BIO geslachtsgebonden overerving Flashcards

1
Q

Hoeveel chromosomen heeft de mens en de gameten er van?

A

MENS
46 chromosomen
44 of 22 paar lichaamschromosomen
2 geslachtshormonen of heteronomen X en Y
GAMETEN
- eicel = homogametisch: 22 autosomen + 1 X-chromosoom
- zaadcel = heterogametisch: 22 autosomen + 1X-chromosoom of 1 Y-chromosoom

XX = meisje
XY = jongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn geslachtsgebondenchromosmen?

A

X-chromosoom
- genen voor geslachtsbepaling
- genen voor bepaalde kenmerken of ziektes
Y-chromosoom
- minder genen dan X-chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tss X en Y gebonden overerving?

A

X-gebonden overerving
- genen alleen op X-chromosoom
Y-gebonden overerving
- genen alleen op Y-chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er recombinatie mogelijk op de X en Y chromosomen?

A

Aan het uiteinden ven de chromosomen = wel homoloog
= pseudo-autosomale regio’s of PAR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat met X-gebonden overerving die recessief zijn? geef voorbeelden?

A
  • hemofilie of bloedziekte
  • kleurenblindheid of daltonisme
  • spierziekte van Duchenne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat met de genotype en de fenotypes met een recessieve X-gebonden overerving?

A

VROUW
XX (gezond en homozygoot)
XXh ( gezond en drager, heterozygoot)
XhXh (ziek, homozygoot)
MAN
XY ( gezond)
XhY (ziek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat met X-gebonden dominante aandoeningen? geef ook een voorbeeld

A

MAN -> foetus niet levens vatbaar
VROUW -> milde syntomen
= in de vrouw wordt telkens willekeurig 1 X uitgeschakeld = slechts 50% van de vrouwelijke cellen zijn ziek.
VOORBEELD
Rett syndroom
-> ontwikkeling van kind stop plots en verslechterd
-> problemen met bewegen en leren praten, epilepsie aanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat met Y-gebonden overerving? geef ook een voorbeeld

A
  • enkel voorkomen bij manen
    voorbeeld
    persoon met XY maar ontwikkeld als vrouw
    = slechte ontwikkeling eierstokken
    = onvruchtbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom gebeurd er stamboom onderzoek?

A
  • opsporen genetische risicofactoren
  • ontwikkelen van preventie en behandelingen methoden erfelijke aandoeningen
  • wetenschappelijk onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor is erfelijkheid onderzoek mogelijk?

A

-> kruisingsproeven muizen = moeilijk mens
-> stamboomonderzoek met diagram
-> door statische methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Def populatie ?

A

Een groep organisme die zich onderling voorplaten en voorkomen in hertzelfde geografische gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Def. genenpoel

A

verzameling van allelen van alle genen die in een populatie voorkomen = hoe meer verschilden allelen = hoe groter de diversiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Def. allelenfrequentie

A

frequentie waarin een allel voorkomt in een populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Def. populatiegenetica?

A

de wetenschap die zich toelegt op het bestuderen van de allelenfrequentie aanwezig in een populatie op gegeven moment en hoe ze veranderen van generatie op generatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de wet van Hardy Weinberg?

A

1908 concludeerde onafhankelijk
-> uit fenotypes in een populatie kan je de allelfrequentei/ genotypenfrequentie afleiden voor een bepaalt kenmerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de formules voor populatie genetica?

A

p = allelfrequentie dominant
q = allelfrequentie recessieve
p+q = 100
p² = homozygoot dominant
2pq = heterozygoot
q² = homozygoot recessief

p² + 2pq + q² = 1
= allel frequenties in een populatie blijft constant in opeenvolgend generaties

17
Q

Wat was de conclusie van Weinberg?

A

De allelfrequenie en genotypefrequentie blijft onder bepaalde voorwaarden van generatie op generatie constant.

18
Q

Wat zijn de voorwaarden de wet van Weinberg?

A
  • geen natuurlijke selecties
  • geen mutatie
  • geen immigratie en emigratie van individuen
  • populatie is groot
  • willekeurig partnerkeuze
    anders zal de allelfrequentie wijzigen in volgenden generaties.
    = verandering in vervolg van de tijd = evolutie