3A1 W3 VO's

Question 1

Welke N en C horen bij een primaire oöcyt, secundaire oöcyt en de uiteindelijke eicel?

Answer 1

Primaire oöcyt: 2n4c
Secundaire oöcyt: 1n2c
Uiteindelijke oöcyt: 1n1c

Question 2

Hoe noem je het onderscheppen en dus voorkomen van innesteling en bevruchting?

Answer 2

Interceptie

Question 3

Welke 2 vormen van IUD zijn er?

Answer 3

Cu-IUD/koperspiraal
Levonorgestrel houden IUD/Mirenaspiraal/hormoonspiraal

Question 4

Hoe werkt een Cu-IUD?

Answer 4

Ontstekingsinfiltraat endometrium en tuba, immobilisatie zaadcellen, 5-10 jaar in situ, ovulatie blijft behouden

Question 5

Hoe werkt een hormoonspiraal?

Answer 5

Endometriumatrofie (leidt tot hypo- of amenorroe), minder doorgankelijk cervixslijm, ovulatie blijft behouden

Question 6

Wat zijn bijwerkingen van een Cu-IUD?

Answer 6

Menorragie, expulsie, infectie na insertie

Question 7

Wat zijn bijwerkingen van een hormoonspiraal?

Answer 7

Expulsie, infectie na insertie, systemische endocriene effecten

Question 8

Wat zijn contra-indicaties voor een IUD?

Answer 8

• Zwangerschap
• Bloeding met onbekende oorzaak
• Actieve infectie
• Maligne aandoening genitalia
• Kleine uterus, uterus anomalie, dysmenorroe, menorragie

Question 9

Hoe vindt sterilisatie van een vrouw plaats?

Answer 9

• Laparoschopische uitvoering
• Plaatsing Flishie clips of coagulatie (dichtbranden) bij tubae.
• Is zo goed als definitief

Question 10

Hoe vindt sterilisatie van een man plaats?

Answer 10

• Procedure via scrotum
• Vas deferens wordt doorgenknipt
• Na 3 maanden azoöspermie
• Reversibel, maar hoe langer onderbroken, hoe slechter herstel
• Soms blijvende pijnklachten (post vasectomy pain syndrom)

Question 11

Welke vormen voor hormonale anticonceptie zijn er, waarbij zowel oestrogeen als progestageen wordt gegeven?

Answer 11

 Oraal combinatiepreparaat (de pil)
 Transdermaal (pleister)
 Vaginaal (ring)

Question 12

Welke vormen van hormonale anticonceptie zijn er waarbij alleen progestageen wordt gegeven?

Answer 12

 IUD
 Minipil (POP)
 Prikpil (depot, DMPA)
 Implanon

Question 13

Wat is de acrosoomreactie?

Answer 13

spermacel bindt aan bindinereceptoren van zona pellucida, waardoor acrosomine vrijkomt. Acrosomine zorgt dat zone pellucida lokaal oplost en de zaadcel de eicel naar binnen kan.

Question 14

Wanneer vind de zonareactie plaats en wat gebeurt er dan?

Answer 14

vindt plaats na meiose II. Tijdens deze reactie gebeuren de volgende dingen:
o Versteviging van zone pellucida
o Verandering en afbraak van bindinereceptoren op zona pellucida waardoor zaadcellen niet meer kunnen binden

Question 15

Wat is compactie en wanneer vindt het plaats?

Answer 15

proces rond 8-cellig stadium van morula waarbij de cellen dmv gap junctions met elkaar verbonden raken, waardoor ze moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. E-cadherines spelen een belangrijke rol hierbij.

Question 16

Welke 3 rouwmodellen zijn er en wat houden deze in?

Answer 16

o Het rouwfasemodel: een persoon in rouw doorgaat in een bepaalde volgorde verschillende fases van rouw. Dit model is achterhaald, omdat is gebleken dat niet iedereen alle fases doorloopt en ook niet in dezelfde volgorde.
o Het duale procesmodel: een rouwende switcht tussen herstelgerichte en verliesgerichte coping
o Het rouwtakenmodel: een rouwende volbrengt 4 rouwtaken waarbij het verlies wordt verwerkt. Volgorde is hierbij niet relevant