3.2 Behandelingsmogelijkheden van Type I en Type II Diabetes Mellitus Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 behandelingsdoelen voor een patiënt met DM?

A

1) Normaliseren van de bloedsuikerspiegel tussen de 4-8 mmol/L en daardoor de symptomen behandelen zoals dorst, uitdroging, moeheid en vermagering
2) Voorkomen van de chronische complicaties van diabetes
3) Voorkomen dat er hyper- en hypoglycemieën optreden
4) Ervoor zorgen dat iemand een zo normaal mogelijk leven kan leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mogelijkheden om iemand met Diabetes te behandelen?

A
  • Dieet
  • Voldoende lichamelijke activiteit
  • Tabletten
  • Injecties (insuline)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet het dieet eruit voor iemand met DM?

A

Het dieet verschilt niet van wat als gezond wordt beschouwd bij iedereen:
- Weinig suiker (Maar niet suikervrij)
- Veel langzaam reabsorbeerbare koolhydraten (Lage GI)
- Veel voedingsvezels
- Weinig vet (Speciaal weinig verzadigd vet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de aanbevolen samenstelling van het dieet voor mensen met diabetes?

A
  • Eiwit: 1 gr/kg lichaamsgewicht
  • Vet: <35% van totale energie intake (<10% verzadigd en trans-onverzadigd vet)
  • Koolhydraten: 40-60% van totale energie intake (<10% sucrose)
  • Alcohol: Niet verboden, cave calorieën
  • Zout: < 6 gr/dag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de praktische behandeling van (pre) diabetes?

A

Alle patiënten met een (pre)diabetes zouden advies over hun dieet en leefstijl moeten krijgen
- Controle gewicht
- Stoppen met roken
- Regelmatige lichaamsbeweging (5 dagen minimum 30 minuten bewegen)
Type II DM kan worden uitgesteld of voorkomen en het cardiovasculair risico wordt verminderd

  • Goede controle BD is belangrijk voor voorkomen complicaties
  • Cholesterolremmer (Statines)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is naast een dieet ook belangrijk voor DM patiënten?

A

Een dieet is incompleet wanneer er niet tegelijkertijd ook voldoende lichamelijke activiteit is

De insulineresistentie neemt af door beweging. Beweging zorgt voor een verhoging van de insuline gevoeligheid. Het reduceert de progressie van type II DM met 30-60%, zelfs als er geen gewichtsverlies is

De laagste lange-termijn morbiditeit en mortaliteit zijn bij de personen met DM met de beste cardiorespiratoire fitheid (ze worden goed voorzien van zuurstof)

Dieet en lifestyle aanpassingen zijn essentieel voor een goede behandeling van DM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke medicatie wordt gebruikt bij de behandeling van type II DM?

A
  • Metformine: Remt de gluconeogenese, stimuleert glycolyse en glucose opname. En zorgt voor weer insulinegevoeligheid. Veroorzaakt geen hypoglycemie (Type II DM)
  • Sulphonylureum derivaten: Stimuleren B-cel om meer insuline (door de pancreas) te maken onafhankelijk van de aanwezige bloedsuikerspiegel. Op lange termijn werkt effect wel uit en zonder eten kan er ook lage bloedsuikerspiegel ontstaan. Mensen worden er zwaar van en kunnen alsnog HVZ krijgen.
  • Thiozolidinediones: Maken het lichaam gevoeliger voor insuline
  • DDP4 remmers: Versterken de werking van GLP-1
    (door afbraak te remmen) en hebben matig glucose verlagend effect (Wordt niet meer gebruikt!)
  • SGLT2 remmers: Bij Type II DM. Nadeel is glucose in de urine en meer kans op urineweginfecties en kan leiden tot uitdroging. Blokkeert de reabsorptie van glucose in de proximale tubulus. Wordt vaak gebruikt voor hartfalen en nierfalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 2 opties voor injectie therapieën?

A

Insuline injecties (Half uur voor de maaltijd)
GLP-1 analogen (nu ook als tablet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt insuline gespoten?

A

Subcutaan vet op 90 graden

De absorptie van humane insuline uit de subcutis is vertraagd, omdat humane insuline in een oplossing hexameren vormen die eerst uiteen moeten vallen in dimeren en monomeren voordat ze in het bloed kunnen worden opgenomen. Hoe groter de molecuul, hoe langzamer de insuline opname. Komt eerst in de systemische bloedbaan voordat het insuline door de lever wordt geklaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn factoren die een invloed hebben op de opname snelheid van insuline naar het bloed en na injectie subcutaan?

