Werkgroep 5 - Spijsverteringsorganen Flashcards

1
Q

Maagklieren

A
  1. Gastric pit
  2. Isthmus = bevinden zich pluripotente die zich omhoog of omlaag kunnen differentiëren
  3. Gastric gland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Koolzuuranhydrase

A

Een katalysator wat een hyroxide (OH-)-ion met CO2 in een pariëtale cel bindt. Hieruit ontstaat waterstofbicarbonaat en dit komt via diffusie in het bloed.
Voor ladingsbalans in het bloed zal hier een Cl- uit diffunderen via CFTR en in het lumen van een maagklier komen, hier interageren Cl- en H+ en zo ontstaat maagzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Negatieve terugkoppeling gastrine

A

Pepsines in maagzuur breken eiwitten af, waarna somatosine geproduceerd wordt door D-cellen wat de pH laat stijgen ipv dalen door Gastrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschadigingen mucuslaag

A

Overmatig gebruik van alcohol, aspirine, sigaretten en NSAID’s.
Resultaat zijn ulceraties en carcinomen in maag of slokdarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hepatitis A

A
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid en braken
  • Geelzucht van huid en oogwit
  • Verhoogde aanwezigheid van bilirubine en enzymen ASAT en ALAT (afbreek levercellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gal

A

Bestaat uit water, galzouten, cholesterol en bilirubine
Galzuren worden gemaakt door hydroxylatie van cholesterol met co-factor vitamine C.
Tekort aan vitamine C kan leiden tot galstenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bilirubine

A
  1. Afbraakproduct van hemoglobine wat in lever aan glucuronzuur wordt gekoppeld door glucuronyltransferase
  2. Het is nu wateroplosbaar en wordt in gal uitgescheiden en daarna in de darm
  3. Hier wordt het door bacteriën in urobilinogeen omgezet en een deel terug in stercobiline (bruine kleur ontlasting)
  4. Overige deel terug in circulatie, bij de nieren kan een deel weer in urobilinogeen geoxideerd worden
  5. Geelbruine kleur voor urine.
  • Bij faling in 1 systeem gaat andere compenseren. Bijv. galwegobstructie levert donkere urine op.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kernicterus

A

Hersenschade als resultaat van te veel bilirubine in het bloed. Dit omdat het enzym glucuronyltransferase niet in voldoende maten aanwezig is.
Bilirubine kan met lichttherapie verminderd worden (blauw licht), het wordt dan omgezet in een beter wateroplosbare vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resultaten ontlasting bij icterus

A

Feces wordt grijsbleek, want er zit geen bilirubine in
Urine wordt donkerder omdat er urobiline in zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bloed in leverlobje

A

Loopt van lateraal naar mediaal, waardoor er mediaal minder voedingsstoffen over zijn
Galstroom loopt van mediaal naar lateraal en wordt verzamelt door de bile canaliculi en geven het aan de bile ducts af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stamcellen van de lever

A

Normaal is er om de 6-8 weken vervangen maar bij schade is dit sneller
- Tussen cholangiocyten en zijn actief bij schade, worden cholangiocyt of hepatocyt
- In hoekpunten van lobjes waar bloed meeste zuurstof bevat, zijn afhankelijk van Wnt-signaling en differentiëren tot hepatocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voring en verwerking galkleurstof

A
  1. Aanmaak erytrocyten in beenmeg
  2. Excretie van rode bloedcellen
  3. N 120 dagen sterven deze af
  4. Deze wordt door een Kupffercel opgenomen en via fagocytose afgebroken
  5. Afvalstoffen komen in ruimte van Disse
  6. Hepatocyt scheidt bilirubine uit in de galwegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Obstructie galwegen

A
  1. Kan door galstenen of een tumor gebeuren waardoor gal zich in hepatisch parenchym ophoopt.
  2. Gal canaliculi verwijden en scheuren en gal komt extravasculair
  3. Dit wordt door Kupffercellen opgeruimd.
  4. Gal hoopt zoch ook op in hepatocyten die vergroten en dit kan leiden tot apoptose of levercirrose.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Alcoholgebruik

A
  • Secretie eiwitrijke pancreassapen die pancreasgangen kunenn verstoppen en vroege activatie van de enzymen kan veroorzaken
  • Toxisch effect acinaire cellen -> ontsteking, en symptoom pancreatitis diabetes mellitus kan optreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beveiligingsmethode activatie pancreassap in afvoerwegn pancreas

A
  1. enzymen worden opgeslagen als inactieve voorlopers of zymogenen
  2. Korrels waarin ze zitten zijn ondoordringbaar voor eiwitten
  3. Trypsine-inhibitor wordt mee uitgescheiden
  4. Lage pH en ionische omstandigheden kunnen enzymactiviteit beperken
  5. Enzymen die vroegtijdig actief worden kunnen in de cel zelf of door andere enzymen worden afgebroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stimulans secretie pancreassap

A

Bij het ruiken, proeven of zien van voedsel krijgen de hersenen een seintje wat doorgegeven wordt aan de pancreas

17
Q

Entero-endocriene cellen in de dikke darm

A
  1. K-cellen = remmen HCl-secretie
  2. L-cellen = stimuleert insulinesecretie
18
Q

Lactase-insufficiëntie

A

Hierbij komt lactase te weinig voor en kan luctose niet worden omgezet tot glucose en galactose. Hierdoor ontstaat er een hoge osmotische waarde in de darmen wat leidt tot diarree
- Aangeboren = mutatie in gen voor lactase, autosomaal recessief. Diarree bij zuivel
- Verworven = downregulatie lactase-renexpressie, bijv. tijdens gastro-eneteritis

19
Q

Coeliakie (glutenallergie)

A

Darmweefsel wordt aangetast bij het eten van gluten. T-cellen maken dan enterocyten kapot wat resulteert in atrofie van villi.
Epitheellaag van de darmen wordt vlak en bindweefsel wordt ingekort

20
Q

Oorzaak coeliakie

A

95% hebben een afwijkende receptor op de APC en hierdoor een sterke affiniteit met gliadine (zit in tarwe en granen)
- Door de binding aan APC worden T-cellen geactiveerd en zo een afweerrespons. Deze leidt tot apoptose van enterocyten