BIO T3 H1 zonder figuren Flashcards
Geef de 3 niveaus en hun betekenisch van de cel op basis van de eiwitsynthese?
1) genoom = al het DNA van de cel -> in elke cel hetzelfde
2) transcriptoon= als het RNA in de cel (alle soorten)
3) proteoom = geheel van eiwitten in de cel
2&3 verschillend op celtypen en tijdstip
Def. Gen
Een sequentie van DNA nucleotiden die via transcriptie worden omgezet naar RNA.
= genen bevatten code voor een eiwit
= genen voor aanmaak andere RNA of genen die niet worde omgezet -> bv. promotor
Waaruit bestaat een genoom?
- 1 a 2% coderend DNA
- 99 a 98% niet coderend DNA
Wat is de template streng?
3’-5’- streng -> transcriptie tot RNA
RNA is:
- antiparallele en complementair met de template streng
- intentiek met de conderede streng behalve U en T
Wat is de conderende streng?
5’-3’
- antiparallell en complentaire met template streng
afleesrichting van 5’- 3’
Waardoor Wordt de code voor erfelijk materiaal bepaalt?
- door de volgorde nucleotiden
- door het aantal nucleotiden
Hoe gaan we van gen nr eiwit?
Gen - 4 verschillende
aminozuren - 20 verschillende
Eiwit zorgt voor
- moleculaire opbouw van een organisme
- stofwisseling
- energievoorzieningen
= 3 verschillende nucleotiden -> 1 AZ = 64 AZ
Geef de benamingen voor 3 opeenvolgende Nucleotiden?
= 1 triplet of codeogen of DNA-codon (DNA)
= 1 RNA- codon (mRNA)
= 1 anticondon ( tRNA)
Hoeveel tripletten zijn er voor hoeveel aminozuren?
64 tripletten - 20 aminozuren
-> verschillende tripletten voor hetzelfde AZ
Geef de 3 verschillende soorten codons?
3types codons
1) 61 AZ-codons -> AZ wordt opgeroepen
2) Start-codon -> AUG -> AZ MET
-> de eerste MET later weg
-> MET in de keten blijft
3) stop-codons -> translatie wordt stopgezet