Werkgroep 2 Flashcards

1
Q

Wat is de functie van hoesten?

A

Hoest is een reflexmatige explosieve uitademing, die ontstaat bij prikkeling van de luchtwegen en deze reinigt van slijm en vreemde voorwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zoek uit hoe het hoestmechanisme precies verloopt

A

a. Hoestreceptoren bevinden zich langs gehele ademhalingsweg maar vooral in farynx, achterste deel van trachea, craniaal en bifurcaties van grotere luchtwegen en in mindere mate in distaal gelegen kleinere luchtwegen
b. Hoestsprikkel kan echter ook ontstaan in externe gehoorgang, sinus maxillaris, diafragma, pleura, pericard en maag
c. Hoestmechanisme is complexe interactie tussen luchtwegen, glottis, diafragma en ademhalingsspieren: efferente prikkel gaat via nervus phrenicus naar ademhalingsspieren en via nervus vagus naar larynx
d. Hoestmechanisme bevat 3 fasen:
i. Diep inhaleren
ii. Sluiten van glottis en actief aanspannen van thoracale en abdominale spieren
iii. Plotseling opengaan van glottis met als gevolg explosief ontspannen van opgesloten lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar/niet waar: Groen sputum wijst op een bacteriële infectie

A

Niet waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem alle luchtweginfecties bij volwassenen i.c.m. hoesten, met bijkomende kenmerken

A

i. Acute bronchitis: alle leeftijden, hoesten (<3w), ademhalingsproblemen, koorts. Diagnose: stethoscoop en spirometer.
ii. Acute virale luchtweginfectie: mild, seizoensgebonden. Diagnose: anamnese
iii. Bronchiolitis: klein kind, hoesten met piep, kortademig, koorts, minder alert, uitgedroogd. Diagnose: Röntgenfoto, LO (verlgende uitademing, piepen, crepitaties)
iv. Pneumonie: hoesten met sputum, malaise, koorts, gebrek lucht. Diagnose: LO tekenen van ‘infiltraat’: eenzijdig crepitaties (fijne knispergeluiden), rhonchi (grovere ruetelgeluiden) en een dmeping bij kloppen, bij twijfel: bevestiging met bloedonderzoek (infectieparamters) evt Röntgenfoto
v. Laryngitis: 1-6j, blafhoest, s’nachts benauwd, soms insp stridor, soms intrekkingen, icm diferie (=kroep) en kinkhoest. Diagnose: geen longafwijkingen, plaats van piepen hoor je de obstructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van acute bronchitis?

A

alle leeftijden, hoesten (<3w), ademhalingsproblemen, koorts. Diagnose: stethoscoop en spirometer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van acute virale luchtweginfectie?

A

mild, seizoensgebonden. Diagnose: anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van bronchiolitis?

A

klein kind, hoesten met piep, kortademig, koorts, minder alert, uitgedroogd. Diagnose: Röntgenfoto, LO (verlgende uitademing, piepen, crepitaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van pneumonie?

A

hoesten met sputum, malaise, koorts, gebrek lucht. Diagnose: LO tekenen van ‘infiltraat’: eenzijdig crepitaties (fijne knispergeluiden), rhonchi (grovere ruetelgeluiden) en een dmeping bij kloppen, bij twijfel: bevestiging met bloedonderzoek (infectieparamters) evt Röntgenfoto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken van laryngitis?

A

1-6j, blafhoest, s’nachts benauwd, soms insp stridor, soms intrekkingen, icm diferie (=kroep) en kinkhoest. Diagnose: geen longafwijkingen, plaats van piepen hoor je de obstructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van astma?

A

aanval ahv factoren, benauwd, blauw, angstig, piepende uitademing (expirium), hoest, geen sputum. Diagnose: aanvallen dyspnoe, lonfunctietest, familie-anamnese, terugkerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de kenmerken van COPD?

A

chronische toenemende dyspnoe en hoesten, mager, getuite lippen, steunend op amren, snelle ademhaling, verlengd expirium, longen: ton-vormige thorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3 aandoeningen vallen onder COPD?

A

Longemfyseem, chronische bronchitis en obstructie van kleinere luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van longkanker?

A

Longkanker: ophoesten bloed, langdurige hoest bij roken, verandering hoestpatroon COPD-patient (longemfyseem / chronische bronchitis), kortademigheid of verandering daarvan bij COPD, terugkerende longontsteking (soms gewichtsverlies, malaise, thoracale pijn, gedragsverandering). Diagnose: CT-thorax en Bronchoscope

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vragen stel je bij een vermoeden van bovenste luchtweg infectie?

A

mild / seizoensgebonden / keelpijn / verkouden / hoe lang / koorts (hoeft niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vragen stel je bij een vermoeden van pneumonie?

