1.2 Concepten Lichaamssamenstelling Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste compartimenten bij de 5 levels van de lichaamssamenstelling?

A

ECV: Extracellulaire vloeistof
ICV: Intracellulaire vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat level 1 van de lichaamssamenstelling?

A

Atomen

  • 50 atomen in het lichaam
  • 5 atomen zijn verantwoordelijk voor 98% van het lichaamsgewicht (Waarvan zuurstof voor 61 kg ervan zorgt)
  • Overige 45 atomen zijn voor de rest van het gewicht (2%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 5 atomen zijn verantwoordelijk voor de 98% van het lichaamsgewicht?

A

Zuurstof
Koolstof
Hydrogen (H+)
Nitrogen (stikstof)
Calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat level 2 van de lichaamssamenstelling?

A

Moleculen (Vetten, eiwitten, mineralen, koolhydraten, water )

De Atomen vormen samen moleculen die >100.000 chemische verbindingen vormen die verschillen in complexiteit en gewicht

Ze maken simpele moleculen zoals water of zoals DNA (die bestaan uit eiwitten, koolhydraten, vetten, mineralen of water)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat level 3 van de lichaamssamenstelling?

A

Cellen (10^14 cellen)

  • Cellen ontstaan uit moleculen en zorgen samen voor een levende organisme
  • Cellen verschillen in vorm, grootte, samenstelling en verdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat level 4 van de lichaamssamenstelling uit?

A

Weefsels

  • Vetweefsel
  • Spierweefsel
  • Botweefsel
  • Zenuwweefsel
  • Huidweefsel

Weefsels bevatten cellen die overeenkomen in functie, embryonale origine en verschijning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat level 5 van de lichaamssamenstelling?

A

Het gehele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom wordt de lichaamssamenstelling gemeten?

A

1) Om te kijken naar de gezondheid (hoeveel risico iemand heeft op een bepaald ziektebeeld)
- Bijvoorbeeld om diabetes te voorkomen. Er is een ideale vet percentage voor gezondheidsredenen

2) Om aanbevelingen te kunnen doen
- Bijvoorbeeld aankomen/afvallen, spier opbouwen en atletische condities (Conditie en training voor topsporters)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de gevolgen van een te hoge lichaamsvet?

A
  • Chronische ziektes en premature dood
  • Verminderde hartfunctie
  • HVZ en hypertensie
  • Diabetes (Type 2)
  • Kanker
  • Galblaas problemen
  • Slaapproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan je informatie krijgen over de verandering in de lichaamssamenstelling?

A

Met de BMI:
Gewicht/lengte * lengte = kg/m2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de waardes van de BMI? (Bij Kaukasische mensen)

A

Ondergewicht: 18,5
Gezond: 18,5-24,9
Overgewicht: 25-29,9
Obesitas: 30-39,9
Ernstige obesitas: >40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan er door middel van de BMI worden voorspeld?

A

De kans op overleving. (Bij 22 is er de beste kans op overleving). Er is geen associatie op basis van geslacht

Een gezonde BMI heeft de grootste levensverwachting. Bij een veel te laag of zwaar gewicht neemt de levensverwachting af (Bijv. vanaf 25). Leeftijd (Jonger zijn) en hogere BMI heeft wel een correlatie met elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de limitaties van de BMI, dus waar geeft het geen informatie over?

A

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen plasma volume, spiermassa, vet en botten. Er wordt gekeken naar het totale gewicht en niet hoe het tot stand is gekomen. Sporters kunnen daarom gezien worden als zwaar, terwijl ze gezond zijn en slanke mensen kunnen gezien worden als gezond, terwijl ze veel vetpercentage hebben. Hierdoor is het niet altijd een goede maat voor lichaamsvet.

Een persoon die veel sport kan een hoge body mass index hebben en toch gezond zijn. Hierdoor moet er rekening worden gehouden met de nierfunctie op basis van kreatinine bij weinig spiermassa.

  • Er is geen informatie over verschillende etniciteiten
  • Houdt geen rekening mee met chronische ziekten
  • Leeftijdsonafhankelijk
  • Geen onderscheid tussen man en vrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan de nierfunctie op basis van kreatinine bij weinig spiermassa op de juiste wijze worden berekend?

A
  • Kreatinine klaring berekenen met 24 uurs urine
  • eGFR op basis van Cystatine C
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de belangrijkste parameter in het evalueren van het gewicht en de lichaamssamenstelling?

A

Proportie van het totale lichaamsgewicht percentage vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de effecten van een te lage lichaamsvet?

A

Verhoogde kans op verminderde vruchtbaarheid en immuunaandoeningen.

Teveel vet kan zorgen voor HVZ, Hypertensie, DM type II en kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar is het vet opgeslagen?

