1.B.3 - HC.6 Koppeling hart en bloedvaten Flashcards
2 functiecurves
- koppeling ventrikel aan vasculaire systeem
- effect pompfunctie op veneuze vullingsdruk
ventriculaire functie curve:
als je het hart meer vult (hogere atriumdruk) kun je een toename krijgen in de pompfunctie
vul je het meer, dan kun je meer uitpompen
Wat is de atriumdruk?
maat voor de preload en daarmee de druk in het ventrikel
Wat gebeurt er bij een toename van de atriumdruk?
de preload neemt toe –> hartminuutvolume neemt toe (tot een bepaald plateau)
Heerst er een positieve of negatieve druk in onze borstkas?
negatief
Wat gebeurt er bij inspanning met het plateau van de ventriculaire vullingscurve?
plateau van HMV wordt hoger –> komt door hogere hartslag en slagvolume
Wat gebeurt er bij inspanning met HF en slagvolume?
HF: hoger (kan van 60 naar ±200)
slagvolume: verandert nauwelijks (kan met ±50% toenemen)
Wat wordt er bekeken in de vasculaire functie curve?
effect van de output van het hart op de vullingsdruk
het effect van pompen op het veneuze stelsel/ rechter atrium
Wat gebeurt er bij een hartstilstand met de drukken?
hartminuutvolume is 0 –> atriumdruk= 8 (hetzelfde als druk i venen en arteriën)
venen zijn opgezwollen
Wat gebeurt er met de drukken als het hart weer gaat pompen na een hartstilstand?
Het veneuze bloed wordt verplaatst naar het arteriële vaatstelsel
- veneuze druk daalt
- arteriële druk stijgt
terwijl je pompt, neemt de atriumdruk af
wat gebeurt er als je een patiënt niet laat plassen of extra bloed geeft?
bloedvolume neemt toe –> HMV neemt ook toe –> atriumdruk neemt toe
Hoe kun je de vasculaire functie curve beïnvloeden?
- bloedvolume laten toenemen
- venoconstrictie (via alfa1 receptoren)
Wat gebeurt er bij inspanning met de arteriële druk?
neemt toe (ongeveer van 100 naar 110 mmHG)
Wat gebeurt er met het HMV bij inspanning?
neemt toe tot ±20 L/min
Wat gebeurt er met de ventriculaire functie curve bij hartfalen?
plateau is verlaagd