3A1 W5 HC.3 Prenatale screening en diagnostiek Flashcards

1
Q

Wat is het doel van prenatale screening?

A

de betrokkenen in staat stellen tot het maken van een weloverwogen keuze (reproductieve autonomie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vormen van prenatale screening zijn er in NL?

A

NIPT (10 weken)
Echo (13 en 20 weken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk DNA wordt getest bij NIPT?

A

Maternaal (93%) en placentair (7%) DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar wordt op gescreend bij de NIPT?

A

o Syndroom van Down (trisomie 21)
o Syndroom van Edwards (trisomie 18)
o Syndroom van Patau (trisomie 13)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke nevenbevindingen kunnen worden gevonden bij de NIPT?

A
  • deleties van chromosoomarm
  • rare autosomal trisomy
  • moederlijke maligniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de resolutie die de NIPT test?

A

15-20 MB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is de NIPT niet 100% sensitief en specifiek?

A

placentaire DNA komt niet altijd overeenkom met foetale DNA vanwege oa trisomic rescue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat test de NIPT niet?

A

o Kleine deleties/duplicaties (<15 MB)
o DNA-mutaties (taaislijmziekte, Huntington)
o Geslachtschromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn redenen dat een afwijking niet wordt gevonden bij EUS?

A

o Afwijking te klein om te zien
o Afwijking nog niet aanwezig
o Beeldvorming beperkt door maternale beperkingen (obesitas, littekens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onder welke wet(ten) valt prenatale screening?

A

WBO en WGBO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van prenatale diagnostiek?

A

 Vaststellen obstetrisch beleid: plaats, tijdstip en methode van partus
 Vaststellen neonataal beleid
 Terminering zwangerschap: afbreken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn indicaties voor prenatale diagnostiek?

A

 Verhoogde a priori kans
 Aanvullend na afwijking bij prenatale screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke vormen van prenatale diagnostiek zijn er in NL?

A

Bepalen genotypering foetus:
- invasieve prenatale diagnostiek
- NIPD

Bepalen fenotypering foetus:
- GUO
- foetale MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vormen van invasieve prenatale diagnostiek zijn er?

A

o Vlokkentest: kan transcervicaal of -abdominaal, tussen 10-14 weken
o Vruchtwaterpunctie/amniocentese: transabdominaal, vanaf 15 weken
o Navelstrengpunctie/cordocentese: wordt weinig toegepast
Met het verkregen materiaal wordt een array gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 categorieën kent GUO?

A

o GUO-1: verhoogd a priori Risico op aangeboren afwijking
o GUO-2: verdenking op afwijking tijdens zwangerschap (na bv screening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onder welke wet(ten) valt prenatale diagnostiek?

A

WGBO