3A1 W1 VO's

Question 1

Welke factoren van de afgifte van GnRH bepalen de afgifte van FSH en LH door de hypofyse?

Answer 1

Pulsfrequentie bepaalt FSH of LH
Pulsamplitude (hoeveelheid GnRH) bepaalt hoeveelheid FSH en LH

Question 2

Wat zijn effecten van oestrogeen?

Answer 2

o Follikeluitrijping
o Negatieve feedback op hypothalamus en hypofyse –> FSH daalt
o Onderhoud van de vagina
o Andere systemische effect
o Tijdens oestrogeenpiek: positieve feedback –> LH stijgt (FSH ook beetje, maar niet relevant)

Question 3

Waardoor blijft de progesteronproductie tijdens de zwangerschap hoog?

Answer 3

Placenta maakt hCG, dat vergelijkbaar is met LH en hetzelfde effect teweeg brengt

Question 4

Welke soorten cellen heeft een follikel? Onder invloed van welk hormoon staan deze cellen en wat maken ze?

Answer 4

Thecacellen
 Staan oiv LH
 Maken androgenen (mannelijke hormonen), welke door follikelwand heen naar de granulosacellen diffunderen

Granulosacellen:
 Staan oiv FSH
 Maken van androgeen oestradiol
 Maken inhibine A en B. Dit zorgt voor negatieve terugkoppeling van FSH

Question 5

Wat zijn effecten die optreden tijdens de folliculaire fase in de menstruatiecyclus en door welk hormoon worden ze veroorzaakt?

Answer 5

Borsten zwellen
Cervicaal slijm (eiwit)

Komt door oestrogeen

Question 6

Wat zijn effecten die optreden tijdens de luteale fase in de menstruatiecyclus en door welk hormoon worden ze veroorzaakt?

Answer 6

• Temperatuur (hoger)
• PMS
• Mastalgie (pijn in borsten)
• Abdominale discomfort

Komt door progestageen

Question 7

Wat zijn diagnoses die moeten worden uitgesloten voor diagnose WHOII mag worden gesteld?

Answer 7

Hyperbijnier
Hypergonaden
Hyperprolactinemie (normaal bij borstvoeding)
Schildklierziekte

Question 8

Wat is AGS?

Answer 8

Androgenitaal syndroom: te veel androgeenproductie door bijnierschors

Question 9

Uit welke 2 soorten weefsels is de testis opgebouwd en welke cellen bevinden zich in die weefsels?

Answer 9

Interstitium: Leydigcellen, interstitieel weefsel

Tubuli seminiferi: voorloperstadia van spermacellen (ontwikkeling van buiten naar binnen, richting het lumen), sertolicellen

Question 10

Wat is een waarschijnlijke bevinding in een TESE-biopt bij afwezigheid van spermatogenese?

Answer 10

Alleen maar sertoli- en leydigcellen
Geen stadia van spermatogenese

Question 11

Welke structuren passeren de zaadcellen na het verlaten van de tubuli seminiferi tot aan de epididymis?

Answer 11

o Tubuli recti
o Rete testis
o Ductuli efferentes
o Ductus epididymis

Zie doc voor structuren ductuli efferentes en ductus epididymis!!

Question 12

Wat is het nut van stereocila in ductus deferens?

Answer 12

• Vergroten absorberend contactoppervlak
• Resorberen de stof die vrijkomt als spermacellen en spermatozoa afsterven

Question 13

Uit welke 2 cellagen zijn de klierbuizen van de prostaat opgebouwd?

Answer 13

 Kubocylindrische luminale cellen: produceren secreet
 Platte basale cellen: voorlopers van luminale cellen, lastig te onderscheiden van omliggende fibroblasten en bindweefsel

Question 14

Welke zones kent de prostaat?

Answer 14

 Centrale zone: rondom urethra prostatica
 Transitiezone: links en rechts van urethra prostatica, heeft nodulaire bouw
 Perifere zone: helemaal aan de zijkanten

Question 15

Van welke 2 structuren is de ductus ejaculatoris een fusering?

Answer 15

Ductus deferens (vanuit epididymis) en vesicula seminalis

Question 16

In welk gebied van de prostaat komt prostaatkanker vaak voor?

Answer 16

In de perifere zone van de prostaat voor. Deze zone is ver verwijderd van de urethra en geeft daardoor weinig symptomen en klachten.

Question 17

Wat zijn waarschijnlijke bevindingen in een biopt met prostaatkanker?

Answer 17

Afwezigheid basale cellen
Onregelmatige rangschikking van klierbuizen
Grote kernen

Question 18

In welk gebied van de prostaat komt benigne prostaathyperplasie vaak voor?

Answer 18

In de transitiezone van de prostaat, waar het de urethra dicht kan drukken en plasklachten kan geven