Belangrijke aspecten na het maken van vragen Flashcards

1
Q

Wat mondt niet uit in de vena portae?

A

De vene lienalis/splenica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kan een ontstoken ileum voor zorgen?

A

Macrocytaire anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bindingen van adrenaline

A
  • Bèta-adrenerge receptor -> fosfolipase C (hepatocyt)
  • Alfa-adrenerge receptor -> adenylyl cyclase (hepatocyt/ myocyt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Binding glucagon

A

sGPCR -> adenylyl cyclase (hepatocyt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Processen hepatocyt onder invloed van insuline

A
  • Glycogenese
  • Lipogenese
  • glycolyse
  • eiwit metabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Processen hepatocyt onder invloed van glucagon

A
  • Gluconeogenese
  • Glycogenolyse
  • Lipolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Processen myocyten onder invloed van insuline

A
  • Glut-4-transport
  • Glycogenese
  • Glycolyse
  • Lipogenese
  • Eiwit metabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Processen myocyten onder invloed van adrenaline

A

Glycogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Processen adipocyt onder invloed van insuline

A
  • Glut-4-transport
  • GLycolyse
  • Lipogenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Organen die intraperitoneaal liggen

A
  • Milt
  • Ileum
  • Jejunum
  • Colon transversum
  • lever
  • Colon sigmoideum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Organen die retroperitoneaal liggen

A

Nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Organen die secundair retroperitoneeal liggen

A
  • pancreas
  • Colon ascendens
  • Colon descendens
  • Duodenum
  • Rectum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar is gal voor nodig?

A

Opname van vet en vitamine K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hemolyse?

A

Het proces waarbij rode bloedcellen worden afgebroken, hierbij ontstaat er bilirubine en dit kan geelzucht veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar liggen de stamcellen van de oesofagus?

A

In het stratum basale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn producten van bèta-oxidatie?

A
  • Acetyl-CoA
  • NADH
  • FADH2
17
Q

Wat kunnen oorzaken van chronische vermoeidheid zijn?

A
  • Anemie
  • Ijzerstapeling
  • Vitamine D tekort
18
Q

Basaal metabolisme

A

Stofwisseling die nodig is om de minimale energie te leveren

19
Q

Stimulatie insuline omzettingen

A
  • Glucose naar G6P
  • G1P naar glycogeen
20
Q

Welke buizen zijn van de lever afgevoerd?

A

De ductus hepaticus en de venae hepaticae

21
Q

Ter hoogte van welke wervel zit het subcostale vlak?

A

L3

22
Q

Ter hoogte van welke wervel zit het transpylorische vlak?

A

L1

23
Q

Ligament van Treitz

A

Verbindt de flexura duodenojejunalis met het diafragma

24
Q

Glycocalyx

A

Een suikerlaagje wat zich bevindt in de brush border

25
Q

Hypalbuminemie

A

Komt door malabsorptie van eiwitten

26
Q

Welke cellen in de pancreas maken bicarbonaat

A

Centro-acinaire cellen

27
Q

Hoezo verloopt glycolyse langzamer of niet in de afwezigheid van zuurstof?

A

Het gevormde ATP remt fosfofructokinase (zet G6P om in fructose-1,6-bifosfaat)

28
Q

Waar kan glucose uit gevormd worden?

A

Glycerol

29
Q

Hoe wordt pyruvaat omgezet in glucose?

A
  1. Pyruvaat wordt door pyruvaatcarboxylase omgezet in oxaalacetaat
  2. Dit wordt door PEP-carboxykinase omgezet in fosfoenolpyruvaat (PEP) en dit wordt glucose
30
Q

Statines

A

Remmen de synthese van cholesterol in de lever door HMG-CoA te remmen

31
Q

Omzetting alcohol naar acetaat

A
  1. Alcohol naar acetaldehyde (cytoplasma)
  2. Acetaldehyde naar acetaat (mitochondriën)
32
Q

Indicatoren voor ijzergebrek

A

Verhoogde Hemoglbine, plasmaferritine en mcv

33
Q

Wat is het nadeel van ijser-preparaten in de vorm van drank?

A

Zwarte verkleuring van de tanden door ijzer neerslag

34
Q

Schadelijk effect van veel buikvet

A

Inflammatie en vrije vetzuren:
1. meer cholesterol -> dyslipidemie
2. verhoogde insulineproductie
3. Insulineresistentie door adipocytokinen

35
Q

Waar wordt leptine aangemaakt?

A