4.5 Anemie Flashcards

1
Q

Wat is de functie van erytrocyten?

A

Zuurstoftransport van longen naar weefsels

Ze bevatten hemoglobine die zuurstof binden en afgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat een hemoglobine?

A

Elk Hb molecuul bestaat uit 4 ketens:
- 2 alfa ketens
- 2 bèta ketens (HbA, a2b2)
- Kleine hoeveelheden gamma-ketens (HbA2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft elke keten die in Hb zit (de 2 alfa, 2 bèta en gamma ketens) nodig om O2 te binden?

A

Fe2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het meest voorkomende Hb?

A

HbA (Volwassen Hb)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 soorten Hb zijn er?

A
  • HbA: 97%
  • HbA2 (Gemaakt in combinatie met de gamma ketens): 2,5%
  • HbF (Foetaal): <1%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen HbF en HbA?

A

De affiniteit van HbF voor zuurstof is groter. De foetus kan zo O2 van het Hb van de moeder halen

Vanaf ongeveer 15 weken wordt HbA gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke chromosomen zijn belangrijk voor de aanmaak van Hb en wat maken ze?

A

Chromosoom 16: Maken de alfaketens
Chromosoom 11: Maakt de bètaketens en gamma ketens

2 genen die coderen voor bètaketens en 4 genen die coderen voor de alfaketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Thalassemie?

A

Een defecte gen met als gevolg een tekort aan ketens. Het is een kwantitatieve beperking (defect) aan het Hb

Een b-Thalassemie (Te weinig bètaketens) heeft meer invloed dan een a-Thalassemie (Want er zijn minder bètaketens dan alfaketens), omdat de impact groter is (Natuurlijk zijn er oorspronkelijk meer a-genen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvan is de zuurstofopname en afgifte afhankelijk?

A
  • O2 spanning
  • pH (Acidose -> Makkelijker O2 los)
  • Temperatuur (O2 laat makkelijker los bij hogere temperatuur)
  • 2,3-DPG (Zit in de erytrocyten): Veel 2,3-DPG -> O2 laat sneller los, weinig 2,3-DPG -> O2 laat moeilijk los (Bij laag Hb komen er meer 2,3-DPG in het lichaam zodat O2 makkelijker loslaat, dus een compensatiemechanisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurd er met de affiniteit bij een lagere pH/hogere temperatuur?

A

Zuurstofaffiniteit neemt af.
O2 wordt dus beter afgegeven aan de vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de lokalisatie van de erytropoëse (Bloedcelvorming) embryonaal?

A

Embryonaal:
- 3e week: Dooierzak, chorion
- 6e week: Lever, milt
- 5e maand: Beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de lokalisatie van de erytropoëse (Bloedcelvorming) kind?

A

Kind:
- Wervels
- Platte beenderen (Bekken, ribben, sternum)
- Lange pijpbeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de lokalisatie van de erytropoëse (Bloedcelvorming) volwassenen?

A

Volwassenen:
- Wervels
- Platte beenderen (Bekken, ribben, sternum)
- Bovenste deel humerus en femur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hematopoëse?

A

Er zitten stamcellen in het beenmerg die gaan differentiëren en delen tot bloedcellen zoals erytrocyten (Erytroblasten), lymfocyten (Lymfoblast), eosinofiele granulocyten etc. Dit is de hematopoëse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn reticulocyten?

A

De cellen voordat de rode bloedcel ontstaat: ‘baby rode bloedcellen’

Restjes RNA, verdwijnt binnen 1-2 dagen in PB. Normaal zijn de 1-2% reticulocyten in bloed aanwezig

Veel reticulocyten, maar anemie -> Beenmerg maakt voldoende, andere oorzaak van anemie
Weinig reticulocyten, maar anemie -> Beenmerg maakt te weinig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke hormonale factoren zijn betrokken bij de hematopoëse?

A

Erytropoetine (EPO):
- Geproduceerd in de nier

Overige hematopoëtische groeifactoren (Bijv. Interleukine-3 (IL3))
Schildklierhormoon TSH
Testosteron (Mannen hoger Hb)

17
Q

Wat zijn de elementaire bouwstoffen voor de erytropoëse?

