BIO thema 2 3.1-3.3 Flashcards
Wat zijn protisten?
- eencellige
- eukaryoten
Wat is een protozoa?
- protisten
- beweeglijk (falgel, ciliën en pseudopodia)
Wat zin micro-algen of fytoplangton?
- protisten
- fotosynthese
- waterachtig milieu
- ecologisch heel belangrijk
Wat zijn de eigenschappen van een pantoffeldiertje? benoem de delen (bijlagen)
- in zoet of brak water
- heterotroof (mondgroeven)
DELEN
1) cytoplama
2) ciliën
3) macronucleus
4) micronuclius
5) kloppende vacuole
6) orale groeven
7) voedselvacuole
8) celanus
Wat zijn de eigenschappen van de eugelena? benoem de delen (zie bijlagen)
- vijvers en sloten
- Autotroof (foto) en hetroroof (fagocytose)
DELEN
1)celmembraan
2) bladgroenkorrel
3) kloppende vacuole
4) oogvlek
5) fotoreceptor
6) flagel
7) celkern
Wat zijn de eigenschappen van een Amoebe? benoem de delen (zie bijlagen)
- water en modder is
- heterotroof (fagocytose)
DELEN
1) pseudopodia
2) voedselvacuole
3) die is er ni ;)
4) voedsedeeltje
5) celmembraan
6) cytoplasma
7) celkern
8) koppende vacuole
Waarvoor dient de kloppende vacuole in micro-algen?
- voor de waterhuishouding -> het in balans houden van water binnen de cel.
Hoe gaat de celdeling van een pantoffeldiertje? (zie bijlagen)
- kopieert haar erfelijk materiaal-> zodat elke dochtercel erfelijk materiaal heeft
Hoe gaat de celdeling van een euglena? (zie bijlagen)
1) moedercel
2) kernen deelt
3) cytoplasma deelt
4) dochtercellen worden gevormd
5) twee dochtercellen
Hoe gaat de celdeling van een amoebe? (zie bijlagen)
1) moedercel
2) verdubbeling celkern
3) splitsing cytoplasma
4) twee dochter cellen
Wanneer komt er geslachtelijke voortplanting voor bij de micro-algen?
-> pantoffeldiertje
- uitwisseling van het erfelijk materiaal
- conjugatie
Vorming van een cyste bij micro-algen?
- in ongunstige omstandigheden
- amoebe
Wat beteken reducenten voor de mens?
-> schakel in voedselkringloop
- zet niet geconsumeerde organisch materiaal om in mineralen
Geef twee voorbeelden van pathogenen parasieten en wat zijn ze?
- ziekteverwekkende, parasieten-> leeft samen met een gastheer en is er afhankelijk van, de gastheer ondervind schaden.
VOORBEELDEN - toxoplasmose (kattenziekte)
- malaria
Wat zijn de eigenschappen van malaria?
1) in sub topische gebieden
2) vector=mug
3) voortplanting van de parasiet = cyclisch verloop
4) mug = gastheer -> geslachtelijk voortplanting
5) mens = tussengastheer -> ongeslachtelijk
6) symptomen = hoge koorts, koude rillingen