Werkgroep 2 - Stofwisseling Flashcards
Opname monosachariden
- monosachariden gaan via een transporter over het apicale membraan van een epitheelcel. GLucose en galactose via SGLT1 en fructose via GLUT-5
- Glucose, galactose en fructose gaan via GLUT-2 over het basolaterale membraan
Hepatocyten en glucose
Slaat glucose op in glycogeen en triglyceriden en gebruikt GLUT-2 die altijd doorlaatbaar is voor glucose.
GLUT-2 werkt samen met glucokinase als sensor die aanvoelt hoeveel insuline geproduceerd moet worden.
Amylase
Breekt amylose af in glucose
Isomaltase
Breekt isomaltose en alpha-dextrin af in glucose
Maltase
Breekt maltose en maltriose af in glucose
Sucrase
Breekt Sucrose af in glucose en fructose
Lactase
Breekt lactose af in glucose en galactose
SGLT-1 (glucosetransporter)
Zit apicaal op enterocyten en is een secundair actieve transporter.
Natrium wordt uit de cel gepompot door Na-K-pomp -> lage concentratie in cel. Natrium kan samen met glucose via SGLT-1 de cel in
GLUT-1 en GLUT-3 (glucosetransporters)
Op Bloedhersenbarrière en erythrocyten, hebben hoge affiniteit voor glucose.
GLUT-4 (glucosetransporter)
Op adipocyten en myocyten en is insuline-afhankelijk. Deze cellen nemen glucose op bij een hoge concentratie.
GLUT-5 (glucosetransporter)
Apicale zijde van enterocyten en transporteert fructose de cel in.
Opname vetzuren
- Vetzuren reizen naar enterocyten in micellen en die vallen uiteen door zuur milieu door Na-H-pomp.
- worden dan via diffusie of carrier-mediated transport opgenomen
- Korte vetzuren gaan meteen de poortader in en lange veturen gaan naar ER waar ze tot triglyceriden worden omgebouwd
- in Golgi worden ze chylomicronen en gaan via transportblaasje naar lymfesysteem
- Via lymfesysteem gaan ze in de circulatie bij de vena subclavia
Essentiële vetzuren
Meervoudige onverzadigde vetzuren die de mens zelf niet kan synthetiseren. Dit komt omdat men enzymen mist om bepaalde dubbele bindingen aan te brengen.
VLDL
Gevormd door lever en transporteert vetten die door de lever gemaakt zijn. Als triglyceride hieruit zijn bevat het lipoproteïne veel cholesterol en dan wordt het een LDL
LDL
Kunnen cholesterol aan cellen afgeven. Mutaties in dit gen zorgen voor familiaire hypercholesterolemie.
Afbraak eiwitten
Endopeptidasen = verbreken verbindingen midden in de eiwitketen -> pepsine, trypsine, chymotrypsine en elastase
Exopeptidasen = verbreken verbidningen aan uiteinden -> aminopeptidasen en carboxypeptidase A en B
Biologische waarde eiwitten
Het bevatten van essentiële aminozuren. Deze komen uit voeding.
Afbraak aminozuren
Vindt plaats in de lever, en hier wordt de aminogroep eraf gehaald. Uit het restant kan ATP gevormd worden en uit de aminogroep ammoniak wat ureum wordt
Vitamines
B en C zijn wateroplosbaar
- B is belangrijke co-factor bij stofwisselings enzymen
K, A, E en D zijn vetoplosbaar
Insulinesecretie
Fase 1 = acuut, snelle afgifte van voorgevormde insuline in blaasjes
Fase 2 = als bloedsuikerspiegel langere tijd verhoogd is, nieuwe insuline wordt gevormd en er komt 2e insuline opslag
Gastrine
- Wordt geproduceerd door G-cellen uit antrum van de maag, reactie op binnentredende chymus.
- Gastrine gaat bloedbaan in, bindt aan chief en pariëtale cellen.
- C-cellen reageren hierop met productie van pepsinogeen en maaglipase en pariëtale cellen produceren HCl
Gastrine stimuleert ook het samentrekken van de maag
Cholecystokinine (CCK)
Wordt afgegeven door I-cellen van duodenum en jejunum als reactie op pH-daling.
- Stimuleert secretie enzymen door exocriene pancreas
- Stimuleert afgifte galzouten uit galblaas
- Remt maaglediging en gastrineproductie
- Stimuleert verzadigingsgevoel in de hersenen
Secretine
Wordt door S-cellenin duodenum afgegeven. Stimuleert afgave van alpha-amylase, propeptidasen, lipasen en bicarbonaat in pancreas
Secretine functies
- Remt gastrineproductie van de maag
- Stimuleert secretie natriumbicarbonaat door exocriene pancreas (hogere pH)
- Stimuleert afgifte van somatostatine en remt G-cellen -> lagere maagzuurproductie