A
  • Ijzer: Kleine rode bloedcellen bij een tekort
  • Vitamine B12: Belangrijk voor de celdeling
  • Foliumzuur (Vitamine B11): Belangrijk voor de aanmaak en deling van erytroblasten
18
Q

Wat doet transferrine?

A

Het transporteert het ijzer naar de spieren of het beenmerg waar het gebruikt wordt of naar de lever gaat voor opslag (en als het nodig is wordt het ingebouwd bij de hemoglobine)

1-2 mg per dag ijzer per dag nodig

19
Q

Wat doet ferroportine?

A

Geeft ijzer af aan het bloed

Gereguleerd door hepcidine (Gemaakt in het lever)

20
Q

Wat doet hepcidine?

A

Als er teveel ijzer is wordt er hepcidine geproduceerd. Dit zorgt voor de blokkade van transportkanalen waardoor er niet nog meer ijzer kan worden opgenomen

Het komt ook vrij bij een infectie. Vandaar dat een (chronische) infectie soms kan leiden tot ijzertekort (en anemie)

21
Q

Wat is de bron van vitamine B12, waar wordt het geresorbeerd en opgeslagen en hoeveel moet er worden ingenomen bij een dagelijks dieet?

A

Bron: Vlees, Eieren, Zuivelproducten

Geresorbeerd in het terminale ileum
Opgeslagen in de lever (Voldoende voor enkele jaren)

Normaal dieet: >5 mcg (Dagelijkse behoefte -> 2-5 mcg)

22
Q

Wat is de bron van vitamine foliumzuur, waar wordt het geresorbeerd en opgeslagen en hoeveel moet er worden ingenomen bij een dagelijks dieet?

A

Bron: Bladgroenten, orgaanvlees, bonen, noten

Resorptie in het jejunum
Opgeslagen in onder andere de lever (voldoende voor enkele weken)

Normaal dieet: >50 mcg (Dagelijkse behoefte -> 50 mcg, hoger bij kinderen, adolescenten en zwangeren)

23
Q

Wat zijn de normaalwaardes van Hb bij mannen en vrouwen en zwangeren?

A

Hemoglobine (Hb):
Man: 8,6 - 10,5 mmol/L
Vrouw: 7,5 - 9,5 mmol/L
Zwangeren: >6,5 mmol/L

Hematocriet (Ht):
Man: 0,40 - 0,50 L/L
Vrouw: 0,36 - 0,46 L/L

Erytrocyten (Ery’s)
Man: 4,5 - 5,6 x 10^12/L
Vrouw: 3,9 - 4,9 x 10^12/L

24
Q

Wat is de MCV en wat is de normaalwaarde?

A

Gemiddelde volume van de erytrocyten in fL.

MCV: Ht/aantal ery’s per liter

Normaal: 80-100 fL

25
Q

Wat is de RDW en wat is de normaalwaarde?

A

Maat voor de spreiding van de erytrocyten grootte

Normaal: 11,5 - 16%

26
Q

Wat is de definitie van anemie en wat is de incidentie?

A

Te lage Hemoglobine (Hb) concentratie in verband met de normaalwaarde:
Mannen: 8,6 - 10,5 mmol/L
Vrouwen: 7,5 - 9,5 mmol/L

Incidentie:
- Man: 4%
- Vrouw: 8%

Let op het Hb is bepalend, niet het aantal erytrocyten (Rode bloedcellen)

27
Q

Wat zijn de symptomen van anemie?

A
  • Vermoeidheid
  • Bleek zien
  • Pijn op de borst (AP klachten)
  • Kortademigheid
  • Hartkloppingen
  • Klachten passend bij hartfalen
  • Duizeligheid (De hersenen hebben voor enkele seconden/minuten te weinig zuurstof, BD omlaag en HF omhoog waardoor dat leidt tot duizeligheid)
28
Q

Waarvan zijn de klachten van anemie van afhankelijk?

A

Van de snelheid van het ontstaan van anemie en co-morbiditeit

29
Q

Wat is de indeling van anemie naar grootte van erytrocyten (MCV)?

A

Microcytaire anemie (Kleine cellen): MCV <80 fl
Normocytaire anemie (Normale cellen): MCV 80-100 fl
Macrocytaire anemie (Grote cellen): MCV >100 fl

Dit wordt gecombineerd met het aantal reticulocyten

30
Q

Wat kunnen de oorzaken zijn van microcytaire anemie (MCV <80 fl)?