A
  • Subcutaan: Onderhuids (Gezond)
  • Intermusculair: Tussen de spieren (Belangrijk voor metabolisme)
  • Intramusculair: In de spieren
  • Abdominaal: Buikholte
  • Thoracaal: Borstholte
18
Q

Wat is het verschil in vetopslag tussen mannen en vrouwen?

A

Vrouwen slaan het vet vooral op rondom de heupen, kont, onderbuik, borsten, schouders en triceps (peer). Na de overgang lijkt de vetopslag bij vrouwen meer op die van de mannen

Mannen slaan het vet vooral op in het abdomen (appel)

19
Q

Wat is het model of body composition 1?

A

Body composition is een betere indicator dan de BMI en geeft een betere inschatting van de levensverwachting.

Body composition 1 maakt een onderscheid tussen vrije vetmassa (niet essentieel + opslag vet) en lean body mass (weefsel met essentiële vet)

Dit is in de praktijk lastig te meten

20
Q

Wat is het model of body composition 2?

A

Onderscheid tussen totale vet massa (inclusief essentieel vet) en het vet vrije massa (overig weefsel)

21
Q

Waaruit bestaat het vet vrije massa?

A

Alle organen en weefsels die zonder vet zijn. Dus lichaamsgewicht - alle extra opgeslagen vet. Alleen de spieren, botten, organen en bindweefsel

Samenstelling is vooral:
- Water (60%): Meeste water zit intracellulair
- Glycogeen (Botten)
- Eiwitten (Spieren)

22
Q

Waaruit bestaat het menselijke lichaam voornamelijk uit?

A

Water, 60% bij mannen en 55% bij vrouwen. Het zit zowel in de cellen maar ook buiten de cellen

23
Q

Wat houdt essentieel vet in?

A

Het is het dagelijks minimum benodigde vet om te kunnen overleven en goed te kunnen functioneren, voornamelijk voor de longen en hersenen (Ook de spieren). Het is nodig om organen goed te laten functioneren, beschermen van de organen, isolatie en energieopslag. Bestaat uit vet dat zit opgeslagen in de grote organen, spieren en centraal zenuwstelsel

Verminderen van het essentiële vet kan zorgen voor gezondheidsproblemen bij bijvoorbeeld Anorexia patiënten of mensen die een extreme dieet of sport doen

24
Q

Waarom hebben vrouwen meer essentieel vet?

A

Vrouwen moeten een baby kunnen dragen en menstruatie cyclus. Het lichaam voelt aan of de vrouw een goede zwangerschap kan uitvoeren of niet.

Mannen hebben 3-5% van het totale lichaamsgewicht aan essentieel vet. Mannen hebben meer spieren
Bij vrouwen is dit 8-12%. Vrouwen hebben dus meer vet

25
Q

Wat is niet essentieel vet?

A

Vetweefsel -> opslagvet (Adipose tissue) en zit vooral onder de huid (Subcutaan)

Vooral in de vorm van triglyceride opgeslagen.
Wordt vaak opgeslagen subcutaan, als vetweefsel dicht bij het huidoppervlakte

26
Q

Wat gebeurd er met de lichaamssamenstelling als je ouder wordt?

A

Mensen worden kleiner, buigen voorover en ontwikkelen een buikje.

Lichaamsgewicht neemt toe bij het ouder worden, lean body mass neemt af (weefsels (bot, spier, etc.) + essentieel vet) en de hoeveelheid neemt toe. Naarmate mensen ouder zijn zal er minder worden gegeten en minder bewogen waardoor het lichaamsgewicht zal toenemen.

Bij vrouwen neemt het vet massa toe

27
Q

Welke manieren zijn er om de lichaamssamenstelling te schatten?

A
  • Huidplooidiktemeting
  • Lichaamsomtrek meten (Heup/taille ratio)
  • Bio Elektrische Impedantie Meting
  • Beeldvorming (DEXA, CT, MRI)
28
Q

Wat is het principe van de huidplooimeting?

A

De dikte van de huidplooien wordt gebruikt om de totale hoeveelheid vet in het lichaam te meten, omdat 70-90% van het vetweefsel subcutaan ligt.

Meting is gebaseerd op de veronderstelling dat vet regelmatig verdeeld is over het lichaam waardoor de dikte een maat is voor de totale lichaamsvet

Het geeft een goede inschatting van de lichaamsvet percentage

29
Q

Wat is het nadeel van huidplooimetingen?

A

Kan erg subjectief zijn waardoor er handigheid voor nodig is. Het is een potentiele reden voor fouten onder testers. Het wordt door zorgmedewerkers anders gedaan (huidplooi anders gepakt) of anders gemeten

Ze geven geen goede informatie over de hoeveelheid visceraal vet

30
Q

Bij wie is de heup/taille ratio (WHR) hoger?

