Bio thema 3 H5-H6-H7 Flashcards
Wat is het belang van meiose bij dierlijke cellen?
- de vorming van haploide voorplantingscellen (zaadcellen en eicellen) uit één dipoile lichaamcel
- elk kind krijg erfelijk materiaal van de ouders
- variatie van nakomelingen
Wat is het proces van meiose?
-> G1, S- en G2-fase
-> 1ste meiotische deling
* profase I
* metafase I
* anafase I
* telofase I
-> cytokinese
-> 2de meiotische deling
* profase II
* metafase II
* anafase II
* telofase II
-> cytokinese
Hoe gaat de profase I van meiose?
- chromatinedraden worden chromosomen
- centriolenparen gaan naar de polen
- kernmembraan en kernlichmaampjes verdwijnt
- homologe chromosomenparen liggen tegen elkaar
- er wordt erfelijk materiaal uitgewisseld tussen de chromatine = crossing-over
Hoe gaat de metafase I bij meiose?
- vorming van een spoelfiguur
- homologe chromosomenparen liggen in het evenaarsvlak
- spoeldraden vormen trekdraden
Hoe gaat de anafase I bij meiose?
- homologe chromosomenparen worden uit elkaar getrokken door de spoeldraden
Hoe gaat de telofase I bij meiose?
- kernmenbranen verschijnen
- cel snoert zich in
- dochtercellen zijn haploid
- chromatiden zijn niet identiek
Wat gebeurt er in de profase II bij meiose?
- kernmenbranen verdwijnen
- centriolenparen verdubbelen
- vorming spoeldraden
Wat gebeurt er in de metafase II bij meiose?
- chromosomen met hun centromeem -> evenaarsvlak
- spoeldraden vormen trekdraden tss chromtiden en beide polen
Hoe gaat de anafase II bij meiose?
- chromatideparen worden uit elkaar getrokken
- elk chromatide (chromoom) gaat naar één van beide polen
Hoe gaat de telofase II bij meiose?
- elke pool = evenveel chromosomen
- chromosomen worden chromatienedraden
- kernlichaampjes en kernmenbranen verschijnen
- cellen snoeren zich in ver haploide cellen scheiden zich
Wanneer zijn de controlepunten in de celcyclus?
- G1-controlepunt
- G2-controlepunt
- metafase controlepunt
Wat is en zijn de gevolgen van een ongecontroleerde celdeling?
- fout controle -> meer celdelingen -> gezwel of tumor
SOORTEN TUMOREN - geen ingroeiing = goedaardige tumor
- ingroeiing = kwaadaardige tumor of kanker
- uitzaaiing of metastasen -> kankercellen komen los en verspreiden zich
Wat zijn de aanleidingen voor een foute controle?
1) mutaties van celcyclusgenen
-> externe factoren = roken, alcohol
-> niet herstellen van fouten na DNA-replicatie
2) virussen = HPV en baarmoederhalskanker
Welke genen zijn betrokken bij foute celgeling?
- tumorsupressorgenen: remmen normaal celgroei af, bij mutatie -> meer cellen
- oncogenen zijn beschadigde die ontstaan bij mutatie van proto-oncogenen (goede genen) -> meer groeifactoren
Wat is celdifferentiatie?
omvorming van een algemene cel naar een gespecialiseerde cel, verschillen in genexpressie