Hoorcollege 7 - Tractus digestivus: microscopisch anatomische aspecten en de functies Flashcards
Cellen in de tractus digestivus
- Epitheelcellen
- Kliercellen
- Spiercellen
- Endocriene cellen
- Zenuwcellen
- Cellen immuunsysteem
- Stamcellen
Epitheel tractus digestivus
- Eenlagig plaveisel = bloedvaten en buitenbekleding darm
- Meerlagig (niet verhoornd) plaveisel = mond en slokdarm
- Kubisch = Afvoergangen
- Cylindrisch = dunne darm
Sluitlijst van epithelia
- Zonula occludens = tight junctions
- Zonula adherens = adherens junctions
- Macula adherens = desmosomen
Opbouw tractus digestivus (buiten naar binnen)
- Serosa
- 2/3 spierlagen + plexus van zenuwcellen
- Submucosa + kleine lymfeklieren en bloedvaatjes
- Mucosa + plexus van zenuwcellen en kleine spiertjes die in direct contact met lumen staan
Muceuze cellen (in speekselklieren)
- Grote granula bij apicale secretie
- Scheiden glycoproteïne uit (slijmvorming)
- Cilindrisch van vorm
- Samengedrukte kern (basale kant cel)
- In buisjes gegroepeerd
- Licht van kleur onder microscoop
Sereuze cellen (in speekseklieren)
- Kleine granula bij apicale secretie
- Scheiden eiwitten/ enzymen uit
- Piramidevorm
- Ronde kernen
- In Acini gegroepeerd
- Donker van kleur onder microscoop
Myo-epitheliale cellen
Kleine spiercellen die bijdragen aan secretie van kliercellen in acini, liggen hier ook omheen.
- Bij zuur in de mond trekken deze spiertjes samen, waardoor secreet sneller de afvoergang bereikt
Striated duct
Hier worden ionen teruggepompt, wat actief transport is -> veel mitochondria
Klieren
Glandula submandibularis = Zit onder de kaak en is een gemengde klier met veel acini
Glandula sublingualis = Onder de tond, bevat geen sereuze acini maar voornamelijk muceus secreet
Oesophagus
- Geen slijmbekercellen maar muceuze klieren -> esophageal cardiac glands (geen korreltjes)
- Bovenste deel is skeletspierweefsel en onderste deel is glad spierweefsel
Maag
- Eenlagig cylindrisch epitheel en aan begin muceuze klieren die de pH laag houden.
- Epitheelcellen zijn vaak gedifferentieerd in klier of pariëtale cellen
- Bevat maagplooien die bestaan uit mucosa en submucosa.
- dwars, circulair en longitudinale spieren
Gastric pits
Lopen vanaf maagklieren naar lumen. Bestaan uit (van boven naar beneden):
- Muceuze cellen = produceren mucus en alkalische vloeistof die cellen in de maag beschermt tegen het zure milieu
- Muceuze nekcellen = produceren zuur, maar zorgen ook dat er een slijmlaagje is
- Pariëtale cellen = maken zoutzuur en intrinsic factor
- Chief cells = maken enzymen voor de maag: pepsinogeen en maaglipase
- G-cellen = geven Gastrine af aan het bloed
- Stamcellen
Pariëtale cellen
Eosinofiel (basisch), bevatten veel mitochondria
Inactief = weing microvili
Actief = als eten in maag komt, tubulovesiculaire fuseren met celmembraan om inhoudt af te geven. Productie HCl kost veel ATP
Productie HCl
- CO2 en H2O worden HCO3-
- HCO3- wordt met een pomp basolateraal naar buiten gepompt in ruil voor Cl-
- H+ wordt apicaal naar buiten gepompt voor Kalium
- Cl- en k+ gaan apicaal naar buiten
Entero-endocriene cellen in de dunne darm
- S-cel = produceert secretine, stimuleert bicarbonaatsecretie van de pancreas
- I-cel = produceert CCK, stimuleert secretie pancreasenzymen
- Mo-cel = produceert Motiline, stimuleert gladde spiercelactiviteit in de darm
- EC-cel = produceert serotonine, stimuleert gladde spiercellen in bloedvaatjes