1.B.4 - HC.3 Celbeschadiging tot celdood Flashcards
oorzaken celbeschadiging
- langdurig zuurstofgebrek
- mechanische schade
- stralingsschade, ioniserende straling, warmte/koude straling, stroomstoot
- chemicaliën
- infecties
- genetische defecten (ophoping van stoffen)
typen celschade
reversibel
irreversibel
waartoe kan irreversibele schade leiden?
necrose of apoptose
Wat gebeurt er met een cel als het onder stress staat, er een toegenomen vraag is of een verminderde toevoer?
adaptatie
Wat gebeurt er met een cel bij beschadigende stimuli?
celbeschadiging
Wat gebeurt er bij onomkeerbare celdood?
verlies mitochondriale functie
membranen gaan stuk
DNA, chromatine structuur veranderen
Wanneer reversibele beschadiging?
matige stress
Wanneer irreversibele beschadiging?
langdurige stress
Waarvan hangt de ernst van de schade af?
mate van stress waar de cel onder staat, soort cel
organen die getransplanteerd kunnen worden
hart
longen
nieren
lever
pancreas
dunne darm
weefsels die getransplanteerd kunnen worden
huid
bot, kraakbeen, pezen
hoornvlies
hartkleppen en grote bloedvaten
bloed, beenmerg en stamcellen
verschijnselen cel reversibele schade
- uitstulpingen in membraan (blebs)
- ER zwelt op
- klontering DNA
- mitochondriën zwellen op
processen in de cel kunnen minder goed uitgevoerd worden
verschijnselen cel irreversibele schade
cel valt uit elkaar
- cel zwelt steeds meer
- ribosomen laten los van ER
- organellen barsten kapot
- stukken celmembraan laten los –> celinhoud komt vrij
triggers die leiden tot celdood
DNA beschadiging
- apoptose
membraanschade
- mitochondriaal membraan schade
- plasmamembraan schade (lekkage)
- necrose
schade aan cytoskelet (houdt alles bij elkaar)
- gevolg: schade aan membraan
verminderde werking mitochondriën
- verlies ATP
- necrose
vormen necrose
liquefactie necrose (colliquatie of vervloeiings necrose)
coagulatie necrose
gangreneuze necrose (ledematen)
verkazende necrose (tuberculose)
vet necrose
fibrinoide necrose (bloedvaten, bv auto immuun ziekte)
liquefactie necrose
alsof je een pus bult hebt
- visceuze massa
- vaak in hersenen, longen, soms in hart
- associatie met infecties
- locale hydrolyse –> cystevorming
- eiwit afbraak (autolyse)
- ontstekingscellen (heterolyse)
coagulatie necrose
structuur blijft intact, maar cel is dood (batterij uit cel getrokken)
- veel in hartspier
- vochtophoping
- denaturatie eiwitten
- verlies cellulaire morfologie
gangreneuze necrose
- ledematen
verbazende necrose
bij tuberculose
vet necrose
in buikholte (als pancreas gaat lekken)
fibrinoide necrose
in bloedvaten, bv. auto-immuun ziektes
hoe is schade aan de hartspier aan te tonen?
biomarkers in het bloed
welke biomarkers kunnen aangetoond worden in het bloed?
creatine fosfokinase (CPK)
- tot 2 dagen na infarct te vinden
Troponine T en I
- groter
- duurt langer voor ze te meten zijn (1-6 dagen na infarct)
- blijven langer hoog
myoglobine
- snel na infarct te meten
- klein
- niet heel specifiek want zit ook in andere spieren
FABP
- klein molecuul
- snel na infarct te vinden (1-24 uur)
apoptose
geprogrammeerde celdood