3A1 W3 HC.4 Menopauze en hormoonsubstitutietherapie (HST)

Question 1

Wat gebeurt er bij de menopauze?

Answer 1

Laatste menstruatie, de eierstokken stoppen hierna met oestrogenen maken

Question 2

Hoe heet de periode vóór de menopauze en wat zijn kenmerken hiervan?

Answer 2

Menopauzale transitie
Kenmerken:
o Irregulaire menstruatie, meer en/of langer bloedverlies
o Hormoonschommelingen
o Menopauzale klachten zoals opvliegers, nachtelijk transpireren, hartkloppingen, moodswings

Question 3

Hoe werkt de fysiologie van een opvlieger?

Answer 3

o Thermoregulatoire dysfunctie op het niveau van de hypothalamus
o De thermoneutrale zone is smaller bij vrouwen met opvliegers

Question 4

Hoe zorgt oestrogeendaling voor thermoregulatoire dysfunctie?

Answer 4

Toename van cerebrale noradrenaline, waardoor termoregulatoire zone versmalt.
Dysfunctie gaat als volgt:
Perifere vasodilatatie –> bloeddoorstroming huid stijgt, warmtegevoel, stijgen hartfrequentie
Transpiratie door hittegevoel –> dalen kerntemperatuur
Bibberen

Question 5

Met welke factoren kunnen opvliegers samenhangen?

Answer 5

Dieet, stress, slaap, sociale situatie

Question 6

Welke andere verschijnselen treden op bij de overgang?

Answer 6

• Effecten van oestrogeendaling
• Urogenitale verschijnselen
• Veranderingen uiterlijk
• Veranderingen bewegingsapparaat
• Overige klachten
  zie doc

Question 7

Welke risico’s nemen toe vanaf de menopauze?

Answer 7

Hart- en vaatziekten
Botbreuken
Borstkanker

Question 8

Waaruit bestaat hormoonsubstitutietherapie (HST)?

Answer 8

Oestrogeensubstitutie en indien baarmoeder aanwezig ook progestageen

Question 9

Wat zijn voor- en nadelen van HST?

Answer 9

Voordelen:
- Verdwijnen overgangsklachten
- Goed voor botten
- Goed voor blaas en vagina

Nadelen:
- Soms weer ongesteld (onttrekkingsbloeding)
- Soms misselijk
- Toenemende risico’s

Question 10

Wat zijn indicaties voor HST?

Answer 10

Menopauze <46 jaar
Ernstige overgangsklachten
Versterkte botontkalking <50 jaar

Question 11

Wat zijn contra-indicaties voor HST?

Answer 11

Borstkanker
Baarmoederslijmvlieskanker
Trombose en/of longembolie
Migraine (evt)

Question 12

Welke toedieningsvormen kent HST?

Answer 12

Oraal, transcutaan (alleen bij oestrogenen) en vaginaal

Question 13

Tot wanneer wordt HST gegeven?

Answer 13

<50 jaar geen bezwaar
vanaf 50 elk jaar evalueren