2.1 Regulatie van lichaamsgewicht Flashcards
Wat is de oorzaak van obesitas?
Positieve energiebalans op langer termijn (energie intake is meer dan energie verbruik)
Een positieve energiebalans zorgt voor een gewichtstoename
Een negatieve energiebalans zorgt juist voor een gewichtsafname
Wanneer is er een toename van 500 gram vet opslag?
Als er 3500 kcal extra boven de energiebehoefte wordt ingenomen
En bij 7000 kcal extra boven de energiebehoefte wordt er 1 kg bijgekomen
Hoe wordt lichaamsgewicht bepaald en hoe zit dat in elkaar bij de meeste mensen?
De regulatie van het lichaamsgewicht staat onder controle van complexe fysiologische regelmechanismen
Het gewicht (en de hoeveelheid vet) verandert in de tijd bijna niet (relatief stabiel)
Bij het grootste gedeelte van de mensheid is er een relatieve constantheid van het gewicht en hoeveelheid vet
Wat is de functie van de hypothalamus?
Het speelt een centrale rol bij de voedingsintake en het verbruik van energie door het lichaam
In de hypothalamus is er (waarschijnlijk) een energiethermostaat (lipostat) die het lichaamsgewicht op een bepaalde setpoint probeert te houden
Wat is de relatie tussen de BMI, voedselintake en energieverbruik als de BMI dreigt te stijgen?
Er is een respons op de positieve energiebalans
- BMI gaat omhoog
- Voedselintake gaat omlaag
- Energieverbruik gaat omhoog
Setpoint gaat omhoog
Wat is de relatie tussen de BMI, voedselintake en energieverbruik als de BMI dreigt te dalen?
Respons op negatieve energiebalans
- BMI gaat omlaag
- Voedselintake gaat omhoog
- Energieverbruik gaat omlaag
Welke factoren hebben een invloed op het energieverbruik?
Gastro-intestinaal:
- Glucagon
- Cholecystokinine
- Glucagon-like peptides
- Bombesin peptides
- Glucose
Centrale zenuwstelsel:
- Dopamine
- Y-aminobutyric zuur
- Serotonine
- Cholecystokinine
Endocrien systeem: Adrenaline (Bèta receptor)
Vetweefsel: Leptine
Perifere zenuwstelsel: Noradrenaline
Welke factoren hebben een invloed op de eetlust (toenemen)?
Gastro-intestinaal:
- Opioïden
- Neurotensine
- Groeihormoon-releasing hormoon
- Somatostatine
Centraal zenuwstelsel
- Galanine
- Opioïden
- Groeihormoon-releasing hormoon
- Somatostatine
Endocrien systeem: Adrenaline (alfa receptor), androgenen, glucocorticoïd, insuline, peptide YY, progesteron
Vetweefsel: Leptine
Perifeer zenuwstelsel: Noradrenaline
Wat gebeurd er in de hypothalamus met alle signalen vanuit de factoren die eetlust en energieverbruik beïnvloeden?
Ze vormen 1 signaal waaruit blijkt of het lichaam meer of minder moet eten en verbruiken
Hypothalamus krijgt signalen zoals noradrenaline, serotonine, neuropeptide Y, melanocyt-concentrating hormoon, glucagon-like-peptide I, corticotropin-releasing hormoon en heeft een effect op het sympathische, parasympatische zenuwstelsel en op de schildklier
Welke processen treden er op bij de stijging van het lichaamsgewicht?
- Stijging van het energieverbruik per 24 uur
- Stijging van het energieverbruik tijdens inspanning
- Stijging van de thermische effecten van het voedsel
- Stijging van de werking van het schildklier hormoon
- Stijging van de sympathische activiteit
- Dalen van de parasympathische activiteit
Bij het dalen van het lichaamsgewicht is het precies andersom
Wat gebeurt er als je gaat afvallen/aankomen in gewicht?
Het lichaam zal het energieverbruik gaan verhogen of verlagen waardoor er verzet wordt tegen het behoud van een lichaamsgewicht dat afwijkt van het gebruikelijke gewicht
Hierdoor gaat het afvallen of aankomen lastig en zal er sneller worden teruggevallen naar het oude gewicht door de aanpassingen van het energieverbruik van het lichaam
Waarom werkt lipostat niet bij obese mensen?
Het setpoint van de lipostat van het lichaam is verkeerd afgesteld op een iets te hoog niveau
Als gevolg hiervan treedt er chronisch een kleine positieve verschuiving in de energieopslag op die een overmatige opslag van vet veroorzaakt
Wat zijn de componenten van een totale energieverbruik bij een normale persoon met een voedselintake van 2000 kcal per dag?
20% van energie uit voedsel voor lichamelijke activiteiten AEE (400 kcal) -> Zelf beïnvloedbaar
10% van energie uit voedsel voor thermische effecten van eten TEF/DIT (200 kcal) -> Warm blijven
70% voor basale stofwisseling BMR (1400 kcal) -> De hersenen gebruiken veel energie
Is de energieverbruik van dikke mensen hoger of lager tijdens rust en bij inspannen?
Hoger. Het hart moet harder gaan pompen en de longen moeten ook harder gaan werken
Patiënt bevat ook meer gewicht -> Meer spiermassa -> Meer eiwit -> BMR omhoog
Welke omgevingsfactoren zorgen voor teveel eten/promoten van eten?
- Grootte van de porties -> Groter worden
- Vetrijk en energierijk voedsel
- Hoge glycemische index van voedingsmiddelen
- Schadelijk eten: Frisdrank, Suiker, Fastfood, Snacks
- Meer toegankelijkheid van voedsel
- Lagere prijzen van voeding