Chapitre 17, p. 130

Question 1

une aptitude à

Answer 1

aanleg voor

Question 2

Il a les qualités requises

Answer 2

Hij heeft de vereiste kwaliteiten

Question 3

une capacité

Answer 3

een vermogen

Question 4

des compétences

Answer 4

de bevoegdheden

Question 5

ne fait pas partie de ses compétences/n’entre pas dans son champ de compétences

Answer 5

maakt geen deel uit van zijn competenties

Question 6

Ne manque pas d’atouts/a des atouts dans son jeu

Answer 6

Heeft genoeg te bieden/veel troeven

Question 7

l’a emporté sur/a dépassé

Answer 7

Heeft verslagen/gezegevierd

Question 8

a tiré son épingle du jeu

Answer 8

Heeft zijn kaarten goed gespeeld

Question 9

une faculté d’adaptation

Answer 9

aanpassingsvermogen

Question 10

a les sens des affaires

Answer 10

intuïtief/zaken instinct

Question 11

l’esprit d’entreprise & l’esprit d’analyse

Answer 11

ondernemerschap

Question 12

n’est pas dans mes cordes /je ne suis pas compétent en la matière

Answer 12

Niet bevoegd/niet gekwalificeerd/buiten het bereik

Question 13

J’ai plusieurs cordes à mon arc

Answer 13

multitasker/veel competenties hebben

Question 14

fait preuve d’une

Answer 14

toont aan dat

Question 15

son point fort

Answer 15

zijn sterkste kant

Question 16

est apte à

Answer 16

geschikt zijn voor

Question 17

est susceptible de

Answer 17

vatbaar voor

Question 18

sa vocation

Answer 18

zijn roeping

Question 19

des prédispositions/des dispositions exceptionnelles

Answer 19

aanleg voor

Question 20

l’étoffe de

Answer 20

uitgesneden voor (perfect voor een bepaalde functie)

Question 21

a un don/est doué pour

Answer 21

een gave hebben

Question 22

de remarquables facilités

Answer 22

gemak/opmerkelijk (bepaalde aanleg ergens voor hebben)

Question 23

a le chic pour

Answer 23

de tendens

Question 24

a l’envergure/la carrure

Answer 24

heeft de potentie

Question 25

de main de maître

Answer 25

precies volgens plan

Question 26

a les épaules larges /a les reins solides

Answer 26

alles aan kunnen