3A1 W4 HC.4 Seksuele disfunctie bij man en vrouw Flashcards

1
Q

Wat zijn seksualiteitsverschillen tussen man en vrouw?

A

o Refractaire periode van man langer dan van vrouw
o Plateaufase van vrouw langer dan van man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke onderdelen bestaat het PLISSIT-model voor het bespreken van seksualiteit?

A

o Permission: vergroten van bespreekbaarheid en signalen van patiënt herkennen
o Limited info: vergroten van zelfredzaamheid, geruststelling en voorkomen van chronische seksuele problemen
o Specific suggestion: simpele gedragsadviezen
o Intensive therapy: psychotherapie of cognitieve gedragstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke fases bestaat de seksuele responscyclus?

A
  1. Verlangen
  2. Opwinding
  3. Plateaufase + orgasme
  4. Herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke oorzaak van seksuele disfunctie kan voorkomen in de fase van verlangen?

A

Gebrek aan verlangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke oorzaak van seksuele disfunctie kan voorkomen in de fase van opwinding?

A

Lubricatievermindering
Erectiestoornis
Dyspareunie
Vaginisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke oorzaak van seksuele disfunctie kan voorkomen in de fase van plateau en orgasme?

A

Anorgasmie
Aspermie: an-/retrogade ejaculatie
Ejaculatio tarde/precox
Climacturie (urineverlies tijdens orgasme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke oorzaak van seksuele disfunctie kan voorkomen in de fase van herstel?

A

Dissatisfactie
Pijn
Dyspareunie
Priapisme
PSAD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan welke criteria moet worden voldaan om te spreken van seksuele disfunctie?

A

o Disfunctie treedt op na adequeate stimulatie
o Disfunctie is >6 maanden aanwezig
o Patiënt lijdt eronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke hormonen spelen een rol bij seksuele respons?

A

o Testosteron
o Vasopressine
o Oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontstaat een erectie?

A
  1. A. cavernosa relaxeert –> bloedtoevoer naar penis neemt toe
  2. Sinus cavernosus loopt vol, penis wordt stijf
  3. Venen in wand van zwellichamen worden dichtgedrukt, waardoor bloed niet meer kan aflopen
    De vasodilatatie van bloedvaten staat oiv n. cavernosus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn neurologische oorzaken van seksuele disfunctie?

A

o Dwarslaesie
o CVA
o Perifere neuropathie
o MS
o Hersentrauma
o Epilepsie
o Verminderde fysieke beweeglijkheid
o Parkinson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de ziekte van Peyronie

A

kromming van penis in erectiestand doordat een stukje hard weefsel de erectie eenzijdig belemmerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly