ZO2 week 1 Brandstofverbruik bij sport Flashcards

1
Q

Welk stofje is het meest geschikt voor felle, krachtige sport?

A

Creatine-fosfaat en glycogeen, omdat ze het snelst ATP aanleveren en geen O2 verbruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het meest effectief voor duursporten?

A

Glycogeen en vetzuren, omdat substraat aanvoer voor lange duur is gegarandeerd en de O2 toevoer de vraag kan voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is spiervezel type I?

A
  • Slow twitch: Langzame spiertrekkingen en lage contractiekracht
  • Heeft veel mitochondriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de spiervezel type IIa?

A
  • Fast twitch: Snelle spiertrekkingen, grote contractiekracht
  • Veel mitochondriën
  • Hoog actomyosine ATPase en hoog mitochondriale NADH oxidatie activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is spiervezel type IIb?

A
  • Fast twitch: Grote contractiekracht
  • Weinig mitochondriën
  • Toename bij krachttraining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de lactaatdrempel?

A
  • VO2 waarbij de concentratie van lactaat in bloed voor het eerst sterk stijgt
  • Kan door training naar hogere VO2 waarde schuiven
  • Wordt bepaald door onder andere hoe snel zich hypoxie ontwikkeld in de gebruikte spieren en de snelheid waarmee het gevormde lactaat wordt geoxideerd in andere weefsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly