnose of diagnostiek
- via allerlei methoden op zoek naar ethiopathogenese: waardoor en hoe het syndroom is ontstaan
- op zoek naar allerlei elementen in het verhaal van de persoon > behandeling daarop afgestemd kan worden
- vb. depressie als gevolg van vechtscheiding van ouders > ouderbegeleiding
classificatie in de context
- algemeen
- diagnose > altijd in bepaalde context en niet los van waarden en normen (die invloed hebben)
- waar ligt de grens tussen normaal en abnormaal? > bij mechanische ziektes is dat duidelijk: vanaf 27 graden heb je koorts - niet zo voor psychische aandoeningen
- depressieve bui is normaal, maar wanneer is het een depressie?
- wanneer is het niet meer normaal en spreken we over psychopathie? - de maatschappij bepaalt de grens
- grens vanuit een bepaald referentiekader
- gekoppeld aan waarden en normen van gegeven groep in gegeven tijd
- tijdsgebonden: sociale fobie in opmars na jaren 60
- cultuurgebonden: vb. Retired husband syndroom in Japan (vrouw als werknemer behandelen > pijn huiduitslag, hoge bloeddruk)
classificatie in context: voorbeelden
- drapetomanie: vermeende psychische aandoening die zwarte slaven ertoe aan zou zetten hun gevangenschap te ontvluchten
- trage of sluipende schizofrenie
- vermeende psychische aandoening herkend door Sovjetpsychiaters
- kenmerkende symptomen: hervormingswanen, volhardend karakter en verdraaide voorstelling van zaken
- dissidenten die leidende marxistisch-leninistische ideologie van Sovjet-Unie afwezen - homoseksualiteit
- 17 mei 1990: schrapte de Wereldgezondheidsorganisatie homoseksualiteit uit lijst van geestesziekten
- internationale dag tegen holebi- en transfobie
diagnostiek is altijd een stukje subjectief
- algemeen
- gebaseerd op symptomen, niet op tests
- de rol van de hulpverlener (interpretatie afh van ervaring, opleiding)
- de rol van de patiënt en diens familie
- DSM-5 en ICD-10: standaardisatie, maar geen objectiviteit > ruimte voor interpretatie (= hulpmiddelen) - culturele en maatschappelijke invloeden
- in ene cultuur ‘normaal’ gedrag > andere cultuur als ‘afwijkend’
- diagnostische criteria variëren per land en worden beïnvloed door culturele waarden
waarom is een classificatiesysteem nodig?
- nuttig om verschillende redenen
- gemeenschappelijke taal (communicatie en harmonie)
- basis van de wetenschap (verloop van bepaalde stoornis + leren over complexe stoornissen)
- basis van behandeling (welke behandelingen? welke medicatie?) - kanttekening
- psychiatrische diagnose = descriptieve diagnose die zich baseert op het beschrijven van symptomen
- classificeren bestaat niet zonder de mens: alle classificatiesystemen zijn constructies
- constructies die enkel bestaan in communicatieve zin, door middel van taal
welke indelingen zijn mogelijk?
- categoriële of dimensionele ‘classificatie’
- monothetische of polythetische
- beschrijvende of verklarende
- hiërarchische of nevenschikkende
categoriële of dimensionele classificatie
- categoriaal classificatiesysteem
- systeem vertrekt vanuit een eenvoudige ‘ja’ en ‘nee’ opstelling
- gebruikt in klassieke medische wereld > je bent ziek of je bent niet ziek (zwart of wit)
- aanleiding tot veel debatten = veel stoornissen bewegen zich op continuum van normaal naar pathologisch - dimensionele classificatie
- psychische stoornissen gezien als gelegen of een continuüm > ernst van symptomen gemeten
- stoornissen variëren in ernst en dat mensen verschillende gradaties van een stoornis kunnen vertonen
- in DSM: schaal van hoe groot is de belemmering in dagelijks leven?
