Hoorcollege 8 - Patiëntcollege (korte darm syndroom) Flashcards
1
Q
Vochtbalans na verwijdering dikke darm
A
- Verlies van 4L vocht via de stoma, dus 5L water drinken om uitdroging te voorkomen.
- Voedingsstoffen wprden bijna niet opgenomen, dus inname van Vitamine D en magnesium
- Eten krijgt hij via een sondevoeding in druppels
2
Q
Water wat in de tractus digestivus terecht komt
A
- Vochtinname = 2L
- Speekselproductie = 1L
- Maagsappen = 1,5L
- Gal = 1L
- Pancreassapen = 1,5 L
- Secretie dunne darm in lumen = 2L
7,5 L wordt in de dunne darm geresorbeerd, 1,4L in de dikke darm en 100 mL gaat verloren in de feces
3
Q
Gevolg verwijdering maag
A
- Dumping = toename activiteit dunne darm omdat het er direct in grote hoeveelheid in komt, ook activiteit van hormonen neemt toe -> glucoseschommelingen
- Geen intrinsic factor -> B12-deficiëntie
- Geen bescherming tegen bacteriën door maagzuren -> gastro-intestinale infecties
4
Q
Gevolg verwijdering galblaas
A
Eventueel diarree
5
Q
Gevolg verwijdering pancreas
A
- Vetmalabsorptie = tekort aan lipase -> vettige diarree (steatorroe)
- Diabetes mellitus = productie van insuline is weg
6
Q
Gevolg verwijdering colon
A
- Diarree = colon is belangrijk bij water absorptie
- Natriumdepletie = Zout wordt niet opgenomen dus zouttekort
7
Q
Gevolg malabsorptie/ maldigestie
A
- Eiwit = hypoalbuminemie (vocht treedt uit de bloedbaan) en oedeem
- Ijzer = anemie met te kleine erytrocyten
- Foliumzuur = anemie met te grote erytrocyten
- Calcium = hypocalciëmie -> spierkrampen
- Magnesium = hypomagnesiëmie -> spierkrampen
- Galzouten = diarree
- Vitamine B12 = anemie en neuropathie