BIO gekoppelde genen Flashcards

1
Q

Welke hypothese kan Mendel stellen met zijn kennis over de chromosomen?

A
  • chromosomen = basis voor de erfelijkheid
  • allelen liggen fysiek op chromosomen
    -> Wordt bevestigt door Thomas Hunt Morgan
    -> kruisingsproeven met fruitvliegjes
    = conclusie -> allelen liggen lineair gerangschikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat waren de resultaten na het kruisen van een wildtype en een mutant fruitvlieg?

A

MAN= wild type (heterozygoot)
VROUW= mutant

verwacht = 25% 25% 25% 25%
bekomen= 50% 0% 0% 50%
-> 2 verschillende fenotypes ipv 4
-> kenmerken worden samen doorgeven
= koppelings genen
- alle genen op de chromosomen = koppelingsgroep -> #koppelingsgroepen gelijk aan #chromosomen in een hapoide gameet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor geld de onafhankelijkheidswet van mendel nog als je weet van de gekoppelde genen?

A
  • voor genen op verschillende chromosomen
  • Voor genen die ver uit elkaar liggen = crossing over
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

War gebeurt er bij de kruising van een wild type en mutant, de vrouw is heterozygoot? als je weet avn gekoppelde genen

A

Vrouw= wildtype (heterozygoot)
man= mutant
verwachte = 50% 0% 0% 50
bekomen = 41% 9% 9% 41%
-> 18% (9%+9%) = gekoppelde genen
-> nieuwe gencombinaties ontstaan
-> nieuwe fenotypes ontstaan door ontkoppeling= recombinanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent overkruising?

A

= verklaring voor de ontkoppeling van genen
- door crossing over tijdens profase I van meiose
- plaats waar chromatide contact maken= chaisma
- nieuwe allelencombinaties en dus nieuwe fenotype vormen recombinanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is recombinatieffrequentie?

A

= % gameten waarin 2genen ontkoppeld zijn en er recombinaties is opgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is koppelingsfrequentie?

A

=% gameten waar genen die op hetzelfde chromosoom liggen samen worden overgeerfd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de opmerkingen over de recombinatiefrequentie?

A

-> uitgedrukt in cM = 1cM 1%
= maat voor kans op crossing over tss 2 genen op een chromosoom
= afstandsmaat tss 2 genen op een chromosoom
-> 0% = geen kans op breuken, geen crossing over
-> 50% = volledige zusterchromatide worden gewisseld -> geen nieuwe combinaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn genenkaarten?

A

= recombinatiefrequentie tss genen = constant
-> hangt af van de afstand tss genen op het chromosoom
- kleine recombinatiefrequentie= dichtbij, kleine kans crossing over
- grote recombinatiefrequentie = veraf, grote kans crossing over (limiet 50%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is gene mapping?

A

= relatieve afstand van genen op chromosoom weergeven aan de hand van recombinatiefrequenties
= genenkaart opstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly