BIO T1 H3 3 H4 1-5 Flashcards

1
Q

Waar kan de celwand allemaal voorkomen?

A

celwand rond celmembraam bij cellen van:
- planeten - celluose
- bacteriën - peptidoglycaanmolecule
- protisten
- schimmels - chitinemolecule
dieren -> nooit een celwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de bestanddelen van de celwand plantencel?

A

PRIMAIRE CELWAND
- peptide = soort suiker
- cellulose = soort sacariden
SECUNDAIR EN PRIMAIRE CELWAND
- houtstoffen of lingines
- kurkstof
- cutine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de middenlamel?

A

De wand die twee buurtcellen met elkaar verbind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem de delen van figuur 4? en bespreek

A

1) celmenbraam
2) primaire celwand
3) secundaire celwand = alleen secundaire celwand wanneer de cellen buitelaar liggen.
4) middenlamel
5) Protoplasma-uitloper of plasmodesmen: stippel (soort van tunnel) -> transport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem de dele van de kern? Figuur 5

A

1) buitenste kernmembraam
2) Binnenste kernmembraam
3) ribosomen
4) kernpolie
5) chomatine netwerk (DNA + eiwitten)
6) kernplasma
7) kernlichaampje of nucleanus
8) R.E.R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De celwand zorgt voor…?

A
  • Vorm
  • stevigheid
  • bescherming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zit er in cytoplasma?

A
  • cytosol
  • celorganellen = deeltjes van de cel met een spefieke functie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de 5 opmerkingen bij de celkern?

A
  • Cel in rust -> chomatine = netwerk van chromatine-draden (DNA + eiwit)
  • delende cel -> chromatinedraden worden chomzonen = 2 identieke chomatinden
  • karyogram = chomozonen kaart van alle chromosolen paren
  • Prokaryoten -> geen kern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de functies van de kern?

A

Kern
1) drager erfelijk materiaal
2) regelt alle chemische processen
Kernlichaampje
1) aanmaak van ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem de delen van het endoplasmatisch reticuilum? Figuur 6

A

1) kern
2) membraam
3) tussenruimte
4) ruw endoplas matische reticulum
5) glad endoplas matische reticulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor staat REM en wat zijn de functies?

A
  • Ruw (rough) endoplasmatische reticulum
  • bezit ribosomen buitenkant
    FUNCTIES
  • vorming van eiwitten met erfelijk materiaal
  • opbouw van eiwitten met enzymen
  • verpakking van eiwitten en transblaasjes -> transport
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor staat SER en wat zijn de functies?

A
  • Glad (smooth) endoplasmatische reliculum
  • geen ribosomen
    FUNCTIES
  • vorming van lipiden -> transport
  • opslag Ca
  • rol in stofwisseling processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benoem de delen van een ribsomen? En wat is een ribosoom? Figuur 7

A
  • Grote en kleine subeenheid met daar rRNA in
    1) kleine subeenheid
    2) grote subeenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de functies en voorkomen van de ribosomen?

A
  • aanmaak van eiwitten met erfelijk materiaal = eiwitsyntese
  • gebonden met het RER
  • vrij in het cytoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn proteasomen?

A
  • eiwitcomplexen die peptidebindingen in een eiwit kunnen hydroliseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is de Golgi-apparaat opgebouwd en ondekt?

A

OPBOUW
- is een geheel van dictyosmenen en Golgi-blaasjes
- dictysomen = cisterene (pittabroodjes) met een cis-zijden en een trans-zijden
- in de cisterene -> enzymen
ONDEKT
- door Camillo Golgie
-> italiaanse arts

15
Q

Hoe werkt de Golgie-apparaat? Benoem f.8

A

1) cisteren
2) dictuosoom
3) Golgi-blaasjes
4) R.E.R
5) eiwitten
6) celmenbraam
7) Exocytose

16
Q

Wat zijn de functies van het Golgi-aparaat?

A

Eiwitten worden:
-> geconcentreerd = verzameld in de citernen
-> getransporteerd= vervoerd naar plaatsen in de cel met Golgi-blaasjes
-> uitscheiden = uit de cel verwijderen door excpytose

17
Q

Wat zijn lysomen en hoe is het ondekt?

A

ONDEKT
- 1974 door Chistiaan de Duve
WAT
- Soort van Goli-aparaat die lytische enzymen af afbraakenzymen bevatten

18
Q

Wat zijn de functies van de lysosomen?

A

vertering van
- vreemde stoffen = heterofobie
bv. zaadcel die binnen gaat in de eicel
- eigen materiaal = autofagie
bv. kikkervisje verliest zijn staart bij ondwikkeling

19
Q

Hoe is een mitiogondie opgebouwd? Zie figuur 9

A

1) Stoma of matrix
2) buitenste celmenbraam
3) binnenste celmenbraam
4) Crista
5) buitenste kamer

20
Q

Geef 2 eigenschappen van de bouw van een mitiogondie?

A
  • binnenste menbraam zitten korreltjes enzymen voor productie Energie (ATP)
  • bezitten mtDNA -> overerving via eicel
21
Q

Wat is de functie van een mitiogiendie?

A

vorming van energie

22
Q

Welke verschillende soorten chloroplasten bestaan er en wat zijn de functies?

A
  • Cloroplasten of bladgroenkorrels -> fotosyntese
  • chronoplasten -> geel-rode pigmenten
  • leuroplasten en omgoplasten -> slaan zetmeel op
23
Hoe is een chloroplast opgebouwt en geef de 2 opmerkingen?
1) lamellen 2) ribosomen 3) zetmeelkorrels 4) thylakioden -> chlorofyl energie voor fotosynteze 5) stoma -> cpDNA (cirkelvorming) 6) granum 7) DNA 8) binnenmenbraam 9) intermenbraamruimte 10) buitenmenbraam
24
Wat zijn de drie soorten plastieden?
-> chloroplast -> chromoplast -> leucoplast
25
Geef 3 voorbeelden van hoe plastieden kunnen vervormen?
1) bv. chroroplast -> chromoplast = een groene tomaat wordt rood 2) bv. chromoplast -> chronoplast = als een orange wortels groen wordt boven de grond 3) Leucoplast -> chroroplast = aardappel wordt groen door contat met de zon
26
Benoem de delen van een vacuole? figuur 10
1) kern 2) cel 3) tonoplast (menbraam) 4) vacuole
27
Wat zijn de functies van een vacuole?
- opslag van water en reserves - stevingheid bieden aan de plant - afbraak van macromolecule
28
Wat is het cyoskelet?
netwerk van eiwitvezels - microfilamenten - microtubuli - intermediare filamenten
29
Wat zijn de functies van het cyoskelet?
- behoud van celvorm - vormverandering - beweging - celorganellen op hun plek - begeleid organellen op hun plek - speelt een rol bij de spoelfiguur (mitose)
30
Wat zijn microfilamenten?
= lange polymeren uit actine - vormen netwerk -> stevingheid onder celmenbraam - vormen bundels -> samentrekking van de cel
31
Wat zijn microtubuli?
= fijne hole buistjes opgebouwt uit tubuline (eiwitten - groeien en verkorten continu
32
Wat zijn intermediare filamenten?
= filamenten met een diameter tussen de microfilamenten en microtubuli - bv. keratinefilamenten - enkel in dierlijke cellen - structurele rol
33
Hoe is het centrosoom opgebouwt en wat is de functie?
OPBOUW - bestaat uit 9 x 3 microtubuli FUNCTIE - de centriolen spelen een rol bij de vorming van een spoelfiguur (celdeling)