Introductiecollege 1 - Absorptie en biotransformatie van geneesmiddelen Flashcards
Verloop famacokinetiek
- Eerst zijn alle 4 de processen tegelijk bezig maar is absorptie dominant
- Op het hoogste punt zijn absoprtie en eliminatie even snel
- Het doel is om de therapeutische marge te bereiken -> Minimale toxische concentratie en minimale effectieve concentratie
Membraanpassage medicijn
- Het valt uiteen in het lumen en passeert de mucus en de lipofiele bipolaire celmembraan
- Het is nu in de enterocyt en hier moet het de basale membraan, interstitiële ruimte en het endotheel passeren om in de circulatie te komen
Transportmechanismen
- Passief = kost geen energie en kan zowel trascellulair (lipofiele/ meeste geneesmiddelen) als paracellulair (hydrofiele).
- Carrier-gemedieerd transport = kan passief zijn door een dragereiwit, maar ook actuef voor het behouden van de gradiënt
- Actief = ATP afhankelijk, verzadigbaar en competitie
Wet van Fick (diffusie)
Bestaat uit:
- Concentratiegradiënt
- Oppervlakte
- Permeabiliteit
- Eigenschappen van farmacon -> moleculair gewicht, lipofilie, ionisatiegraad
Invloeden op passieve diffusie
- Snelheid = toedieningsvorm, concentratiegradiënt, oppervlak
- Eigenschappen farmacon = lipofilie, moleculair gewicht, ionisatiegraad
- Maag-en darmvloeistof = pH
- Opbouw maagdarmkanaal = doorbloeding, maaglediging, motiliteit
- Deze diffusie kan in principe oneindig doorgaan
Uit wat voor zuren/ basen bestaan geneesmiddelen?
Voornamelijk uit zwakke zuren en basen omdat deze door het lumen heenkomen.
Acetylsalicylzuur
Een zwak zuur, theoretisch gezien zou die dus voornamelijk in de maag opgenomen worden maar dat is niet zo/ De darm heeft een veel groter oppervlakte.
Mate van dissociatie
Is afhankelijk van de pKa (hoe graag de stof wilt ioniseren) en de pH van de omgeving
Interacties geneesmiddelen
Mogelijk door:
- pH verandering = kan ander geneesmiddel uit elkaar doen vallen absorptie beïnvloeden
- Coomplexvorming = kunnen met voedsel of andere geneesmiddelen een complex vormen, hierdoor neemt de molecuulgrootte toe wat membraantransport kan bemoeilijken
Metabolisme
Proces waarbij geneesmiddelen hydrofieler gemaakt worden, in de lever of darmwand, zodat ze met urine kunnen worden uitgescheiden.
- Prcoes is enzymatisch
- Stoffen worden hierna hydrofiele metabolieten genoemd
Fases van metabolisme
- Functionaliseringsreacties = oxidatie, reductie of hyrdrolyse reacties waarbij een stof hydrofieler gemaakt wordt, als het actief is heet het een prodrug. Meestal al genoeg om met urine mee te gaan maar zo niet:
- Koppelingsreacties = conjugatie met hydrofiele substraten waardoor een groot hydrofiel metaboliet ontstaat, meestal inactief
Cytochroom-enzymen (CYP-enzymen)
Katalyseren fase I, bijvoorbeeld CYP-450 bindt met heamproteïne, waarna het enzym een substraat om kan zetten in een metaboliet.
Classificatie CYP-enzymen
Bijvoorbeeld CYP3A4:
- 3 is de familie
- A is subfamilie
- 4 is specifiek enzym
- CYP3A4 en CYP2D6 zijn belangrijk
Beïnvloeding biotransformatie
- Enzyminductie = nieuwe enzymen worden gesynthetiseerd -> ontstaat na dagen of weken pas
- Enzyminhibitie = enzymactiviteit wordt geremd of er ontstaat competitie -> snel en acuut
Medicijnen bij diabetes type II
Tolbutamide = stimuleert insuline afgifte en wordt door CYP2C9 gemetaboliseerd.
Fluconazol = enzyminhibitor voor CYP2C9, als gevolg kan bloedsuikerspiegel te laag worden
dus combinatie van deze medicijnen is niet slim