3.3 fysiologie van gal Flashcards
wat is de samenstelling van gal in de lever ? 11
galzouten
cholesterol
fosfolipide
geconjugeerde bilirubine
elektrolyten en water
ADEK
geconjugeerde drugs
steroid hormonen
immunoglobulines
glutathion
eiwit
wat is de functie van galzouten?
vormt galmicellen met cholesterol en fosfolipiden
emulgeert/ transsport dieet lipiden
opname van ADEK in micellen
wat is de functie van cholesterol?
afvoer in gal is de enige excretie
wat is de functie van fosfolipiden ?
beschermt tegen toxiciteit van galzouten
lost cholesterol op
wat is de functie van geconjugeerd bilirubine?
afvoer van metaboliet
hoe wordt galzout gemaakt?
gal bestaat uit galzouten. galzouten worden gemaakt uit cholesterol. cholesterol wordt namelijk omgezet tot galzuur (= galzout) door hydroxilering en omzetten van de beta naar de alfa configuratie
in totaal 3 OH groepen
later wordt aan de galzouten met een isopeptide binding glycine of taurine toegevoegd waardoor glycocholaat en taurocholaat ontstaan
er ontstaat zo een afmonteer galzout met zowel een hydrofiele als hydrofobe kant
hoe ontstaan galmicellen?
galzoiyen wordt uitgescheiden door de lever en komen in de gal gangetjes. wanneer de concentratie van galzouten boven een bepaald niveau is (CMC) ontstaan er micellen: de galzouten gaan nu groeperen waarbij de hydrofiele kant naar buiten zit en de hydrofobe kant naar binnen
waaruit bestaan de micellen?
galzouten
fosfolipide
cholesterol
galcomponenten worden vanuit de hepatocyt via 3 transporteurs afgegeven aan de galweg. welke zijn dit?
BSEP (ABC11): export galzouten
steroline 1/2 (ABCG5/8): export cholesterol
MDR3 (ABCB4): export fosfolipasen
wat doen de cholangiocyten en wat zijn het?
het zijn hepatische duct cellen. ze voegen een bicarbonaat rijke vloeistof toe aan het geheel (op dezelfde manier als in de pancreas met CFRT)
van welke 3 componenten is totale gal secretie afhankelijk ?
galzout-onafhankelijk canaliculair: vaste galsecretie door de hepatocyten die constant is
galzout-afhankelijk canaliculair: als er meet galzouten worden gesecreteerd, gaat er meer vloeistof mee (cholesterisch effect)
galzout-onafhankelijk, ductulair (CFRT afhankelijk): secretie vindt plaats via CFRT kanaal
wat gebeurd er bij cystische fibrose?
je mist de ductulaire secretie (geen HCO3- en H2O bij het gal tiegevoged). het gal is dikker en vfusceuzer en de patient heeft meer kans op het krijgen van cholestase door de verminderde aanwezigheid van vloeistof en de hogere concentratie galzouten
waar worden galzouten omgezet en hoe?
ze worden omgezet in het colon door bacteriën. ze gaan de galzouten deconjugeren. de glycine en taurine wordt eraf geknipt waardoor het ongeconjugeerde galzout ontstaat. doordat het hydrofober is kan het makkelijker over het plasma membraan. het is een manier om galzouten opnieuw terug te resorberen (weinig gesynthetiseerd, veel gericyled)
wat is UDCA?
het is ursodiol.
het is een galzout welke niet amfoteer is. ook is het hydrofieler.
het is niet toxisch en zorgt ervoor dat er geen cholestase optreedt. het wordt oraal gegeven bij cholestase, cystische fibrose en galstenen
wat zijn voordelen van UDCA?
cholesterisch effect gaat omhoog (hoeveelheid galzouten neemt toe dus meer vloeistof)–> spoelt galwegen schoon
remt de novo synthese van toxische galzouten door de lever
het is zelf niet hepato-toxisch