monothetische of polythetische classificatie
- monothetische classificatie
- leden van klasse tenminste één gemeenschappelijk kenmerk
- symptomen zijn “beslissend” of “decisief” omdat je zonder niet tot de klasse behoort
- vb. anorexia > intense angst om aan te komen en verstoord lichaamsbeeld - polythetische classificatie
- overlap van verschillende kenmerken
- groot aantal kenmerken > per definitie niet specifiek kenmerk
- vb. paniekstoornis
- DSM: voornamelijk polythetische benadering, betekent ruimte voor variatie binnen diagnoses > diversiteit in symptomatologie tss patiënten
beschrijvende classificatie
- algemeen
- ingedeeld op basis van observeerbare symptomen
- gedrag aan de buitenkant waarneembaar
- vb. depressie geclassificeerd op basis van symptomen zoals aanhoudende sombere stemming
- DSM: hoofdzakelijk symptoom-gebaseerd classificatiesysteem - nadeel
- symptomen kunnen overlappen tussen verschillende stoornissen
- vb. angststoornis en depressie = last van vermoeidheid of slaapproblemen > diagnostische nauwkeurigheid bemoeilijken
verklarende classificatie
- algemeen
- op basis van pathogene mechanismen: wat veroorzaakt de symptomen
- onderliggende biologische, psychologische of sociale oorzaken van een stoornis
- doel: stoornissen classificeren op basis van hun oorzaken of mechanismen
- vb. PTSS > reactie van lichaam en geest op traumatische gebeurtenis - nadeel
- complexer om de onderliggende mechanismen precies vast te stellen
- meerdere factoren: genetica, omgevingsinvloeden en psychologische processen
hiërarchische of nevenschikkende classificatie
- hiërarchisch systeem
- sommige klassen of groepen belangrijker of fundamenteler dan andere
- piramidestructuur: sommige groepen hoger in rang dan andere
- oude versie van de DSM: alle stoornissen gerangschikt binnen 3 categorieën > neurose, psychose en persoonlijkheidsstoornissen - nevenschikkend systeem
- alle klassen of groepen op hetzelfde niveau
- geen rangorde = diagnoses of categorieën worden gelijkwaardig beschouwd
- elke groep of diagnose heeft eigen bestaansrecht en staat onafhankelijk van andere diagnoses
- huidige versie DSM: recht doen aan unieke situatie van elke cliënt
- comorbiditeit: meerdere diagnoses tegelijk
betrouwbaarheid en validiteit
- betrouwbaarheid
- als verschillende dokters bij dezelfde patiënt tot dezelfde conclusie komen, tot dezelfde diagnose of classificatie
- 4 dokters onderzoeken patiënt A en komen dezelfde conclusie = systeem betrouwbaar - valide
- als onderzoeken meten wat ze willen meten
- op een weegschaal kan je het gewicht van iemand zien
- meten aandachtsonderzoeken echt de concentratie? of ook de motivatie?
de DSM
- algemeen
- categoriaal met dimensioneel sausje
- voornamelijk polythetische diagnoses
- meestal beschrijvende diagnoses
- in hoofdzaak nevenschikkende classificatie met hiërarchisch elementen - betrouwbaarheid
- stoornis DSM: NCS = betrouwbaarheid goed
- PTSS = goed
- borderline = matig
- schizofrenie = matig
- depressieve stoornis = laag
- antisociale PST = laag
validiteit in de DSM
- validiteit van diagnose
- psychiaters: moeite om onderscheid te maken tussen mensen met echte psychische stoornissen en mensen zonder
- labeling theory = stigma gepaard met psychiatrische stoornis > gedragingen worden geïnterpreteerd in licht van diagnose - dehumanisering
- pseudo-patiënten melden dat ze zich vaak genegeerd, slecht behandeld en gedepersonaliseerd voelen door personeel
- gevolg: kritiek op wijze waarop patiënten in instellingen werden behandeld
stigmatiserende stempels
- algemeen
- bij bepaalde diagnoses horen bepaalde verwachtingen rond mogelijkheden en gedragingen
- mogelijke stereotype beelden: onbetrouwbaar, onberekenbaar, gewelddadig, zwak karakter of lui zijn - sociale stigmatisering
- maatschappij ziet de persoon als ‘anders’ of ‘minder’
- gevolg: uitsluiting, discriminatie of stereotypering
- vooral in de media en populaire cultuur
stigma en discriminatie
- algemeen
- psychiatrische diagnose = praktische gevolgen voor werk, onderwijs en relaties
- werkgevers of leraren kunnen vooroordelen hebben over de capaciteiten van iemand
- vb. iemand met ADHD kan in de werkomgeving te maken krijgen met vooroordelen - zelfstigma: interne gevolgen van een diagnose
- negatieve stereotypen of vooroordelen over aandoening internaliseert
- zien zichzelf als ‘zwak’, ‘anders’ of ‘onbekwaam’ > leidt tot schaamte, laag zelfbeeld