4.1 Vitamines en deficiënties Flashcards

1
Q

Wat zijn energiecomponenten?

A
  • Koolhydraten (Niet essentieel)
  • Vetten
  • Eiwitten (Sommige aminozuren zijn essentieel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn essentiële componenten?

A
  • Sommige aminozuren
  • Sommige vetzuren
  • Vitamines
  • Mineralen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn essentiële aminozuren?

A

Aminozuren die we niet of onvoldoende zelf kunnen aanmaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de 9 essentiële aminozuren.

A
  • Histidine
  • Leucine
  • Isoleucine
  • Valine
  • Phenylalanine
  • Tryptofaan
  • Lysine
  • Methionine
  • Threonine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt een hoge biologische waarde van een eiwit?

A

Voedingseiwitten waarin alle essentiële aminozuren aanwezig zijn in de onderlinge verhouding nodig voor de mens (ei, melk, vlees)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn essentiële vetzuren?

A

Omega 6
Omega 3 (poli-onverzadigde vetzuren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kunnen we zelf veranderen aan vetzuren?

A

We kunnen ze onverzadigd maken in de richting van de carboxylgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vetten hebben de hoogste prioriteit in de voeding?

A
  • Omega-3 PUFA (poly onverzadigd)
  • Omgea-6 (Onverzadigheid zit op de 6de verbinding vanaf de methylgroep)
  • MUFA (multi-onverzadigd) -> Oliezuur (C18, onverzadigdheid zit op 9de binding vanaf de methyl groep), Palmitoleïnezuur (C18)
  • Verzadigd (Hebben geen dubbele binding)

Want deze kunnen mensen niet zelf maken waardoor ze essentieel zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke producten zit omega-3 en wat is de functie/bij wat spelen ze een rol?

A

Zit in visolie en walnoten

Spelen een rol in de hersenfunctie en in de visus (Vooral nodig voor foetale fase)

Beschermen tegen hart en vaatziekten
Dragen niet bij, bij obesitas (Tot op zekere hoogte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke producten zit omega-6 en wat is de functie/bij wat spelen ze een rol?

A

Zit in plantenolie (bijv. arachidonzuur)

Speelt een rol bij ontstekingsreacties, beschermen tegen infecties, plaatjesaggregatie, vasodilatatie en partus (Uitdrijven van de baby)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke producten zit MUFA en wat is de functie/bij wat spelen ze een rol?

A

MUFA zit in olijfolie (bijvoorbeeld oliezuur)

Het is een component van membranen (Bijv. fosfilipiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke producten zit verzadigde vetzuren en noem een voorbeeld van?

A

In dierlijk vet -> Margarine
Bijvoorbeeld: Stearinezuur & Palmitinezuur

Evenveel energie als omega 6 en 3, maar kan lijden tot obesitas, dislipidemie en risico op atherosclerose

Transvetzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een trans vetzuur?

A

De onverzadigdheden (H+) staan niet aan dezelfde kant zoals bij een Cis zuur, maar tegenover elkaar (Trans)

Hoog risico op atherosclerose. Ze zitten vooral in margarine en koekjes (Kan wel veranderen)

Transvetzuren gedragen zich als verzadigde vetzuren en komen star voor in het membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn voedingsvezels?

A

Plantenmateriaal dat kan niet worden verteerd in de darm door humane enzymen
Het is vooral aanwezig in celwanden van zaden, wortels, bladgroente en fruit

Er zijn fermenteerbare (Kunnen worden afgebroken door de darmflora) en niet fermenteerbare vezels (Zoals cellulose) (niet fermenteerbare vezels worden niet afgebroken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie en de gunstige werking daarvan, van de voedingsvezels?

A
  • Vertraagde vetering voedsel -> Verlengt verzadigingsgevoel
  • Binding water en wateroplosbare voedingsstoffen -> Verlaagt Glycemische Index (Insuline belasting minder)
  • Binding galzuren en zouten -> Verlaagd LDL cholesterol
  • Activering darmperistaltiek -> Bevordert stoelgang
  • Buffering darm pH en bevordering darmflora -> Verlaagt risico op colorectaal kanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn mineralen?

A

Het is ongeveer 3% van het lichaamsgewicht

Ze moeten via de voeding binnengekregen worden

Er zijn macromineralen en spoorelementen (Belangrijk voor enzymwerking, nodig in kleine hoeveelheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn macromineralen?

A
  • Magnesium-
  • Calcium-
  • Fosfaat-
  • Kalium-
  • Chloride-
  • Natrium-
  • Zwavelionen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn spoorelementen?

A
  • Fe2+
  • F-
  • I-
  • Cu+
  • Zn2+
  • Co2+
  • Mn2+
  • Cr3+
  • Seleenionen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn vitamines?

A

Organische verbindingen die niet zelf gemaakt kunnen worden en nodig zijn vanuit de voeding

Essentieel voor de uitvoering van specifieke biochemische reacties in ons lichaam. Zonder vitamines geen goede metabolisme in het lichaam

Niet of onvoldoende aangemaakt in ons lichaam

20
Q

Wat zijn vet oplosbare vitamines?

A

A, D, E, K

21
Q

Wat zijn wateroplosbare vitamines?

A

B1, B2, B3, B5, B6, biotine, foliumzuur, B12, C

22
Q

Wat is een co-enzym?

A

Een actieve groep die uit de vitamine wordt gemaakt

En ze zijn noodzakelijk. Ze hebben allemaal een speciale functie. Betrokken bij enzymactiviteit (Molecuul van de ene naar de andere)

23
Q

Hoe heet vitamine B1, Wat is zijn co-enzym en functie?

