Hoorcollege 9 & 10 - Energiemetabolisme Flashcards
Allosterische regulatie
Remming of activatie van een transporter, ionkanaa of enzym door de binding van een inhibitor of activator aan een andere plek dan waar het substraat bindt, waardoor het substraat juist wel of niet kan binden.
Voorbeeld:
ATP sluit het kaliumkanaal in de bètacel van de pancreas
Opname eiwitten in verschillende cellen (worden als aminozuren opgenomen)
- In spiercellen door transporters. Zijn grondstof voor eiwitsynthese en het vrijmaken van energie
- In enterocyten als energiebron -> metabolisme tot acteyl-CoA
- In vetcellen voor metabolisme
- In levercellen voor eiwitsynthese zoals plasma-eiwitten en stollingsfactoren
Opname vetten
- In enterocyten worden chylomicronen gevormd die in de bloedbaan door lipoproteïne lipasen (LpL) worden afgebroken
- De nu monoglyceriden en vrije vetzuren kunnen worden opgenomen door vetweefsel of spieren
- Overblijfsels in chylomicronen, remnants, gaan naar de lever en hier worden ze in VLDL verpakt
Insuline en vetopname
Insuline stimuleert na de maaltijd de hoeveel LpL in de burrt van vetweefsel
Glycogeen opslag
In spieren max 2% van de massa, spieren gebruiken dit alleen voor eigen gebruik
- Hebben niet het enzym glucose-6-fosforylase
In Lever max 8% van de massa, hebben wel het enzym dus het kan als glucose de cel uit en de bloedbaan in
Opslag vet
In adipocyten die weinig cytoplasma hebben, de cel is vooral gevuld met vet waardoor de celkernen naar de zijkant gedrukt zijn
- 1 molecuul vetzuur levert veel energie op, bijv. palmitinezuur 129 ATP (in theorie)
Redenen dat de hersenen geen vet gebruiken als brandstof
- Zenuwcellen functioneren niet goed met een enorme hoeveelheid vet eromheen
- ATP wordt uit vetzuurgevormd door moddel van bèta-oxidatie en hier komen reactieve radicalen bij vrij
Brandstoffen voor de hersenen
- Glucose wat via GLUT-1 de hersenen inkomt en in de neuronen zit GLUT-3
- Vetzuren worden wel opgenomen als bouwsteen van celmembranen
- Ketonlichamen in extreme situaties, worden via monocarboxylaattransporters via carrier-gemedieerd transport
Voordelen Vetopslag
- Meer energie met lagere osmotische waarde
- Opbrengst van 1 mol C16 vetzuur is ongeveer 108 mol ATP (glycogeen is 32 mol ATP)
Voordelen glycogeen opslag
- Glucose kan over de BHB
- Vet metabolisme is traag
- Verbranding van vetzuren gebruikt meer zuurstof dus hogere kans op zuurstofradicalen
Verhoging van insuline
- productie van insuline door bètacellen
- Afscheiding incretinen door aanwezigheid glucose in darm (GLP-1 en GIP). Helpen glucose-gestimuleerde insulinesecretoe te versterken
- Uitrekken van wand dunne darm en maag prikkelt parasympatisch zenuwstelsel die bètacellen activeren insuline af te geven
Functies insuline (opslag/ anabolisme)
- Glycolyse
- Glycogeensynthese
- Vetsynthese
- Eiwitsynthese
- Glucokinase in lever (omzetting glucose naar G6P)
Functies glucagon (katabolisme)
- Glycogenolyse (afbraak glycogeen)
- Gluconeogenese (vorming glucose)
- Ketogenese (vorming ketonlichamen)
Postprandiale processen in lever door insuline
- GLycolyse
- Glycogenese
- Lipogenese
Overmaat aan glucose
- Glucose komt vanwege concentratieverschil hepatocyt in via GLUT-2
- Glucokinase zet het om in G6P (kan cel niet meer uit) en Insuline zet dit om in glycogeen
- Insuline stimuleert ook glycolyse, waarbij acetyl-CoA gebruikt kan worden bij lipogenese
- Lever is overmaat glucose kwijt in VLDL via lipogenese