A

Het neemt toe bij het ouder worden. Het is ook hoger bij mannen dan bij vrouwen

Bij mannen >0.95 en bij vrouwen >0.80 is geassocieerd met hogere risico op gezondheidsproblemen

31
Q

Wat is het voordeel van de heup-taille ratio (WHR)?

A

Het is een betere voorspelling van het gezondheidsrisico van een individu vergeleken met andere antropometrische parameters. Het is ook makkelijker uit te voeren

De vetverdeling is belangrijker dan de hoeveelheid vet

32
Q

Waarmee is de WHR gecorreleerd?

A
  • Mate van insuline resistentie (hoog)
  • (Hoge) Bloeddruk
  • (Lage) HDL cholesterolspiegel in het bloed (verlaagd is een slecht tegen)
  • (Hoger) Incidentie diabetes mellitus
  • (Hoger) Incidentie hart- en vaatziekten
  • (Hoger) Overall mortaliteit
33
Q

Wat is het verschil in vetcellen?

A

Mannelijke of androïde vetcellen, Viscerale vetcellen (rond de ingewanden):
- Metabool gedragen ze zich anders dan cellen elders. Ze zijn meer insuline resistent en geven meer vrije vetzuren af in het bloed als reactie op lipolitische stimuli en lijdt tot metabole verstoringen in het lichaam

Vrouwelijke of gynoide vetcellen, Subcutane vetcellen:
- Ze zijn meer insuline gevoelig en meer lipolitisch resistent. Ze geven ook minder vrije vetzuren af. Hierdoor geef je bij adrenaline of glucagon minder vrije vetzuren af

34
Q

Wat is het nadeel van circumferences?

A

Circumferences helpt er niet bij om het visceraal vet gehalte en de subcutane vetgehalte in het abdomen te onderscheiden. Het maakt geen onderscheid tussen visceraal en subcutaan vet

35
Q

Wat is het Bioelektrische impedantie analyse (BIA)?

A

Indirecte methode dat is gebaseerd op de elektrische geleidingen van een wisselstroom door het lichaam. Het is een snelle, non-invasieve, indirecte en eenvoudige methode om de body composition te meten

Weefsels met veel water en elektrolyten, zoals bloed en spieren geleiden stroom goed dus de weerstand is daar laag en is er weinig vetmassa. Vetmassa, lucht of bot daarentegen geleiden nauwelijks stroom en hebben een hoge weerstand

Hoe groter de vetvrije massa, hoe beter stroom kan stromen. Eenvoudig, niet-invasief en indirecte methode

36
Q

Wat wordt er door de BIA gemeten?

A

De vet vrije massa (FFM). Het FFM wordt van het lichaamsgewicht afgetrokken.

Lichaamsgewicht - FFM = FM

37
Q

Wat zijn de problemen die optreden bij de BIA tijdens het veranderen van de hoeveelheid lichaamswater?

A

De hydratie toestand zal de elektrolyten concentraties en de grootte van de elektrische stroom hierdoor beïnvloeden. De geleiding neemt toe

Uitdroging vermindert weerstand (Geleiding neemt toe) en hierdoor lijkt er een lagere vetpercentage te zijn dan in werkelijkheid.

Teveel lichaamswater zorgt voor groter weerstand en lijkt er een grotere vetpercentage te zijn dan werkelijkheid, want de geleiding vermindert

38
Q

Wat is het Duel Emission X-Ray Absorptiometry (DEXA)?

A

Het gaat over fotonen en energieniveaus

Het is een relatief dure methode en kan niet iedere vetmassa gaan meten. Het is gebaseerd op een demping van twee energie stralen die wel of niet worden geabsorbeerd door het lichaam.

Het wordt gebruikt om de lean body mass (zachte weefsels), botweefsel en vet massa te berekenen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen subcutaan en visceraal vet bij de buikholte. Het kan worden gebruikt om de absolute vet gehalte bij de flank en abdominaal gebied te berekenen. Het kan geen inschatting geven of het visceraal of subcutaan zit

39
Q

Op welke manier kan er een onderscheid worden gemaakt tussen visceraal en subcutaan vet?

A

CT en MRI. Het is een erg dure methode hierdoor wordt het liever niet gebruikt, maar het geeft een nauwkeurige beeld van hoe het lichaam is samengesteld en waar er veel vet zit. CT geeft veel straling en MRI is praktisch niet vaak inzetbaar.

40
Q

Wat gebeurt er met het visceraal vet bij het ouder worden?

A

Viscerale buikmassa neemt bij de mannen vanaf het 30ste levensjaar toe en bij vrouwen is er pas een verandering van de 50ste levensjaar bij de overgang