Zelfstudie 5 - Bouw, functie en vorm van cellen van spijsverteringsorganen Flashcards

1
Q

Mucosa

A
  1. Bekledende epitheellaag
  2. Lamina propria = losmazog bindweefsel waar bloedvaten, lymfevaten, lymfocyten, gladde spiercellen en kleine klieren doorheen lopen.
  3. Mucoase muscularis, zorgt voor plaatselijke beweging in de mucosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontstaan van klieren

A

Epitheelcellen prolifereren en groeien in de onderliggende bindweefselllaag waar ze verder differentiëren.
Ze kunnen verschillende vormen aannemen:
- Tubulair
- Alveolair
- Tubuloalveolair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Exocriene klieren

A

Groeien in het bindweefsel en vormen daar een duct, secretie wordt direct via een buis naar uitwendig oppervlakte van apicale cellen uitgescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Endocriene klieren

A

Ontstaan als ductcellen verdwijnen waardoor een klier volledig door bindweefsel en capillairen is omgeven.
Als gevolg komt de secretie direct in de bloedcirculatie, wat voornamelijk hormonen zijn.
Deze klierenproducten kunnen ook eoxcriene klieren aanzetten tot secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Entero-endocriene cellen regulatie

A
  1. Motiliteit
  2. Productie zoutzour -> gastrine
  3. Productie bicarbonaat -> Secretine
  4. Secretie spijsverteringssappen -> secretine
  5. Secretie spijsverteringsenzymen -> CCK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mucus

A

Een polymeer dat weefsel in de tractus digestivus beschermd en voedsel voorbeweegt. Glycoproteïne hierin trekken water aan waardoor er slijm ontstaat.
- In de mond houdt het ook de pH op 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Striated ducts

A

Resorberen zouten aan de basolaterale zijde, kost ATP dus hier liggen veel mitochondria
- Ze doen dit door Na+ en Cl- op te nemen en HCO3- en K+ uit te scheidem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Epitheel in de mond

A

Dit is meerlagig plaveiselepitheel en dat kan zoveel verhoorn (bij tandvlees en gehemelte) als niet verhoornd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gladde spiervezels in muscularis mucosae

A

In de darm zorgen deze voor:
- Beweging van devilli -> vergroot absorptie
- Beweging plicae circularis -> helpt bij vervoeren van lymfe naar lymfevaten
- Samentrekken van klieren waarbij ze secreet uitscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Z-lijn

A

De abrupte overgang van de slokdarm naar de maag waar het epitheel ineens overgaat van meerlagig plaveisel naar éénlagig cilindrisch epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschillen leverlobje mens en varken

A

Mens = lobjes worden niet zo duidelijk afgebakend door bindweefsel waardoor de grenzen lastiger te onderscheiden zijn, meer functioneel onderscheiding.
Varken = lobjes worden afgebakend door bindweefselschotten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Canaliculus van hepatocyten

A

Wordt gevormd door de apicale zijdes van aangrenzende epatocyten. Tight junctions hiertussen voorkomen dat gal in de bloedbaan terecht komt.
Uitscheiding van gal is exocrien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Speeksel productie

A

Gebeurd voor 2/3 in de glandula parotis, deze produceert dus ook veel alpha-amylase
Glandula submandibularis produceert alpha-amylase, eiwitten en lysozymen
Glandula sublingualis kleine hoeveelheiden alpha-amylase en lysozymen maar vooral slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bof

A

Besmettelijke virusziekte waarbij er een ontsteking is in de glandula parotis. Hierbij heeft een patiënt last van opgezwollen wangen en koorts en er zijn geen medicijnen voor.
- Zeldzame complicatie is orchitis, ontsteking van inwendige geslachtsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Producten van de pancreas

A
  • Pancreassap met HCO3- (neutralisatie zure milieu vanuit maag)
  • Proteases (trypsinogeen, pro-elastase)
  • Alpha-amylase
  • Nucleases (DNA- en RNA-ase)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de dunne darm beschermt tegen de zure maaginhoud?

A

Het epitheel bevat slijmbekercellen, muceuze cellen die een slijmlaag produceren die de binnenkant van de dunne darm beschermen

17
Q

Brunnerklieren

A

Klieren in het duodenum die een basische mucus produceren en zo de slijmlaag van het duodenum beschermen

18
Q

Brush border stoffen

A
  1. Sucro-isomaltase = enige enzym wat de 1,6 verbinding kan breken in koolhydraten
  2. Micellen = kunnen enterocyten in door hun hydrofobe binnenkant en hydrofiele buitenkant
  3. Chylomicron = lipoproteïne wat grote vetten in het bloed vervoert.