A

Fe gebrek:
- RDW verhoogd
- Reticulocyten laag

Hb-pathie (Thalassemie -> Kwantitatief defect Hb-ketens):
- RDW normaal
- Reticulocyten normaal of hoog

Anemie van chronische ziekte:
- Reticulocyten laag

31
Q

Wat kunnen 8 oorzaken zijn voor normocytaire anemie (MCV 80-100 fl)?

A
  • Acute bloeding: Reticulocyten normaal
  • Nierziekte: Reticulocyten laag
  • Anemie chronische ziekte: Reticulocyten laag
  • Infiltratie beenmerg door maligniteit: Reticulocyten laag
  • Myelodyplastisch syndroom (MDS): Reticulocyten laag (Kan voorkomen als eerder chemotherapie is gegeven)
  • Hemolyse zonder reticulocytose: Reticulocyten normaal
  • Sikkelcelanemie (Kwalitatief defect Hb-ketens): Reticulocyten hoog
  • Aplastische anemie: Reticulocyten laag

Acute leukemie
Chronische leukemie (Trombocyten en leukocyten meten)

Bij MDS Levertransplantatie of stamceltherapie geven

32
Q

Wat kunnen 6 oorzaken zijn voor macrocytaire anemie (MCV >100 fl)?

A
  • Vitamine B12 deficiëntie: Reticulocyten laag
  • Foliumzuur deficiëntie: Reticulocyten laag
  • Alcohol: Reticulocyten laag
  • Hypothyreoïdie: Reticulocyten laag
  • Myelodysplastische Syndroom (MDS): Reticulocyten laag
  • Hemolyse (Reticulocytose): Reticulocyten hoog

Haptoglobine en TSH meten
Dysplasie kan ook een oorzaak zijn

Hemolytische anemie -> Antistoffen (Auto-immuunziekte) of Niet auto-immuunziekte

33
Q

Wat is de indeling van anemie naar oorzaak van erytrocyten tekort?

A

Probleem met aanmaak van ery’s/Hb (Reticulocyten verlaagd):
- BM ziekte (MDS, aplastische anemie, leukemie, infiltratie door maligniteit)
- Gebrek aan bouwstoffen (Tekort aan Fe, Foliumzuur, Vitamine B12, EPI, TSH)

Verlies van ery’s (Reticulocyten normaal/verhoogd/verlaagd):
- Acuut bloedverlies: Aanvankelijk Hb nog normaal, daalt pas bij verdunning (Plasma expansie)
- Chronisch bloedverlies: Bijv. heftige menstruatie, gastro-intestinaal bloedverlies -> Uiteindelijk Fe-tekort

Verhoogd verbruik/afbraak van ery’s (Verkorte levensduur) (Reticulocyten verhoogd):
- Corpusculaire defecten:
-> Afwijking in Hb productie -> Hb-pathie
-> Membraan afwijkingen -> Bijv. sferocytose
-> Erytrocytaire enzym deficiënties: G6PD-deficiëntie
- Extracorpusculaire defecten
-> (Auto/allo) Antistoffen
-> Mechanisch: Hartklep, Diffuus Intravasale Stolling (DIS)

34
Q

Welke bloedbeeld wordt er geprikt om anemie te onderzoeken?

A
  • Hb, Ht en MCV
  • Haptoglobine: Bindt heem en is verlaagd bij hemolytische anemie, omdat er dan veel heem vrijkomt. Lager dan 0,05 is er afbraak van ery’s
  • Reticulocyten (Jonge bloedcellen): Verhoogd bij hemolyse
  • Trombocyten en leukocyten: Markers van infectie
  • Ijzer via ferritine: Serumijzer is afhankelijk van voeding. Ferritine is een betere maat voor totale ijzer hoeveelheid in het lichaam
  • Vitamine B12 en B11
  • Bilirubine: Verhoogd bij hemolyse
  • Lactaatdehydrogenase (LDH): Stijgt bij afbraak ery’s
  • Creatinine: Verhoogd bij nierfalen vanwege minder EPO
  • TSH
  • RDW: Distributie van de rode bloedcellen over de verschillende leeftijden heen
  • Reumafactor
  • ASAT, ALAT, Alkalische fosfatase, gamma-GT: Bij verdenking op leverprobleem