BIO thema 1 H1 1.1-1.2 Flashcards
Wat betekent geslachtgemaanschap?
- man en vrouw -> natuurlijke manier voortplanten
1) geslachtsgemeenschap (coitus)
2) zaadlozing of ejaculatie
3) bevruchting
Wat is de bouw en functie van de mannelijke geslachtorganen? (zie bijlagen)
1) balzak
- uitwendige, gespierde huidplooi met erin 2 teelballen en 2 bijballen
- T< 37 °C: nodig voor de ontwikkeling van zaadcellen
2) teelbal of testes (2)
- productie van zaadcellen in de zaadbuisjes vanaf de puberteit
3) bijbal (2)
- opslag en rijpen van de zaadcellen
4) zaadleiders (2)
- gespierd kanaal (30 cm) met trilhhartjes waardoor de zaadcellen richting de prostaat worden gebracht
5) zaadblaasjes (2) klier
- productie van een soort van zaadvocht dat de zaadcellen voedt
6) prostaat klier (1)
- productie van een soort zaadvocht dat de zaadcellen activeert -> zwemmen
- al het alkalische zaadvocht en zaadcellen vormen samen sperma
- regelt dat urine niet bij de sperma komt en omgekeerd (“verkeersagent”)
7) urinebuis
- buis waar zowel urine als sperma doorgaat
8) penis
- uitwendige geslachtorgaan en drie zwellichaampjes
-gevuld met bloed=erectie
- leeg = slap
9) eikel
- heel gevoelig orgaan aan uiteinde van de penis
- stimulatie kan leiden tot ejaculatie
10) voorhuid
- huidplooi die de eikel beschermt
- kan naar achter geschoven worden bij penetratie
- besnijdenis = voorhuid wordt verwijderd door medische redenen, religie of hygiënische reden
Hoe worden zaadcellen gevormd?
Hypothalamus -> hypofyse -> hormoon -> teelballen -> testosteron -> vorming van zaadcellen in de zaadbuisjes
Wat is de bouw en functie van een zaadcel? (zie bijlagen)
1) zweepstaat -> voor de beweging
2) kern -> met het erfelijk materiaal
3) blaasje -> met afbraakstoffen om de eicel binnen de dringen
4) middenstuk -> productie van energie
5) Kop -> met kern en blaasje
Hoe worden eicellen gevormd?
hypolathamus -> hypofyse -> hormoon -> eierstokken ->oestrogeen, progesteron -> opbouw van het baarmoederslijmvlies, verhindert rijping van de eicel en afbraak van het baarmoederslijmvlies
Hoe gaat de menstruatie cyclus?
1) dag 1- 5 = menstruatie
- in de baarmoeder
- afbraak van het baarmoederslijmvlies met bloedvaten wegens geen bevruchting in de vorige cyclus
2) dag 2 = rijping van de nieuwe eicel
- in een eierstok
- rijping van de eicel in een follikelblaasje gedurende 14
3) dag 14 = ovulatie of eisprong
- tussen de eierstok en de eitrechter
- follikel barst open en eicel komt vrij uit de eierstok en wordt opgevangen in de eitrecter
4) dag 4-14= opbouwfase
- in de baarmoeder
- het baarmoederslijmvlies wordt opgebouwd (dikker en goed doorbloed) dankzij oestrogeen
5) dag 14 - 24 = secretiefase
- in de baarmoeder
- het baarmoeder slijmvlies wordt opgebouwd ( dikker, meer voedingstoffen, goed doorbloed) dankzij progesteron
6) dag 15 = bevruchting
- in een eileider
- in het begin van de eileider wordt de eicel eventueel bevrucht door een zaadcel
7) dag 18 = aankomst in de baarmoeder
- in de baarmoeder
- de (bevruchte) eicel komt aan in de baarmoeder
8) dag 20 = innesteling
- in de baarmoeder
- de (bevruchte) eicel nestelt zich in het baarmoederslijmvlies