BIO thema 2 3.2 en 3.3 Flashcards

1
Q

Wat zijn de voorwaarden voor een nieuwe soort?

A

1) Variatie binnen de soort
2) voordelige kenmerken in de veranderende omgeving.
3) overerving en evolutie
4) geen voortplanting meer mogelijk met de voorouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Als 2 organisme gemeenschappelijke voorouders hebben dan:

A

1) hebben ze erfelijk materiaal gemeenschappelijk
2) vertonen ze gelijke kenmerken
3) zijn ze verwant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe meer generaties tussen individuen ->

A

Hoe meer verschillen erfelijk materiaal,
dat wordt voorgesteld in en stamboom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diversiteit aan de verwante soorten: tree of live

A

1) Carl Woese maakt de tree of live -> onderzoek van het erfelijk materiaal.
2) boomstructuur -> van al het leven, begonnen uit een oercel
3) verwantschappen en voorouders
4) dichter bij elkaar -> toenemende mate van verwantschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de eigenschappen van de bacteriën DOMEIN 1?

A

1) ze zijn (bijna) overal ( in de bodem, handen,…)
2) 1-10 µm groot
3) celwand/celmembraam
4) geen celkern -> prokaryoot
5) hetrotroof of autotroof (foto,chemo)
6) nuttig of zieken verwekkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de eigenschappen van de archaea DOMEIN 2?

A

1) in de oceaan of warmwaterbronnen
2) 0,1 µm groot
3) celwand/celmembraam(andere stof)
4) geen celkern -> prokaroot
5) hetrotroof of autotroof (chemo)
6) geen ziekte verwerkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de eigenschappen van de eukaryoten DOMEIN 3?

A

1) Zwammen, dieren, planten en de protisten
2) een of meerdere cellen zijn 15-500µm groot
3) krenmermbraam -> celkern -> eukaroot
4) celorganen
5) hetrotroof of autotroof (foto)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is leven?

A

1) zelfstandig voortbestaan
2) cellen
3) erfelijk matriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom passen virussen niet in de tree of life?

A

1) Geen cellen
2) Geen eigen stofwisseling of metabolisme
3) laten zich voortplanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef voordelen van biodiversiteit voor de mens? (geef voorbeelden)

A

1) maakt de omgeving leef- en werkbaar
- uilenkasten op inductie treinen -> ruimt rupsen op
2) levert geneesmiddelen
-Zomeralsem -> antimalariamiddel
3) help de evolutie begrijpen
4) zorgt voor welzijn, recreatie en ontspanning.
- hoe meer bomen -> hoe minder depressies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly