3A1 W1 HC.2 Cyclusstoornissen Flashcards
Definieer anovulatie
Een cyclus zonder ovulatie
Definieer oligomenorroe + prevalentie
Onregelmatige en minder frequente menstruaties. Prevalentie: 1-7 per 1000.
Definieer amennorroe + prevalentie
Afwezigheid van menstruaties >4 maanden. Prevalentie: 20-30 per 1000
Definieer menorrhagie
Regelmatige, maar langdurige en overvloedige menses welke Hb-ondermijnend kunnen zijn
Definieer metrorrhagie
Geen herkenbaar cycluspatroon aanwezig
Defineer dysmenorroe
Pijnlijke menstruaties
Hoe lang duurt een normale menstruatiecyclus en hoeveel menses vindt er plaats?
Cyclus: 25-25 dagen
Menses: <80-120 mL/dag voor 3-6 dagen
Noem de 3 oorzaken van cyclusstoornissen + presentatie + vb
Organische oorzaak: variatie in bloed, bv uterus myomatosus (vleesboom), endometrium- of cervixpathologie
Secundaire oorzaak: gevolg van andere ziekte, bv stollingsstoornis of iatrogeen (antistolling)
Regulatoire (hormonale oorzaak): variatie in cyclusduur
Beschrijf de hormonale regulatie van de menstruele cyclus (10 stappen)
Folliculaire fase:
1. Gonadotropin-Releasing Hormone (GnRH) komt vrij uit hypothalamus
2. Oiv GnRH worden FSH en LH uit de hypofyse voorkwab afgegeven
3. Follikels groeien oiv FSH
4. De granulosacellen van het follikel geven door binding van FSH oestrogeen (estradiol) af. Oestrogeen remt FSH (negatieve feedback). Hierdoor rijpt maar 1 follikel per cyclus, deze blijft oestrogeen produceren.
5. Het oestrogeenniveau bereikt een bepaalde drempelwaarde, wat nu juist de GnRH-gevoeligheid doet toenemen (positieve feedback). Dit zorgt voor een LH-piek
Luteale fase:
6. Oiv LH-piek vindt de ovulatie plaats en gaat de oöcyt richting eileiders
7. Corpus luteum (het overgebleven follikel) produceert oiv LH oestrogeen en mn progesteron.
8. Het slijmvlies (endometrium) wordt oiv progesteron opgebouwd. Progesteron remt FSH en LH.
9. Ondertussen produceren de granulosacellen inhibine, dat FSH-remt
10. Geen conceptie: progesteron daalt en slijmvlies wordt afgebroken –> menstruatie. De progesteron en oestrogeen gaan omlaag en LH en FSH omhoog –> nieuwe cyclus.
Wel conceptie: progesteron blijft hoog en slijmvlies blijft intact. LH en FSH blijven laag.
Waar wijst hirsutisme (overbeharing) op?
Tekort aan oestrogeen of relatief overschot aan steroïde hormonen
Waar wijst vette huid en acne op?
PCOS
Waar wijst een dunne huid op?
Oestrogeentekort
Op welk niveau ligt de meest voorkomende oorzaak van anovulatie?
Endocriene disbalans (75%).
Andere oorzaken: ovarieel (11%), uterien (7%) en hypothalaam (5%)
Welke 2 vormen (en subvormen) kent amennorroe?
Primair: uitblijven menarche
- >14 jaar, geen ontw. van sec. geslachtskenmerken
- >16 jaar, wel ontw. van sec. geslachtskenmerken
Secundair: uitblijven van eerder wel aanwezige menstruatie. Na 3-4 mnd –> onderzoek
Hoeveel procent van de oligo-/amennorroe wordt veroorzaakt door hyperprolactinemie?
5-30%. Daarom moet prolactine altijd bepaald worden.
Wat is de functie van prolactine
Het op gang brengen van de melkproductie in de borstklieren
Wat zijn de gevolgen van een sterke verhoging van prolactine?
Amenorroe en verlaagd oestrogeen
Wat zijn de gevolgen van een milde verhoging van prolactine?
Luteale fase neemt af in duur, cyclus wordt korter
Wat zijn oorzaken van hyperprolactinemie?
Benigne micro-adenoom (75%)
Benigne macro-adenoom. Dit kan laterale visusklachten geven
Maligniteit
Wat is de behandeling voor prolactinemie?
Toedienen van dopamine agonisten (parlodel, norprolac, dostinex)
Presentatie anovulatie WHO I (10%)
Amennorroe, vaak secundair
Presentatie anovulatie WHO II (80%)
Oligo- of amennorroe, overgewicht, hyperandrogenisme (hirsutisme, acne, virilisatie), PCOS
Presentatie anovulatie WHO III (10%)
Amennorroe, in vroeg stadium kortere cyclus
Oorzaak anovulatie WHO I
Centrale oorzaak:
- Hypothalamusaanleg: trauma, tumor of Kallmannsyndroom
- Hypothalame functiestoornis: idiopatisch, stress, eetstoornis, extreme fysieke belasting, gewichtsreductie
- Hypofyse functiestoornis: aanleg of tumor
Oorzaak anovulatie WHO II
Multifactoriële oorzaak:
- Disbalans in hypofyse-gonaden-as (verstoorde endocriene regulatie)
Oorzaak anovulatie WHO III
Perifere oorzaak (ovarieel):
- Menopauze
- Prematuur ovarieel falen
- Turner syndroom
Bloeduitslag anovulatie WHO I
LH, FSH en E2 verlaagd
Bloeduitslag anovulatie WHO II
FSH en E2 normaal
LH normaal of verhoogd
Bloeduitslag anovulatie WHO III
LH en FSH verhoogd
E2 en progesteron verlaagd
Behandeling anovulatie WHO I
Ovulatie-inductie, IVF
Behandeling anovulatie WHO II
Ovulatie-inductie, IVF
Behandeling anovulatie WHO III
Ovulatie-inductie, IVF, eiceldonatie
Beeldvorming anovulatie WHO I
MRI hypofyse en hypothalamus
Beeldvorming anovulatie WHO II
Transvaginale echoscopie
Beeldvorming anovulatie WHO III
Transvaginale echoscopie
Aanvullend onderzoek anovulatie WHO I
Prolactine, TSH, vrij T3 en T4,
Aanvullend onderzoek anovulatie WHO II
Androgenen, SHBG
Aanvullend onderzoek anovulatie WHO III
Inhibine B, auto-antistoffen tegen thyroïd- en steroïd producerende cellen
Chromosoomonderzoek
Gevolgen anovulatie WHO I
Korte termijn: infertiliteit/anovulatie
Lange termijn: osteoporose, cardiovasculaire complicaties
Gevolgen anovulatie WHO II
Korte termijn: subfertiliteit/anovulatie, meer miskramen
Lange termijn: DM2, endometriumcarcinoom, cardiovasculaire aandoeningen, zwangerschapscomplicaties
Gevolgen anovulatie WHO III
Korte termijn: infertiliteit/anovulatie, meer miskramen, hogere kans op congenitale afwijkingen
Lange termijn: osteoporose, bijnierinsufficiëntie, cardiovasculaire aandoeningen