A

Thiamine
Thiaminepyrofosfaat (TPP+)

Aldehydegroep transfer

24
Q

Hoe heet vitamine B2, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Riboflavine
FAD

Elektronenpaar transfer

25
Q

Hoe heet vitamine B3, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Niacin
NAD, NADP

Elektronenpaar transfer

26
Q

Hoe heet vitamine B5, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Panthotenaat
Co-enzym A (CoA-SH)

Acylgroep transfer

27
Q

Hoe heet vitamine B6, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Pyridoxine
Pyridoxaalfosfaat

Aminogroep transfer

28
Q

Hoe heet vitamine B8, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Biotine
Biocytine

Carboxygroep transfer

29
Q

Hoe heet vitamine B11, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Foliumzuur
Tetrahydrofolaat (THP)

Mono-c groep transfer

30
Q

Hoe heet vitamine B12, wat is zijn co-enzym en functie?

A

Vitamine B12
Cobalamine

Alkylgroep transfer

31
Q

Wat is de functie van vitamine A?

A

Ligand transcriptiefactor
Visie

32
Q

Wat is de functie van vitamine C?

A

Collageen synthese
Antioxidant: Beschermen moleculen die in water opgelost zijn
Synthese van Carnitine, noradrenaline

33
Q

Wat is de functie van vitamine D?

A

Ligand transcriptiefactor

Ook belangrijk bij bescherming tegen ontstekingen

34
Q

Wat is de functie van vitamine E?

A

Antioxidant: Beschermen van lipiden tegen oxidatie

35
Q

Wat is de functie van vitamine K?

A

Gamma-carboxylering (Activering stolfactoren)
Belangrijk bij de bloedstolling

36
Q

Welke vitamine moet je niet slikken bij zwangerschap?

A

Vitamine A

Het is teratogeen (Met name 3-5 weken van de zwangerschap)
Kan craniofaciale afwijkingen, hazenlip, hydrocephaly, spontane abortie, etc. geven

Isotretinoine: Geneesmiddel bij ernstige acne tussen 1982 en 1987. Vervolgens is het afgeschaft omdat het tot malformatie ging lijden bij de zwangerschap

37
Q

Wat zijn symptomen die kunnen voorkomen bij vitamine B (B1, B2, B3, B5, B6, biotine en B12) deficiëntie (9)?

A
  • Dermatitis
  • Glossitis (Tongontsteking)
  • Cheilitis (Ontsteking aan de mondhoeken)
  • Vermoeidheid
  • Diarree
  • Perifere neuropathie
  • Depressiviteit
  • Verminderde spiercontractie
  • Verwardheid
38
Q

Wat is beriberi?

A

Een vitamine B1 deficiëntie door eenzijdige (witte)rijstvoeding

2 vormen:
- Natte beriberi: vergroot hart, tachycardie, decompensatie cordis, oedeem, ascites, lactaatacidose
- Droge beriberi: polyneuritis, motorische en sensorische dysfunctie van de extremiteiten, verlies van oogcoördinatie

39
Q

Wat zijn de symptomen van beriberi?

A
  • Spierzwakte
  • Ataxie
  • Perifere neuropathie
  • Oogspierverlamming
  • Nystagmus
  • Geheugenproblemen
40
Q

Wat is een Wernicke Korsakoff?

A

Een vitamine B1 deficiëntie door alcoholisme

41
Q

Wat zijn de symptomen van Wernicke-Korsakoff?

A
  • Oogspierverlamming
  • Desoriëntatie
  • Extreem geheugenproblemen
  • Coma/dood
42
Q

Welke metabole paden zijn afhankelijk van TPP+ (co-enzym vitamine B1)?

A
  • Pyruvaathydrogenase in de aerobe glycolyse
  • a-ketoglytaraatdehydrogenase in de CZS
  • Vertakt de a-ketozuurdehydrogenase in de ammoniak afbraak
  • Transketolase in de pentose fosfaat shunt
  • Acetylcholine synthese (neurotransmitter synthese)
43
Q

Welke reacties zijn afhankelijk van Vitamine B6?

A
  • Transaminases bij de gluconeogenese en ureumcyclus
  • Phosphorylases in de glycogenolyse
44
Q

Welke carboxyleringsreacties zijn afhankelijk van biotine (vit B8)?

A
  • Pyruvaatcarboxylase belangrijk bij de gluconeogenese
  • Acetyl-CoA carboxylase belangrijk bij de vetzuursynthese en vetzuuroxidatie
  • Propionyl-CoA carboxylase (Bèta-oxidatie met oneven vetzuren kunnen er ook mee interfereren, Maakt uiteindelijk Succinyl-CoA) belangrijk bij de gluconeogenese
45
Q

Wat zijn de oorzaken van een anemie?

A
  • Tekort aan vitamine B12 (vlees, lever, melk) of foliumzuur (bladgroente)
  • Tekort aan vitamine E (bladgroente, plantenolie)
  • Tekort aan ijzer (vlees)

Leidt tot verminderde bloedcelvorming, Bleke slijmvliezen, Minder RBCs, vermoeidheid, verwardheid en kortademigheid

46
Q

Wat is het gevolg van een vitamine C deficiëntie?

A

Scheurbuik

  • Huidbloedingen
  • Neusbloedingen
  • Gezwollen, pijnlijk tandvlees
  • Tanduitval

Zit vooral in Citrusfruit en groente (Rauw)

Vorming van hydroxy-lysine en -proline in procollageen
Synthese carnitine, noradrenaline
Antioxidant (Hydrofiel)

47
Q

Wat is het gevolg van een Vitamine E (lipofiel) deficiëntie?

A

Deficiënties nog weinig bij mensen aangetoond

  • Neurologische problemen (Verminderde coördinatie, spierzwakte)
  • Hemolytische anemie
  • Verhoogd risico op HVZ

Secundair aan vetmalabsorptie, zit in bladgroente en vegetarische olie