A

sputum / koorts / kortademig / meer pijn bij inademing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vragen stel je bij een vermoeden van longcarcinoom?

A

hoest / roken / bloed bij hoesten / oudere leeftijd / gewichtsverlies

17
Q

Wat zijn de verschillen in aanvullend onderzoek bij pneumonie, acute bronchitis en bovenste luchtweginfectie?

A

a. Pneumonie: bloedonderzoek (infectieparamters) en thorax-foto sputumkweek, koorts, hartslag
b. Acute bronchitis: stethoscoop en spirometer
c. Bovenste luchtweginfectie: longfoto

18
Q

De heer Pieters, 53 jaar oud, komt op het spreekuur met een, al maanden bestaande, hoest, waarvan hij overdag betrekkelijk weinig hinder ondervindt, maar die ’s nachts verergert (hoestbuitjes). Hij geeft geen sputum op. Hij klaagt bij navraag niet over kortademigheid. Wel heeft hij hypertensie, die met medicatie redelijk onder controle is (laatst gemeten bloeddrukwaarde: 150/85 mmHg). Hij gebruikt al jaren metoprolol 100 mg 1 maal daags 1 en had sinds enkele maanden ramipril 10 mg per dag erbij nodig om de bloeddruk goed te houden.
Bij lichamelijk onderzoek hoor je normaal ademgeruis zonder bijgeluiden. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van zijn klachten en waarom?

A

Hoest wordt veroorzaakt door bijwerkingen van ramipril

19
Q

Ruud Verdonk heeft een BMI (Body Mass Index) van 31 en klaagt over een hinderlijke hoest ‘s nachts. Overdag heeft hij daar vrijwel geen last van. Hij probeerde met een tabletje codeine van 10 mg voor het slapen gaan zijn probleem op te lossen, maar dat lukte maar deels.
Bij het beluisteren van hart en longen waren geen afwijkingen te horen. Op de vraag of hij nog andere klachten heeft, vertelt hij wel eens een Rennie te gebruiken als hij “te zwaar“ getafeld heeft. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van zijn klachten en waarom?

A

Refluxziekte

20
Q

De heer Zonneveld werkte jarenlang op de walserijafdeling van Corus. Onlangs is hij met VUT gegaan. Hij komt omdat hij zo’n hinderlijk kuchje heeft, wat maar niet wil stoppen. Hij heeft het ook s nachts.
Hij heeft het niet benauwd. Hij voelt zich minder fit, heeft geen pijn bij het inademen. Hij is wel iets afgevallen, Hij rookte voorheen wel maar is 8 jaar geleden gestopt. Bij lichamelijk onderzoek: aan de thorax geen afwijkingen en ook een normaal ademgeruis zonder bijgeluiden.
Wat ga je nu doen?

A

Longkanker, bronchoscopie en CT-thorax (MRI etc), verwijsbrief naar oncoloog/longarts

21
Q

Wat is longfibrose?

A

Longfibrose is een aandoening waarbij er bindweefselvorming in het longweefsel ontstaat waardoor het longweefsel minder goed functioneert

22
Q

Wat is longemfyseem?

A

Longemfyseem is een ziekte die onder COPD valt. Bij longemfyseem zijn de longen verder uitgerekt dan normaal en de longblaasjes en fijne tussenschotjes daartussen zijn deels verloren gaan. Het gaswisselingsoppervlak is dus verminderd en het capillaire vaatbed is verkleind. Doordat de longen uitgerekt zijn is de luchtinhoud van de longen vergroot en de elasticiteit van de longen verminderd. Patiënten zijn snel kortademig en krijgen een grote tonvormige borstkas die permanent in inademingstand staat. In de eindstadia van de ziekte zijn patiënten permanent benauwd, ook in rust.

23
Q

Zijn de spiervezels van het diafragma bij fibrose langer of korter dan bij emfyseem? Waarom is dit zo?

A

Longvolume neemt toe bij een emfyseem, en doordat de weefsels van het diafragma minder kracht hoeven te zetten, en worden deze korter.
De longen zijn stijver bij fibrose en daardoor moeten de spieren meer kracht zetten waardoor de spieren van het diafragma langer worden.

24
Q

Hoe kan je de longcompliantie bepalen.

A

Ballon inbrengen in de oesophagus, deze bevindt zich dan tussen de longvliezen. Op deze manier het longvolume en alveolaire druk worden meten d.m.v. drukmeter of een spirometer.

25
Q

Is de longcompliantie bij fibrose groter of kleiner dan normaal?

A

Kleiner

26
Q

Hoe verandert de longcompliantie bij emfyseem?

A

Groter

27
Q

Verklaar hoe VCO2/VO2 > 1. Metabole acidose leidt tot hyperventilatie. Wat is het gevolg hiervan voor de arteriële pH en PCO?

A

Zonder de enzymen krijg je een acidose / alkilose