BIO H1 en H2-> enkel deel 1 en 2 Flashcards

1
Q

Hoe is de cel ondekt? Geef 3 mensen een jaartal?

A
  • 1650 HOOKE
    -> vergrootglas
    -> kurk
    -> gebruikte als eerste - woord ‘cel’ - kleinste bouwsteen van een organisme
  • Van leeuwenhoek 1670
    -> eerste microscoop
    -> zag eencellige in tandbeslag en in RBC
  • 1840 SCHEILEIDEN en SCHWANN
    -> celtheorie
    1) levende wezen & producten -> bestaan uit cellen
    2) alle cellen -> dezelfde basis structuur
    3) funcies van wezens -> functies van cellen
    4) cellen ontstaan uit cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een celtype?geef voorbeelden

A
  • Algemene cel -> celtype door celdiffentatie
    bv. maagcellen, darmcellen, bladcellen,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van cel tot organisma?

A
  • celtype -> weefsel -> orgaan -> stelsel-> organisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gegevens lichtmicroscoop?

A

-> datum - 17de eeuw
-> max vermogen - x1500
-> scheidend vermogen - min 0,2 µm
-> levende en dode cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gegevens elektronen microscoop?

A

-> datum - 1933
-> max vergroting - >50 000
-> dode cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de vergelijkingen en de verschillen tussen plantaardige cellen en dierlijke cellen?

A

Plantaardig
-> celwand
-> vacuole
-> bladgroenkorrels
Plantaardig én Dierlijk
-> celmembraan
-> cytoplasma
-> kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De prokaryote en eukaryote cellen?

A

PROKARYOTE cel
- kern zonder kernmembraam
- tussen 1 tot 10µm
- bv. blauwwier en bacterien
EUKARYOTE cel
- kern afgesloten met dubbel kernmembraam
- tussen 1en 100µm
- bv. plantaardige en dierlijke cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De elementen samenstelling? verduidelijk de kleine

A
  • MAKRO- elementen
    -> O,C,H en N
  • MICRO- elementen
    Ca - tekort -> botten broos / botontkalking
    P - in mest- ATP -> energie - DNA en RNA
    Fe - roodvlees - rode bloedcellen -> bind zuurstof -> in hemoglobine dat is en eiwit
    Si - voor colageen aanmaak - binding van weefsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Molecule samenstelling?Anarganisch en organische?

A

-> anrganische moleculen
- H2O CO2 O2 H3PO4 Ca3(PO4)2
-> organische moleculen (c)
- sachariden - suiker
- lipiden - vetten
- proteïnen - eiwitten
- nucleïne zuren - DNA en RNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de chemische eigenschappen van water?

A
  • polair molecule
  • waterstofbruggen - opp spanning - sterke cohesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functies van water in een lichaam?

A
  • gevormd door - recondensatiereacties
  • verbruikt door - hydrolyse
  • polair oplosmiddel
  • transportmiddel
  • warmte regulerend
  • smeermiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de eigenschapen van zuurstof? O2

A
  • apolair molecule
  • beperkt oplosbaar in water
  • getransporteerd met behulp van eiwit -> hemoglobine (ijzer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de eigenschappen van koolstofdioxide? of CO2

A
  • apolair molecule
  • tijdens fotosynthese -> opbouw organische stoffen
  • geproduceerd -> tijdens celademhaling
  • deels omgezet -> koolzuur in het bloed (H3CO3)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly