2.3 Zuurgerelateerde problemen van de Tractus Digestivus Flashcards

1
Q

In welke 2 delen is de maag op te delen?

A

Een gastrine producerende deel in de distale maag en een zuur producerend deel (Door de pariëtale cellen)in de proximale maag

Als de maag gaat uitzetten (door eten) en pH wordt verhoogd, is dit een stimuli om gastrine te produceren. Dit zorgt voor maagzuur. Als er teveel maagzuur is, stopt de productie van gastrine en daalt de pH weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is dyspepsie?

A

Een verzamelnaam voor maag-gerelateerde bovenbuik klachten

Het omvat klachten zoals:
- Pijn in epigastrio
- Misselijkheid
- Zuurbranden

Het is een omschrijvende samenvatting van symptomen en geen diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is zuurgerelateerde pathologie?

A
  • Zure reflux/reflux oesophagitis
  • Ulcus ventriculi
  • Ulcus duodeni
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een ulcus?

A

Een ulcus is een defect in het epitheel met een diameter van >0,5 cm wat is doorgedrongen tot in de submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden kleinere/ondiepere laesies dan ulcus genoemd?

A
  • Erosies
  • Aften
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werden maagklachten vroeger behandeld?

A

Door het gastrine producerende deel van de maag weg te snijden en aan het uiteinde van de dunne darm (end tot end anastomose, kans op stenoses) of aan de zijkant van de dunne darm te zetten (end to side anastomose, kans op terugstromen van gal naar de maag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de oorzaak voor ulcera?

A

Helicobacter pylori

Hygiëne speelt een rol. Als mensen dicht op elkaar leven is het sneller te verspreiden

Te behandelen met antibiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn klinische consequenties van de H. Pylori infectie?

A

Primair:
- Chronische actieve gastritis (100%)

Secundaire complicaties:
- Ulcus duodenum of ventriculi (20%)
- Atrophische gastritis (50%)
- Maagkanker (2%)
- Maaglymfoom (<0,1%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar komt helicobacter pylori vooral voor?

A

Bij landen waar de socio-economische omstandigheden slecht zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet de leeftijdsafhankelijke prevalentie van de H. pylori eruit in Nederland?

A

Generatie die de oorlog heeft meegemaakt (De oudere generatie van 60-70 jaar), heeft een hogere prevalentie van de bacterie dan de jongeren

Ongeveer 20% in Nederland in 2013

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe daalt de prevalentie van de H. pylori?

A

Betere socio-economische omstandigheden en effectieve eradicatie (uitroeien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de etiologie van ulcera (8)?

A
  • Infectie met de H. Pylori
  • Gebruik van NSAID’s (Voltaren, neurofen)/aspirine
  • Maagkanker
  • Andere infecties: Cytomegalie (CMV), H. helimannii
  • Andere medicamenten
  • M. Crohn
  • Zollinger-Ellison syndroom (wordt teveel gastrine aangemaakt door een tumor)
  • Ischemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn gastroduodenale bijwerkingen van NSAID en aspirine gebruik?

A
  • Erosies in de maag (50%)
  • Ulcera bij endoscopie (15-30%): Vaak asymptomatisch
  • Ulcus complicaties (3%)

Ook risico bij lage dosis aspirine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan een bloedende ulcus worden behandeld?

A
  • Injectie therapie met adrenaline (voor vasoconstrictie)
  • Thermische therapie: Goldprobe, argon plasma coagulatie
  • Mechanische therapie: Clip (Minder kans op re-bloeding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 soorten maagbloedingen zijn er?

A
  • Spuiter
  • Ozend
  • Visible vessel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt er gedaan met een gold probe?

A

Het bloedende bloedvat wordt dichtgebrand en is dus alleen geschikt bij een ulcus. Heeft wel een risico op een maagbloeding

17
Q

Wat wordt er gedaan als er een patiënt aankomt met maagbloedingen?

A

De patiënt moet niet in shock raken. Het bloedverlies wordt dan gecompenseerd door bloed toe te dienen

Verder moet de bloeding worden gestopt: Endoscopie (als het nodig is) -> angiografie of operatie

Een nieuwe bloeding moet worden voorkomen dus bloedverdunners worden gestopt

18
Q

Wat is de volgorde van de behandeling van een patiënt op de SEH met spontaan bloedbraken, hoge pols, hoge BD en laag Hb?

A
  • Infuus met NaCl
  • PPI (Zuurremmer)
  • Bloedtransfusie
  • Gastroscopie (Alleen bij een stabiele patiënt)
19
Q

Hoe kan een angiografie/coilling de maagbloeding stoppen?

A

Metalen, spiraaltjes worden in het aanvoerende bloedvat van de ulcus gestopt. Er wordt een vertraagde bloedstroom verkregen waardoor het kan stollen

Nadeel: De coil kan er niet meer uit en kan dus ischemie of verlittekening veroorzaken

20
Q

Waardoor is PPI effectief bij therapie voor een (acute) ulcera bloeding?

A

Stolsel kan beter ontstaan in een neutrale omgeving of hogere pH

21
Q

Wat is de medicamenteuze behandeling van ulcera?

A
  • Zuurremmers: Histamine receptor blokkers (H2-blokkers), Protonpomp remmers (PPI’s)
  • Anti H. pylori therapie
  • Staken NSAID/vervanging door COX-2 selectief NSAID met PPI
22
Q

Wat is de H. pylori eradicatie?

A

Triple therapie: PPI met 2 antibiotica, want:

  • Antibiotica minder effectief in zuur milieu
  • Snel ontstaan van resistentie bij mono-therapie
  • Slechte penetratie antibiotica in mucuslaag
23
Q

Bloeding is een complicatie van een ulcera, wat kan een andere complicatie zijn en wat wordt er gezien bij de X-thorax en bij de LO?

A

Een perforatie. Er zijn nu diafragmakoppels met eronder lucht

Bij LO:
- Opgeheven leverdemping
- Opgezette buik
- Buikpijn

24
Q

Wat zijn de risicofactoren voor een zure reflux?

A
  • Hernia diafragmatica (Scheurtje in middenrif waardoor hij niet meer goed samenwerkt met de sfincter)
  • Overgewicht (Meer druk in de buik)
  • Roken (Druk op de sluitspier wordt minder)
25
Q

Wat zijn de consequenties van zure reflux?

A
  • Reflux oesofagitis
  • Barret slokdarm
  • Adenocarcinoom slokdarm
26
Q

De Barret’s slokdarm incidentie stijgt in Nederland, hoe komt dat?

A

Meer welvaartsziekten zorgen voor meer zure reflux