A
  • Plaats van de injectie: Sneller bij buik, arm, bovenbeen
  • Temperatuur van de huid: Sneller opgenomen als het warm is. Wanneer het kouder is, is de opname vertraagd
  • Lipohypertrofie: Onvoorspelbare opname van insuline (Als er steeds op dezelfde plek injecteren)
  • Per ongeluk intramusculair injecteren: Zeer snelle opname insuline

Van dag tot dag kan de variatie van opnamesnelheid van insuline naar de bloedbaan bij een en dezelfde patiënt tot 25% variëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de kortwerkende en langwerkende insuline analogen?

A

Kortwerkende insuline wordt sneller opgenomen (asparat, lispro) de piek is wel hoger maar is wel snel uitgewerkt (2-4 uur)

Langwerkende insuline wordt langzamer opgenomen (insuline detemir, insuline glargine) en werking houdt langer aan, want wordt geleidelijk verdeeld en opgenomen door het lichaam (6 tot 24 uur of 20 tot 24 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het basale/bolus insuline concept?

A

Voordat een maaltijd wordt ingenomen:

1 injectie met langwerkende insuline (basale insuline injectie)
3 injecties met kortwerkende insuline (bolus insuline injectie): Voor het eten

Zodat er een soort van gelijke piek/regeling is als bij mensen die niet DM hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom wordt een basale insuline injectie gegeven?

A

Om de glucose productie uit de lever te controleren

Om voldoende glucose opname naar de perifere weefsels te garanderen wanneer iemand nuchter is dus gedurende de nacht en tussen maaltijden in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom worden bolus injecties voor elke maaltijd gegeven?

A

Om de glucose schommelingen direct na een maaltijd te controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke plek hebben patiënten die met insuline behandeld worden een hoge insuline concentratie en hoe komt dit?

A

Lage insuline spiegels in de leverpoortader en hoge insuline concentratie in de systemische bloedbaan

Insuline dat subcutaan wordt ingespoten komt namelijk eerst in de systemische bloedbaan voordat het door de lever wordt geklaard. Patiënten die met insuline worden behandeld hebben daardoor lagere insuline spiegels in de leverpoortader en relatief hoge insuline concentraties in de systemische bloedbaan in vergelijking tot de normale fysiologische situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de behandelingsdoelen voor glucose bij diabetes?

A

HbA1c: < 7% (<53 mmol/mol)
Glucose voor de maaltijd: 4,4-7,2 mmol/L (80-130 mg/dL)
Glucose na de maaltijd: < 10 mmol/L (<180 mg/dL)

17
Q

Wat zijn de behandelingen voor type I DM?

A

Altijd een diabetes dieet + advies voldoende te bewegen
Altijd insuline!!!

De behandeling wordt afgesteld door regelmatig te kijken wat wel werkt en afstemmen op hoe vaak er wordt gegeten

18
Q

Wanneer wordt er medicatie gegeven bij type II DM?

A

Als het dieet en bewegen niet zorgen voor een normaal bloedglucose spiegel

Bijvoorbeeld:
- SU
- TZS
- DPP-4 remmer
- SGLT-2 remmer
- GLP-1 agonist
- Basale insuline

19
Q

Wat is een nieuwe aanbeveling van de farmacologische therapie voor Type II DM?

A

PT met cardiovasculaire ziektes of een verhoogde kans hebben op pre-diabeet, een SGLT remmer of GLP-1 agonist geven

20
Q

Wat hebben een groot aantal van de patiënten die met tabletten voor DM zijn gestart nodig?

A

Ze zullen in die tijd insuline injecties nodig hebben

21
Q

Wat zijn de behandelingen voor type II DM?

A

Altijd een diabetes dieet + advies voldoende te bewegen
Gecombineerd leefstijladvies

22
Q

Wat is een nieuwe aanbeveling van de farmacologische therapie voor Type II DM met verschillende bijkomende co-morbiditeiten?

A

Als er ASCVD predominaties zijn:
- GLP-1agonist wat voor verminderd CVD kans zorgt
- SGLT-2 remmer wat voor verminderd CVD kans zorgt

Als er hartfalen zijn:
- SGLT-2 remmer
- Vermijden TZD

Als er nierfalen zijn:
- SGLT-2 remmer wat een voordeel heeft op de CVD